U kan als werkgever zelf beslissen om een pensioenplan in te voeren, te wijzigen of te beëindigen. Maar deze autonomie is niet absoluut. Zo moet u voor bepaalde aangelegenheden het advies inwinnen van de sociale overlegorganen binnen uw onderneming (a). In sommige gevallen beschikken de werknemers daarnaast over een medebeslissingsrecht (b). Ten slotte wordt het pensioen verondersteld deel uit te maken van de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemers, die u niet zomaar eenzijdig kan wijzigen (c).
-
Wanneer u een pensioenplan wil invoeren, wijzigen of stopzetten, heeft u het voorafgaand advies nodig over volgende onderwerpen:
- De wijze van financiering van het pensioenstelsel en de structurele verschuivingen in die financiering.
- De vaststelling van de reserves en de jaarlijkse opstelling van de pensioenfiche.
- De toepassing, de interpretatie en de wijziging van het pensioenreglement.
- De keuze van een pensioeninstelling en de overgang naar een andere pensioeninstelling, met inbegrip van de eventuele overdracht van reserves.
- De verklaring inzake de beleggings-beginselen.
Dit advies dient u te vragen aan de ondernemingsraad. Wanneer er geen ondernemingsraad is, moet dit advies aan het comité voor preventie en bescherming op het werk worden gevraagd. Wanneer er in de onderneming ook geen comité voor preventie en bescherming op het werk is, moet de vakbondsafvaardiging dit advies verschaffen. Als er in de onderneming geen ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk, noch een vakbondsafvaardiging is, moet u de werknemers individueel informeren alvorens een beslissing te nemen.
Wanneer u deze regels niet naleeft, dan kunnen de aangeslotenen die niet akkoord zijn met de genomen beslissingen, deze laten nietig verklaren door de arbeidsrechtbank. Dit moet gebeuren binnen het jaar nadat de beslissing werd genomen.
-
Als het pensioenplan voorziet dat ook de werknemers bijdragen moeten betalen en dit plan bovendien voor alle werknemers in de onderneming geldt, dan kan dit pensioenplan enkel worden ingevoerd, gewijzigd of stopgezet:
- Ofwel bij CAO in de bedrijven met een ondernemingsraad, een comité voor bescherming en preventie op het werk of een vakbondsdelegatie.
- Ofwel door middel van een wijziging van het arbeidsreglement in de andere gevallen.
-
Naast voorgaande regels die in de WAP zijn opgenomen, moeten eveneens de regels van het burgerlijk recht en van het arbeidsrecht worden nageleefd.
Het pensioenreglement maakt immers deel uit van de individuele arbeidsovereenkomst tussen de werkgever en de werknemer, waardoor de pensioentoezegging tot de overeengekomen arbeidsvoorwaarden behoort. De rechtspraak is van oordeel dat essentiële onderdelen van de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig kunnen worden gewijzigd en dat een wijziging van die elementen dus in onderling overleg moet gebeuren.
Een wijziging van het pensioenplan mag in geen geval voor gevolg hebben dat de pensioenrechten die de aangeslotenen op het ogenblik van de wijziging al hebben opgebouwd, worden verminderd.
Als het om een sectorplan gaat, dan is de werkgever hierdoor gebonden. Hij moet het sectorplan naleven en kan zelf niet zomaar wijzigingen aan het plan aanbrengen. Een sectorplan kan enkel worden ingevoerd, gewijzigd of beëindigd met een nieuwe sectorale CAO.