search_api_autocomplete

Wat gebeurt er met mijn aanvullend pensioen bij langdurige ziekte, arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, tijdskrediet, verlof zonder wedde,…?

Bij de meeste pensioenplannen worden maar pensioenrechten opgebouwd voor de periodes tijdens dewelke u effectief heeft gewerkt en bijgevolg loon heeft ontvangen. Wanneer de uitvoering van de arbeidsovereenkomst wordt geschorst:

  • Worden in het geval van een pensioenplan van het type vaste bijdragen in principe geen verdere bijdragen meer gestort gedurende de schorsing.
  • Wordt in het geval van een pensioenplan van het type vaste prestaties de periode van schorsing niet in aanmerking genomen voor de vaststelling van het aantal rechtgevende dienstjaren.

Inactiviteit

Sommige pensioenplannen voorzien zelfs dat de overlijdensdekking wegvalt tijdens de periodes van inactiviteit. Lees dit na in het pensioenreglement.

Het gebeurt echter regelmatig dat het pensioenreglement bepaalde periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst gelijkstelt met effectief gewerkte periodes, zodat voor die periodes toch pensioenrechten worden opgebouwd. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om:

  • Periodes van arbeidsongeschiktheid of langdurige ziekte.
  • Periodes van moederschaps- en bevallingsrust.
  • Periodes waarin de werknemer gebruik maakt van een recht op tijdskrediet.

U kan in het pensioenreglement nalezen of, hoelang, en onder welke voorwaarden deze periodes worden gelijkgesteld. Hierover bestaan geen algemene regels.

In dat geval moet de werkgever tijdens de periodes van inactiviteit de bijdragen blijven doorbetalen. Sommige werkgevers hebben hiervoor een verzekering 'premievrijstelling' afgesloten: de verzekeringsonderneming zal dan tijdens de periodes van inactiviteit (bijv. arbeidsongeschiktheid) de betaling van de bijdragen op zich nemen.

Weetje

Vroeger gebeurde het regelmatig dat periodes van brugpensioen (SWT) werden gelijkgesteld met een effectief gewerkte periode. Sedert 1 januari 2016 is dit uitdrukkelijk verboden. Enkel wie vóór of in 1961 geboren is, kan nog van zo’n gelijkstelling genieten, althans op voorwaarde dat het pensioenreglement dat uitdrukkelijk zo voorziet.