search_api_autocomplete

Werking van een sectorpensioen

Naast de aanvullende pensioenenplannen die door werkgevers op het niveau van hun onderneming worden georganiseerd, bestaan er ook pensioenplannen die gelden voor een hele bedrijfssector. Deze pensioenplannen worden sectorpensioenen of ook wel sectorplannen genoemd. Zo bestaan er bijvoorbeeld sectorplannen in de bouwsector, de voedingsnijverheid, de scheikundige nijverheid, de non-profitsector, enz. Een overzicht van de sectoren waar een aanvullend pensioenplan bestaat.

  • Een sectorplan wordt ingevoerd op basis van een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) afgesloten binnen een paritair comité. Een paritair comité is een sociaal overlegorgaan waar de sociale partners (werkgevers en vakbonden) van een bedrijfssector onderhandelen over de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de werknemers van die sector.


    Een lijst van de paritaire comités en een omschrijving van de ondernemingen die daaronder vallen, kan u raadplegen op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

  • Wanneer de sociale partners bij CAO een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.

    De inhoud van het beloofde pensioen wordt beschreven in een pensioenreglement.

    In principe zijn alle werkgevers die in de bedrijfssector actief zijn, verplicht om bij het sectorplan aan te sluiten. Hierdoor worden ook alle werknemers die in deze sector werken in de regel aangesloten bij het sectorplan.

    Het is wel mogelijk dat de CAO toelaat dat een onderneming niet aansluit bij het sectorplan, maar zelf een aanvullend pensioen opbouwt voor zijn werknemers. Dit wordt opting out genoemd. Dit pensioen moet minstens het niveau bereiken van het sectorplan.

  • Om het beloofde aanvullend pensioen op te bouwen, doet de sectorale inrichter beroep op een pensioeninstelling. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn. De werkgevers uit de sector, en in sommige gevallen ook de werknemers, moeten bijdragen betalen aan de sectorale inrichter, die ze op zijn beurt doorstort aan de pensioeninstelling. In veel gevallen verloopt de inning van de bijdragen via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ).
     
  • Bij pensionering zal de pensioeninstelling het aanvullend pensioen uitbetalen aan de werknemer. Die betaling kan in één keer gebeuren via een eenmalig kapitaal of gespreid in de tijd via een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse, …) rente. Meer informatie.