Aan een pensioenplan worden, naast de opbouw van een aanvullend pensioen, vaak nog andere voordelen gekoppeld, zoals een overlijdensdekking of een invaliditeitsdekking.
Wat gebeurt er met mijn aanvullend pensioen bij overlijden? Wat is een overlijdensdekking?
De meeste pensioenplannen voorzien niet enkel in de uitbetaling van een aanvullend pensioen, maar ook in de uitbetaling van een bepaald bedrag wanneer u tijdens uw loopbaan zou overlijden. Dit wordt een overlijdensdekking genoemd.
Een overlijdensdekking zorgt ervoor dat wanneer u sterft, uw partner, uw kinderen of mogelijk nog andere begunstigden een kapitaal of een rente uitbetaald krijgen.
Informatie over de voorwaarden en modaliteiten van de overlijdensdekking vindt u terug in het pensioenreglement.
De opbouw van het aanvullend pensioen en de overlijdensdekking zijn twee afzonderlijke voordelen en staan in veel gevallen los van elkaar:
- Het aanvullend pensioen wordt in principe maar uitgekeerd op voorwaarde dat u nog in leven bent op het ogenblik dat u met pensioen gaat. Wanneer u voordien overlijdt, worden de opgebouwde pensioenreserves in veel gevallen niet aan de erfgenamen uitbetaald.
- Enkel wanneer er in het pensioenplan, naast de pensioenopbouw, ook wordt voorzien in een overlijdensdekking, zullen uw nabestaanden een overlijdensvergoeding ontvangen (kapitaal of rente) wanneer u zou overlijden.
Hoe hoog deze overlijdensvergoeding is, verschilt van pensioenplan tot pensioenplan. Enkele vaak voorkomende formules zijn de volgende:
-
Een vergoeding bij overlijden berekend op basis van het loon.
-
Een vergoeding bij overlijden berekend op basis van het (verwachte) latere pensioen. Daarbij wordt eerst berekend op welk aanvullend pensioen u recht zou hebben bij een volledige loopbaan. Op basis daarvan wordt vervolgens de vergoeding bij overlijden bepaald.
- Een vergoeding bij overlijden gelijk aan de opgebouwde pensioenreserve. Bij overlijden wordt enkel de reserve terugbetaald die al was opgebouwd voor de financiering van het aanvullend pensioen, de zogenaamde verworven reserve. Een nadeel van deze laatste formule is dat wanneer de werknemer overlijdt in het begin van de loopbaan, er op dat ogenblik nog maar weinig pensioenreserve werd opgebouwd, waardoor ook de vergoeding bij overlijden erg laag kan uitvallen.
Als het pensioenplan voorziet in een overlijdensdekking, dan zal het pensioenreglement de regels vaststellen in verband met de aanduiding van de begunstigde(n). De begunstigingsclausules kunnen verschillende vormen aannemen:
-
Soms bevat het pensioenreglement een vaste volgorde van begunstigden, waarvan de aangeslotenen niet kunnen afwijken.
- In andere gevallen hebben de aangeslotenen de mogelijkheid om zelf vrij een begunstigde aan te duiden. Het is belangrijk om na te gaan of de aangewezen begunstigde nog in overeenstemming is met uw huidige persoonlijke situatie.
Als de overlijdensdekking de betaling van een rente voorziet, dan zal de begunstigde die meestal krijgen zolang hij/zij leeft.
Soms voorziet het pensioenplan, naast de gewone overlijdensdekking, nog in een bijkomende vergoeding voor de kinderen. Deze vergoeding wordt wezenrente genoemd. In dat geval zullen de kinderen een rente krijgen tot aan een leeftijd die in het pensioenreglement wordt bepaald. Vaak is dit tot de leeftijd van 25 jaar of zolang de kinderen recht geven op kinderbijslag. Wanneer het pensioenplan een wezenrente bevat, moet dit worden vermeld op de jaarlijkse pensioenfiche.
