Resultaten van de off-site controles 2019 bij bedrijfsrevisoren over de naleving van de WG/FT-verplichtingen

1. ALGEMEEN KADER

Het is in het algemeen belang dat het College van Toezicht op de Bedrijfsrevisoren (hierna: “het College”) samen met nationale en internationale toezichthouders een uniforme strijd levert tegen het witwassen van gelden en de financiering van terrorisme (hierna: “WG/FT”). Deze strijd steunt op twee grote pijlers:

• de repressieve pijler bestaat uit de strafrechtelijk sanctioneerbare WG/FT-praktijken waarop het Strafwetboek van toepassing is; en
• de preventieve pijler omvat de wet van 18 september 2017^[1]. Het College is aangeduid als Belgische bevoegde autoriteit^[2] om de naleving van de WG/FT-maatregelen bij de bedrijfsrevisoren(kantoren) onder zijn toezicht te controleren.

Het College voert controles uit op het niveau van de organisatie van het bedrijfsrevisorenkantoor en op het niveau van de uitgevoerde controleopdrachten. Enerzijds gaat het na of het bedrijfsrevisorenkantoor zijn organisatie afstemt met de wet van 18 september 2017. Anderzijds kijkt het in de uitgevoerde controleopdrachten na of de bedrijfsrevisor de wetgeving daadwerkelijk toepast.

De controle-aanpak van het College vertaalt zich in de uitvoering van onder meer off-site of desk-based controles bij bedrijfsrevisoren(kantoren). Het betreft inspecties op afstand.

1. SELECTIE

De off-site controle van het College vloeit voort uit de antwoorden die 1.430 bedrijfsrevisoren(kantoren) gaven op de periodieke WG/FT-vragenlijst^[3] van het College. 263 bedrijfsrevisoren(kantoren) verklaarden activiteiten uit te voeren. Het College identificeerde vervolgens tekortkomingen aan de wettelijke bepalingen.

1. VOORNAAMSTE BEVINDINGEN

Van deze 263 actieve bedrijfsrevisoren(kantoren) bleken 58 niet in orde. Het College legde hen een herstelmaatregel op^[4]. Het betreft de volgende gebreken, hierna opgesomd in orde van belang van het aantal vastgestelde inbreuken^[5]:

• Geen formele aanduiding van een verantwoordelijke persoon op het hoogste niveau als bepaald in artikel 9 van de wet van 18 september 2017. Deze verplichting geldt ook voor bedrijfsrevisorenkantoren met een beperkte omvang. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 46 bedrijfsrevisoren(kantoren);

• Geen risicoclassificatie van de cliënt na uitvoering van de individuele risicobeoordeling als bepaald in artikel 19 van de wet van 18 september 2017. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 26 bedrijfsrevisoren(kantoren);

• Geen procedures met betrekking tot de detectie van atypische verrichtingen als bepaald in artikel 35 van de wet van 18 september 2017. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 26 bedrijfsrevisoren(kantoren);

• Geen identiteitsverificatie van de cliënten, lasthebbers en uiteindelijke begunstigden als bepaald in artikelen 21, 22 en 23 van de wet van 18 september 2017. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 3 bedrijfsrevisoren(kantoren);

• Geen algemene risicobeoordeling als bepaald in artikel 16 van de wet van 18 september 2017. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 1 bedrijfsrevisor(kantoor);

• Geen identificatie van de aard van de zakelijke relatie als bepaald in artikelen 34 en 35 van de wet van 18 september 2017. Het College stelde deze tekortkoming vast bij 1 bedrijfsrevisor(kantoor);

De door het College opgelegde herstelmaatregel hield in dat de betrokken bedrijfsrevisoren(kantoren) zich binnen de 4 maanden moesten conformeren aan het wetgevende kader.

Het merendeel (93 %) van de bedrijfsrevisoren(kantoren) bleek na het verstrijken van deze termijn in regel. Het College onderzocht de ontvangen stavingstukken om te oordelen of de vastgestelde tekortkomingen waren verholpen. Aan enkele bedrijfsrevisorenkantoren verleende het College een bijkomende termijn om zich in regel te stellen.

Het College sloot in 2020 dit controleprogramma af met bevredigende resultaten.

* * *