Het aanvullend pensioen is een extra pensioen dat voor u wordt opgebouwd op grond van uw tewerkstelling binnen een onderneming of een bedrijfssector. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,…) rente. De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Het initiatief voor de opbouw van het aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers. Die belofte wordt de pensioentoezegging genoemd. In de meeste gevallen is de werkgever de inrichter. Veel werkgevers hebben een aanvullend pensioenplan ingevoerd voor werknemers van hun onderneming. Men spreekt in dat verband van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat verband van een sectorpensioen of sectorplan.
Wettelijke pensioenen berusten op een repartitiestelsel. Dit houdt in essentie in dat mensen die nu werken de pensioenen van de huidige gepensioneerden bekostigen. Aanvullende pensioenen worden daarentegen gefinancierd via kapitalisatie. Daarbij spaart men zelf voor zijn eigen pensioen later. Hiervoor worden bijdragen gestort die bij pensionering worden uitbetaald. Deze bijdragen worden beheerd door een pensioeninstelling, die deze gelden belegt en ervoor zorgt dat de pensioenrechten van de aangeslotenen correct worden berekend en uitbetaald.
Het beheer van een aanvullend pensioenplan moet verplicht worden toevertrouwd aan een pensioeninstelling. Dit kan een verzekeringsonderneming zijn (men spreekt dan over een groepsverzekering) of een pensioenfonds (ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of IBP genoemd).
De verplichting om de bijdragen voor het aanvullend pensioen te storten aan een pensioeninstelling heeft tot doel de werknemers te beschermen tegen de mogelijke gevolgen van een faillissement van hun werkgever, nl. om te voorkomen dat ze op dat moment niet alleen hun job, maar ook hun opgebouwd aanvullend pensioen verliezen.
Bij een aanvullend pensioen zijn altijd 3 partijen betrokken:
- De inrichter (werkgever of sector) die het pensioen belooft.
- De werknemer, die in het kader van zijn tewerkstelling wordt aangesloten bij een pensioenplan. Hij wordt dan aangeslotene genoemd.
- De pensioeninstelling, die het aanvullend pensioen beheert.