search_api_autocomplete

Wat is een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21)?

On this page

In een tak 21 verzekeringsproduct waarborgt de verzekeringsonderneming een vast rendement.

De rentevoet die de verzekeringsondernemingen mogen waarborgen, wordt door de wetgeving begrensd. De huidige maximale rentevoet bedraagt 2%. De rentevoet die verzekeringsondernemingen vandaag in de praktijk aanbieden, ligt meestal veel lager. Er is wettelijk geen minimale gewaarborgde rentevoet vastgelegd.

In het huidige renteklimaat kan het rendement zelfs ook negatief zijn, omdat ofwel de gewaarborgde rentevoet negatief is ofwel de kosten verbonden aan de verzekering hoger zijn dan de gewaarborgde rentevoet.

Veel oude contracten waarborgen echter nog een hoger rendement van 3,25%, 3,75% of zelfs 4,75%.

Voorbeeld

Een pensioenplan van het type vaste bijdragen wordt beheerd door een verzekeringsonderneming in het kader van een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21).

De verzekeringsonderneming waarborgt een jaarlijks rendement van 2%.

De donkerblauwe lijnen geven de bijdragen weer die jaarlijks aan de verzekeringsonderneming worden gestort.

De lichtblauwe lijn toont de evolutie van de opgebouwde reserves, die jaarlijks aangroeien met een rendement van 2%. Er wordt in het voorbeeld verondersteld dat de verzekeringsonderneming geen winstdeelnames toekent en geen kosten aanrekent.

Grafiek van een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21)

Meer info

Meer informatie over tak 21 verzekeringsproducten vindt u op Wikifin.

Kan de verzekeraar het gewaarborgde rendement wijzigen?

De rentevoeten die verzekeringsondernemingen waarborgen kunnen wijzigen. De impact van zo’n wijziging op lopende pensioenplannen hangt af van het soort verzekeringsovereenkomst. Grosso modo kan een onderscheid gemaakt worden tussen drie types van verzekeringsovereenkomsten:

1. Constante jaarpremies (premies met toekomstige garantie)

Bij deze verzekeringsovereenkomsten geldt het gewaarborgde rendement voor alle bijdragen die worden gestort; zowel voor de reeds betaalde als voor de toekomstige bijdragen.

Wanneer de verzekeringsonderneming zijn gewaarborgd rendement wijzigt:

  • Wordt de op dat moment aanwezige reserve in de toekomst verder gekapitaliseerd aan het initieel gewaarborgde rendement.
  • Geldt de gewijzigde rentevoet enkel voor nieuwe aangeslotenen en voor eventuele toekomstige stijgingen van de bijdragen voor de reeds aanwezige aangeslotenen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer een aangeslotene een loonsverhoging krijgt en daardoor zijn bijdragen toenemen.
Grafiek van constante jaarpremies (premies met toekomstige garantie)

Voorbeeld

Jan werkt al 3 jaar in onderneming X en verdient 1.500 euro per maand. Hij is aangesloten bij een pensioenplan van het type vaste bijdragen, op basis waarvan jaarlijks een bijdrage van 10% van zijn loon wordt gestort aan verzekeringsonderneming Y.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3%.

In het 4e jaar vermindert de verzekeringsonderneming het gewaarborgde rendement naar 2%. Dit heeft geen gevolg voor Jan: de door hem reeds opgebouwde reserve blijft genieten van het initieel gewaarborgde rendement van 3%. Dit geldt ook voor de toekomstige bijdragen, zolang het bedrag ervan hetzelfde blijft.

