Het aanvullend pensioen kan gefinancierd worden door:
- Werkgeversbijdragen (of patronale bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever stort aan de pensioeninstelling voor de opbouw van het aanvullend pensioen van zijn werknemers.
en/of
- Werknemersbijdragen (of persoonlijke bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever van het loon van de werknemer afhoudt en doorstort aan de pensioeninstelling. De werknemer spaart dan zelf ook voor zijn aanvullend pensioen, maar hoeft hiervoor niets te doen: de werkgever zorgt ervoor dat de persoonlijke bijdragen worden doorgestort aan de pensioeninstelling. De ingehouden persoonlijke bijdragen worden vermeld op de loonfiche. De persoonlijke bijdragen geven ook recht op een belastingvermindering. Deze is vandaag gelijk aan 30% van de persoonlijke bijdragen.
De manier waarop uw aanvullend pensioen wordt gefinancierd – via werkgeversbijdragen, persoonlijke bijdragen of beide – wordt geregeld in het pensioenreglement.