Sommige pensioenreglementen voorzien bovenop de gewone overlijdensdekking een bijkomende prestatie indien men zou overlijden door een ongeval. Dit wordt een aanvullende verzekering in geval van overlijden door ongeval (AVRO) genoemd. Op de pensioenfiche wordt vermeld of dit het geval is.
Wat is een invaliditeitsdekking?
Een invaliditeitsdekking garandeert dat wanneer u werkonbekwaam zou worden, u een kapitaal of een rente uitbetaald krijgt. Deze rente wordt meestal tot aan de pensioenleeftijd betaald.
Niet elke pensioenplan voorziet in een invaliditeitsdekking. Of er in uw geval een invaliditeitsdekking is voorzien, kan u nalezen in het pensioenreglement.
Wat is een sociale pensioentoezegging?
Sociale pensioenplannen zijn een bijzondere categorie van pensioenplannen, die naast de opbouw van een aanvullend pensioen, een zogenaamd 'solidariteitsluik' bevatten. In het kader van dat solidariteitsluik worden een aantal bijkomende voordelen aangeboden, die worden beschreven in een 'solidariteitsreglement', bijvoorbeeld:
- Er wordt verder voor het aanvullend pensioen gespaard (en verder bijdragen gestort) tijdens bepaalde periodes waarin men niet werkt, zoals tijdskrediet, ziekte, moederschapsrust, tijdelijke arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte,…
- De uitbetaling van een rente in geval van arbeidsongeschiktheid, overlijden, ziekte,…
- De indexering van de pensioenrente.
Sociale pensioenplannen genieten van een bijkomend fiscaal voordeel. Aan de andere kant moeten ze aan een aantal strenge voorwaarden voldoen:
- Sociale pensioenplannen moeten altijd worden ingevoerd via een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). Hierdoor hebben werknemers inspraak bij de invoering, wijziging of opheffing van een sociale pensioentoezegging.
- Het pensioenplan moet gelden voor alle werknemers van de onderneming (bij een sectorstelsel moet het pensioenplan gelden voor alle werknemers van de ondernemingen die onder het toepassingsgebied van de CAO van die sector vallen).
- De sociale pensioentoezegging moet paritair beheerd worden.
- De totale kost van de solidariteitstoezegging moet minstens overeenkomen met 4,4% van de stortingen voor de pensioentoezegging;
- De winst, na aanleg van alle voorzieningen, moet worden verdeeld en de kosten worden beperkt.
Het solidariteitsluik mag niet beheerd worden door de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) zelf. Het moet beheerd worden door een afzonderlijke instelling: dit kan een pensioeninstelling zijn (bijvoorbeeld de pensioeninstelling die al instaat voor het beheer van het aanvullend pensioen) of een andere instelling.
Wat is een cafetariaplan?
Cafetariaplannen zijn pensioenplannen waarbij de werknemers een budget ter beschikking krijgen en tot op zekere hoogte zelf kunnen kiezen waaraan ze dit zullen besteden. Cafetariaplannen passen in de huidige trend om de lonen meer flexibel en geïndividualiseerd te maken.
Als het aanvullend pensioen één van de opties is waartussen men kan kiezen, is de lijst van voordelen beperkt door de wet:
- De opbouw van een aanvullend pensioen.
- Een uitkering bij overlijden of arbeidsongeschiktheid door een arbeidsongeval, ongeval, beroepsziekte of ziekte.
- Het vergoeden van medische kosten m.b.t. hospitalisatie, dagverpleging, ernstige aandoeningen en palliatieve thuiszorg.
- Het vergoeden van specifieke kosten, veroorzaakt door de afhankelijkheid van de werknemer.
- De uitkering van een rente ingeval de werknemer het slachtoffer is van een ernstige aandoening.
Andere voordelen, zoals bedrijfswagens, vakantiedagen, aandelenopties of uitbetalingen in cash kunnen niet worden geïntegreerd in een cafetariaplan waarin ook het aanvullend pensioen vervat is.