Door een promotie krijgt Jan een loonsverhoging van 500 euro. Vermits de bijdrage 10% van het loon bedraagt, zal in de toekomst 200 euro gestort worden aan de verzekeringsondenreming i.p.v. 150. Hiervan zal 150 euro nog gekapitaliseerd worden aan 3% en 50 euro aan 2%.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3%
Een voorbeeld van constante jaarpremies (premies met toekomstige garantie) uitgelegd aan de hand van een tabel
Een voorbeeld van constante jaarpremies (premies met toekomstige garantie) uitgelegd aan de hand van een tabel

2. Opeenvolgende koopsommen (premies zonder toekomstige garantie)

Bij deze verzekeringsovereenkomsten geldt het gewaarborgde rendement enkel voor de al betaalde bijdragen en niet voor de toekomstige bijdragen.

Wanneer de verzekeringsonderneming zijn gewaarborgd rendement wijzigt:

  • Wordt het aangepaste rendement toegepast op alle nieuwe bijdragen die worden gestort na de aanpassing.
  • Worden de bijdragen die in het verleden werden gestort (dus de reeds aanwezige reserve) verder gekapitaliseerd aan het initieel gewaarborgde rendement, en dit tot de pensioenleeftijd. Op die manier is het mogelijk dat verschillende bijdragen aan een verschillend rendement worden gekapitaliseerd.

 

Grafiek van opeenvolgende koopsommen (premies zonder toekomstige garantie)

Voorbeeld

Jan werkt al 3 jaar in onderneming X en verdient 1.500 euro per maand. Hij is aangesloten bij een pensioenplan van het type vaste bijdragen, op basis waarvan jaarlijks een bijdrage van 10% van zijn loon wordt gestort aan verzekeringsonderneming Y.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3%.

In het 4e jaar vermindert de verzekeringsonderneming het gewaarborgde rendement naar 2%. De door Jan reeds opgebouwde reserve blijft genieten van het initieel gewaarborgde rendement van 3%. Op de toekomstige bijdragen wordt echter het aangepast rendement van 2% toegepast.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3%
Een voorbeeld van opeenvolgende koopsommen (premies zonder toekomstige garantie) uitgelegd aan de hand van een tabel

3. Bij een laatste type van verzekeringsovereenkomsten geldt het gewaarborgde rendement niet tot op de pensioenleeftijd, maar slechts voor een beperkte duurtijd: 1 jaar, 3 jaar, 5 jaar,… Na afloop van die periode wordt een nieuw gewaarborgd rendement vastgelegd. De nieuwe rentevoet wordt toegepast op de bijdragen die nadien worden gestort, maar ook op de verdere kapitalisatie van de bijdragen die in het verleden al werden gestort.

Voorbeeld

Jan werkt al 3 jaar in onderneming X en verdient 1.500 euro per maand. Hij is aangesloten bij een pensioenplan van het type vaste bijdragen, op basis waarvan jaarlijks een bijdrage van 10% van zijn loon wordt gestort aan verzekeringsonderneming Y.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3% voor een beperkte tijd van 3 jaar.

In het 4e jaar vermindert de verzekeringsonderneming het gewaarborgde rendement naar 2%. Na deze datum zullen zowel de door Jan reeds opgebouwde reserve als de toekomstige bijdragen worden gekapitaliseerd aan 2%.

De verzekeringsonderneming beheert het pensioenplan in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement van 3%
Een voorbeeld, uitgelegd aan de hand van een tabel, van het gewaarborgde rendement dat niet tot op de pensioenleeftijd geldt, maar slechts voor een beperkte duurtijd

Wat met winstdeelname?

Als de resultaten van de verzekeringsonderneming het toelaten, kan zij een winstdeelname toekennen. Dit is een bijkomend rendement bovenop het gewaarborgde rendement. Het bedrag van de winstdeelname kan van jaar tot jaar verschillen omdat dit afhangt van de algemene resultaten van de verzekeringsonderneming. Het is de algemene vergadering van de verzekeringsonderneming die daarover beslist. Winstdeelnames mogen nooit op voorhand worden gewaarborgd. Het kan dus ook gebeuren dat er voor een bepaald jaar helemaal geen winstdeelname wordt toegekend.