Het faillissement van de pensioeninstelling heeft niet altijd tot gevolg dat de gevormde reserves volledig verloren gaan. De vereffening heeft als doel om de activa te gelde te maken en deze te verdelen onder de schuldeisers, evenredig met hun aanspraken. De werkgever moet enkel tussenkomen indien er een tekort is.
Het bedrag waartoe de werkgever gehouden is, is niet noodzakelijk gelijk aan het bedrag dat de pensioeninstelling verschuldigd is. De werkgever is enkel gehouden tot nakoming van zijn eigen verplichtingen tegenover de aangeslotenen, vervat in zijn pensioentoezegging. Deze kunnen, afhankelijk van de aard van de pensioentoezegging, groter of kleiner zijn dan de verplichtingen van de pensioeninstelling.
In dat verband moet een onderscheid worden gemaakt tussen pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen en pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties:
-
Pensioenplannen van het type vaste prestaties
(soms ook te bereiken doel-, Defined Benefit- of DB-plan genoemd)
Bij dit type pensioenplan belooft de werkgever een welbepaald aanvullend pensioen op de pensioenleeftijd. Dit wordt doorgaans berekend op basis van een formule die rekening houdt met een aantal elementen, zoals het aantal dienstjaren, het loon, enz.
Bij een dergelijk pensioenplan is de werkgever verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen het volledige bedrag waarop ze volgens het pensioenreglement aanspraak kunnen maken bij pensionering, ontvangen. Ook als er niet voldoende middelen beschikbaar zijn in de verzekeringsonderneming. In dat geval zal de werkgever het tekort moeten bijstorten. De verbintenis van de werkgever t.a.v. zijn werknemers wordt niet aangetast door het in gebreke blijven van de verzekeringsonderneming.
Indien het pensioenplan voorziet in persoonlijke bijdragen van de werknemers, legt de wet aan de werkgevers bovendien nog een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, na aftrek van het gedeelte van die bijdrage dat werd gebruikt voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Indien er een tekort zou bestaan ten opzichte van deze wettelijke minimale waarborg, moet de werkgever het verschil bijpassen.
-
Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen zonder gewaarborgd rendement van de werkgever
(soms ook vaste lasten, Defined Contribution- of DC-plan genoemd)
Bij dit type pensioenplan verbindt de werkgever zich enkel tot de regelmatige betaling van de bijdragen aan de pensioeninstelling. De omvang van het uiteindelijke pensioen hangt af van de opbrengst van de beleggingen van de pensioeninstelling. Het uiteindelijke pensioenbedrag maakt bijgevolg niet het voorwerp uit van de pensioentoezegging van de werkgever. Aangezien de werkgever zich niet verbindt tot de toekenning van een welbepaald aanvullend pensioen, maar enkel tot de storting van bijdragen, is hij contractueel gezien niet verplicht om de verliezen die aangeslotenen zouden lijden in het kader van het faillissement van de pensioeninstelling te
vergoeden.
De wet legt echter aan de werkgevers wel een rendementsverplichting op: de aangeslotenen hebben bij pensionering minstens recht op het bedrag van alle gestorte bijdragen (werkgevers- en werknemersbijdragen), eventueel onder aftrek van bepaalde kosten en van het gedeelte van die bijdrage dat werd gebruikt voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Indien er een tekort zou bestaan ten opzichte van deze wettelijke minimale waarborg, moet de werkgever het verschil bijpassen. De aangeslotenen hebben dus steeds recht op deze minimale wettelijke redementsgarantie.