Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers. Die belofte wordt de pensioentoezegging genoemd.
- In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
-
Het initiatief kan echter ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Een sectorplan wordt ingevoerd via een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) afgesloten binnen een paritair comité. Wanneer de sociale partners bij CAO een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
In principe zijn alle werkgevers die in de bedrijfssector actief zijn, verplicht om bij het sectorplan aan te sluiten. Hierdoor worden ook alle werknemers die in deze sector werken in de regel aangesloten bij het sectorplan.
Het is wel mogelijk dat de CAO toelaat dat een onderneming niet aansluit bij het sectorplan, maar zelf een aanvullend pensioen opbouwt voor zijn werknemers. Dit wordt opting out genoemd. Dit pensioen moet minstens het niveau bereiken van het sectorplan.