Wat houdt de verticale methode precies in?
Bij de verticale methode wordt de nieuwe rentevoet niet alleen toegepast op de bijdragen die worden gestort na de aanpassing, maar ook op de verdere kapitalisatie van de bijdragen die voordien werden gestort. De werking van de verticale methode kan vergeleken worden met die van een bankrekening. Bij een wijziging van de rentevoet geldt de nieuwe rentevoet voor het volledige rekeningtegoed.
Voor welke pensioenplannen geldt de verticale methode?
Voor pensioenplannen die al bestonden op 1 januari 2016 wordt deze methode gebruikt als het pensioenplan wordt beheerd door:
- Een pensioenfonds.
- Een verzekeringsonderneming in een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement (tak 23).
-
Een verzekeringsonderneming in een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21), maar waarbij de verzekeraar het rendement slechts voor een beperkte duur (bv. 3 jaar, 5 jaar) waarborgt.
Voor pensioenplannen die worden ingevoerd vanaf 1 januari 2016 kan de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) kiezen welke methode hij wenst te gebruiken voor de berekening van de rendementsgarantie. De gekozen methode moet in het pensioenreglement worden bepaald. Deze keuze is definitief. De methode kan enkel nog wijzigen, wanneer de inrichter later naar een andere pensioeninstelling zou willen overstappen. Wanneer het pensioenreglement niets zou bepalen, dan gelden dezelfde regels als voor pensioenplannen die al bestonden op 1 januari 2016.
