search_api_autocomplete
Home

Distributie door een kredietgever van de producten van andere kredietgevers

FSMA_Standpunt_2016_01

Krachtens de artikelen VII.180, § 2, eerste lid, en VII.184, § 1, tweede lid, van het Wetboek van Economisch Recht is het een vergunde kredietgever toegestaan om het bedrijf van bemiddelaar uit te oefenen zonder vooraf als dusdanig in het register te zijn ingeschreven, op voorwaarde dat hij één of meer verantwoordelijken voor de distributie aanwijst die voldoen aan de vereisten inzake beroepskennis, geschiktheid en professionele betrouwbaarheid, dat hij erop toeziet dat de personen in contact met het publiek voldoen aan de vereisten inzake beroepskennis, en dat hij een burgerlijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering sluit. Wanneer een kredietgever de kredieten van een andere kredietgever via zijn gesalarieerd netwerk distribueert, is hij actief als kredietbemiddelaar en zal hij dus aan voornoemde voorwaarden moeten voldoen[1].

De wetgever heeft in de artikelen VII.180, § 2, eerste lid, en VII.184, § 1, tweede lid, van het Wetboek van Economisch Recht expliciet vermeld dat het de kredietgevers is toegestaan om het bedrijf van kredietbemiddelaar uit te oefenen zonder als bemiddelaar in het register te zijn ingeschreven. Zij worden niet in het register van de kredietbemiddelaars ingeschreven. Volgens de FSMA impliceert dit dat, wanneer een kredietgever kredieten van derde kredietgevers via zijn netwerk van verbonden agenten verkoopt, die verbonden agenten niet als subagenten worden beschouwd, die – per definitie – voor rekening en onder de verantwoordelijkheid van een kredietbemiddelaar handelen[2].

Verder rijst de vraag of de verkoop, door de verbonden agenten van een kredietgever, van de producten van kredietgevers die geen deel uitmaken van dezelfde groep, verenigbaar is met het begrip 'verbonden agent' zelf. Een 'verbonden agent' wordt door de wet gedefinieerd als 'een kredietbemiddelaar die handelt voor rekening van en onder de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van (a) slechts één kredietgever, of (b) meerdere kredietgevers die tot eenzelfde groep behoren'[3].

Volgens de FSMA mogen de verbonden agenten van een kredietgever producten verkopen van kredietgevers die geen deel uitmaken van de groep en waarmee de kredietgever een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten, voor zover die kredietgever de volle en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid voor de bemiddelingsactiviteit draagt.

Alle betrokken partijen (de kredietgever, zijn verbonden agenten en de derde kredietgevers) moeten erop toezien de consumenten te informeren over de hoedanigheid waarin zij optreden, alsook over de aard en de draagwijdte van hun bevoegdheden, zowel in hun reclame als in de documenten die bestemd zijn voor hun cliënteel[4].

 


[1]   Die voorwaarden gelden zowel wanneer de kredietgever de kredieten uitsluitend via zijn gesalarieerd netwerk verkoopt, als wanneer hij gebruik maakt van een gemengd netwerk (gesalarieerd netwerk en netwerk van verbonden agenten).

[2]   De distributie, door een kredietgever, van producten van andere kredietgevers via zijn netwerk van verbonden agenten druist dus niet in tegen het verbod op subbemiddeling in consumentenkrediet.

[3]   Art. I.9, 36°, WER.

[4]   Art. VII.73 en VII.78, WER.