De prestatie bij overlijden komt toe aan de begunstigde van de overlijdensdekking. Dit betekent dat, wanneer u zou overlijden, deze prestatie niet in uw vermogen - zijnde uw nalatenschap - terechtkomt, maar rechtstreeks in het vermogen van de begunstigde(n), bijvoorbeeld uw partner of uw kinderen. Uw schuldeiser kan uiteraard niet zomaar andermans vermogen aanspreken om de schulden die u bij hem heeft aangegaan, betaald te zien.
De schuldeisers van de begunstigde(n) kunnen wel beslag leggen op de prestatie bij overlijden. Op een wezenrente kan evenwel geen beslag worden gelegd, ook niet door de schuldeisers van uw kind.