Bij dit type van pensioentoezegging wordt de betaling van een welbepaald pensioen beloofd: de werkgever (of sectorale inrichter) belooft aan zijn werknemers een eenmalig kapitaal of een periodieke (vb. jaarlijkse of maandelijkse) rente bij hun pensionering.
Het pensioenreglement beschrijft hoe groot dit kapitaal of deze rente zal zijn.
- Dit wordt doorgaans berekend op basis van een formule die rekening houdt met een aantal elementen, zoals het aantal jaren dat u in de onderneming of sector werkt, uw loon, uw gezinstoestand, uw leeftijd, enz. Deze elementen kunnen wijzigen doorheen de tijd - bijvoorbeeld wanneer u een loonsverhoging krijgt, u huwt of gaat samenwonen, … – en worden daarom variabele elementen genoemd (meer informatie).
- Het is ook mogelijk dat in de formule rekening wordt gehouden met het wettelijk pensioen. Het pensioenreglement zal dan bijvoorbeeld bepalen dat het aanvullend pensioen en het (geschat) wettelijk pensioen samen 75% van het laatste loon van de aangeslotene zal bedragen.
- Het kan ook om een forfaitair bedrag gaan.
Wat de werknemer op het ogenblik van zijn pensionering zal krijgen, ligt bij een pensioentoezegging van het type vaste prestaties dus al vast. Om het aanvullend pensioen op te bouwen, worden bijdragen gestort aan de pensioeninstelling (verzekeringsonderneming of pensioenfonds). De pensioeninstelling berekent hoeveel bijdragen er betaald moeten worden om het beloofde aanvullend pensioen tegen de pensioenleeftijd te financieren.
Het pensioenreglement beschrijft wie de bijdragen betaalt: de werkgever en/of de werknemer. De pensioeninstelling belegt deze bijdragen. Afhankelijk van het rendement dat door de pensioeninstelling wordt behaald op de beleggingen, zal de kost voor de werkgever (of sectorale inrichter) hoger of lager liggen: hoe hoger het rendement, hoe minder bijdragen er moeten worden gestort. Het is dus de werkgever (of sectorale inrichter) die het beleggingsrisico van de pensioentoezegging draagt.
De werknemer krijgt op het ogenblik van zijn pensionering waar hij recht op heeft. Hij hoeft zich in principe geen zorgen te maken over de manier waarop het aanvullend pensioen wordt gefinancierd. De werkgever (of sectorale inrichter) is altijd verplicht om zijn belofte na te komen. Als op het einde van de rit blijkt dat de opgebouwde bedragen niet voldoende zijn om het beloofde aanvullend pensioen uit te betalen, moet de werkgever (of sectorale inrichter) bijbetalen.
Illustratie:
Type vaste bijdragen | Type vaste prestaties |
![]() ![]() |
![]() ![]() |
De werkgever en/of de werknemer storten elke maand een vooraf bepaalde bijdrage aan de pensioeninstelling. | De werkgever en/of de werknemer storten elke maand een bijdrage aan de pensioeninstelling. De bijdrage wordt berekend in functie van wat nodig is om het beloofde aanvullend pensioen op te bouwen. |
![]() ![]() |
![]() ![]() |
![]() |
![]() |
Pensioeninstellingbelegt de bijdragen |
Pensioeninstellingbelegt de bijdragen |
![]() ![]() |
![]() ![]() |
![]() |
![]() |
Het aanvullend pensioen dat wordt uitbetaald bij pensionering hangt af van het rendement op de beleggingen. | Het aanvullend pensioen dat wordt uitbetaald bij pensionering wordt berekend aan de hand van een formule. |