Merkt u dat er iets niet correct gebeurt tijdens de opbouw van uw aanvullend pensioen, op het ogenblik van uw ontslag of bij uw pensionering? U wordt bijvoorbeeld niet aangesloten bij het pensioenplan terwijl u hier recht op heeft, uw pensioen werd niet uitbetaald toen u 65 jaar werd, ...
Dan is het belangrijk om hier snel op te reageren om te vermijden dat uw rechten zouden verjaren.
Verjaring
Verjaring betekent dat u na het verloop van een bepaalde tijd het recht verliest om uw aanvullende pensioenrechten op te eisen. Sinds 29 juni 2014 beschikt u over een periode van 5 jaar: als u binnen deze termijn niet reageert en de dingen op z'n beloop laat, is het nadien niet meer mogelijk om uw rechten op te eisen.
Om te vermijden dat uw rechten zouden verjaren, moet u de verjaring stuiten. De stuiting van de verjaring heeft voor gevolg dat u uw rechten niet verliest doordat de verjaringstermijn opnieuw van vooraf aan begint te lopen. Het is dus belangrijk dat u de verjaring stuit nog vóór de verjaringstermijn van vijf jaar verstrijkt.
Dit kan op verschillende manieren:
- Ofwel door aan de inrichter van het pensioenplan (werkgever of sectorale inrichter) of de pensioeninstelling te vragen om:
- Uitdrukkelijk en schriftelijk te erkennen dat hij ten aanzien van u aanvullende pensioenverplichtingen heeft of kan hebben.
- Uitdrukkelijk en schriftelijk te aanvaarden dat de omvang van die verplichtingen later kan worden bepaald.
In dat geval begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen de dag na de erkenning van de schuld.
- Weigert de inrichter van het pensioenplan (werkgever of sectorale inrichter) of de pensioeninstelling om zijn aanvullende pensioenverplichtingen te erkennen, dan kan u de verjaring slechts stuiten door het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. In dat geval wordt de verjaring gestuit tot het tijdstip waarop die rechtbank een definitieve beslissing heeft uitgesproken.
- Wanneer aan bepaalde formaliteiten wordt voldaan, kan de verjaring voor een termijn van één jaar worden gestuit als een advocaat, een gerechtsdeurwaarder of een vakbondsafgevaardigde een ingebrekestelling per aangetekende brief met ontvangstbewijs verstuurt naar de inrichter van het pensioenplan (werkgever of sectorale inrichter) of de pensioeninstelling.