Wat is de impact van de coronacrisis en de sterke daling van de beurzen op mijn aanvullend pensioen? Zullen mijn reserves dalen?
De impact van de coronacrisis op uw aanvullend pensioen hangt af van het type van pensioenplan waarbij u bent aangesloten:
1. Pensioenplan van het type vaste prestaties (ook wel Defined Benefit of DB-plan genoemd)
Bij dit type van pensioenplan wordt de betaling van een welbepaald pensioen beloofd. Dit wordt doorgaans berekend op basis van een formule die rekening houdt met een aantal elementen, zoals het aantal dienstjaren, het loon, enz.
Om het aanvullend pensioen op te bouwen, worden bijdragen gestort aan de pensioeninstelling (verzekeringsonderneming of pensioenfonds). De pensioeninstelling berekent hoeveel bijdragen er betaald moeten worden om het beloofde aanvullend pensioen tegen de pensioenleeftijd te financieren. Afhankelijk van het rendement dat door de pensioeninstelling wordt gehaald op de beleggingen, zal de kost voor de werkgever hoger of lager liggen: als het rendement laag is (zoals nu het geval is door de crisis), moeten hogere bijdragen worden betaald. Het is dus de werkgever die het beleggingsrisico van het pensioenplan draagt.
Indien u bent aangesloten bij een pensioenplan van het type vaste prestaties hoeft u zich in principe geen zorgen te maken over de manier waarop het aanvullend pensioen wordt gefinancierd: bij pensionering heeft u recht op de beloofde prestatie. Als op het einde van de rit blijkt dat de opgebouwde bedragen niet voldoende zijn om het beloofde aanvullend pensioen uit te betalen, moet de werkgever (of sectorale inrichter) bijbetalen.
Indien het pensioenplan voorziet in persoonlijke bijdragen van de werknemers, legt de wet aan de werkgevers (of sectorale inrichter) bovendien nog een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, na aftrek van het gedeelte van die bijdrage dat werd gebruikt voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Momenteel bedraagt deze rentevoet 1,75%. Indien er een tekort zou bestaan ten opzichte van deze wettelijke minimale waarborg, moet de werkgever (of sectorale inrichter) het verschil bijpassen.
2. Pensioenplan van het type vaste bijdragen (ook wel Defined Contribution of DC-plan genoemd)
Bij dit type van pensioenplan belooft de werkgever (of sectorale inrichter) geen vast eindresultaat, maar enkel de betaling van bijdragen.
Voor elke werknemer wordt regelmatig, bv. elke maand of elk jaar, een bepaalde bijdrage gestort aan de pensioeninstelling (verzekeringsonderneming of pensioenfonds). De bijdragen worden door de pensioeninstelling voor elke aangesloten werknemer afzonderlijk op een individuele rekening bijgehouden.
Hoeveel het aanvullend pensioen uiteindelijk zal bedragen bij pensionering, hangt af van hoeveel bijdragen er worden betaald, hoe lang er wordt gespaard en hoeveel rendement de beleggingen opbrengen. Het beleggingsrisico, nl. of de beleggingen veel of weinig rendement opbrengen, ligt bijgevolg bij de aangesloten werknemers.
- Dit is vooral het geval indien de reserves worden beheerd door een pensioenfonds of een tak 23-verzekeringsproduct. In deze gevallen fluctueren de reserves op basis van de onderliggende beleggingen. Indien de rendementen dalen, dalen ook uw aanvullende pensioenreserves.
- Als uw reserves worden beheerd in een tak 21-verzekeringsproduct, heeft u recht op een gewaarborgd rendement door de verzekeringsonderneming, die mogelijk wordt aangevuld met een winstdeelname.
Wettelijke bescherming
Om het risico voor de werknemers te beperken, voorziet de wet in een minimale rendementsgarantie. De werkgever (of sectorale inrichter) moet ervoor zorgen dat de werknemers bij hun pensionering of bij de overdracht van hun reserves na uitdiensttreding minstens de gestorte bijdragen terugkrijgen, na aftrek van het gedeelte van die bijdrage dat werd gebruikt voor de dekking van het overlijdens- en invaliditeitsrisico, gekapitaliseerd aan een wettelijk vastgestelde rentevoet. Momenteel bedraagt deze rentevoet 1,75% voor actieve werknemers en 0% voor personen die uit dienst zijn en hun reserves bij de pensioeninstelling hebben laten staan. Er mogen wel kosten in rekening worden gebracht.
Wanneer bij pensionering of bij een overdracht van de reserves na de uitdiensttreding van een werknemer zou blijken dat de bijdragen minder hebben opgebracht dan het wettelijk minimum, dan zal de werkgever moeten bijbetalen. Lees hier meer over de wettelijke rendementsgarantie.

Wat als mijn werkgever de bijdragen niet kan betalen?
Sommige ondernemingen doen hun best om verder actief te blijven, maar hebben omwille van de coronacrisis minder omzet dan anders. Het is mogelijk dat hierdoor financiële problemen ontstaan en de bijdragen voor het aanvullend pensioen van de werknemers niet kunnen worden betaald.
De pensioeninstelling moet ervoor zorgen dat het pensioenplan steeds voldoende gefinancierd is. Om deze reden zal de pensioeninstelling uw werkgever vragen om de bijdragen voor de opbouw van uw aanvullend pensioen te betalen.
Indien de werkgever deze bijdragen niet kan betalen, zal de pensioeninstelling alle aangesloten werknemers uiterlijk 3 maanden na de vervaldag van die bijdragen hiervan op de hoogte brengen.
- Indien het pensioenplan wordt beheerd door een verzekeringsonderneming, dan zal deze een vastgestelde onderfinanciering onmiddellijk melden aan uw werkgever. Uw werkgever heeft dan zes maanden de tijd om het tekort aan te zuiveren. Indien binnen deze periode het tekort niet of niet volledig wordt gefinancierd, dan moet de verzekeraar de groepsverzekering reduceren. Dit betekent dat de pensioenreserves per aangesloten werknemer op een individuele rekening worden geplaatst en de eventuele aanwezige collectieve reserves worden verdeeld onder de aangeslotenen. Nadien zullen uw pensioenrechten niet meer evolueren volgens de regels van het pensioenplan, maar enkel volgens de opbrengst van de onderliggende beleggingen.
- Indien het pensioenplan wordt beheerd door een IBP (instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of ook pensioenfonds genoemd) dan zal deze bij eventuele tekorten een herstelplan moeten voorleggen bij de toezichthouder ‘FSMA’.
Speciale maatregelen in het kader van de Coronacrisis
-
In het kader van de coronacrisis is het mogelijk dat sommige werknemers zich in een situatie van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht of wegens economische redenen bevinden. Voor deze werknemers kan de werkgever een uitstel van betaling van de bijdragen voor de opbouw van het aanvullend pensioen en de dekkingen inzake overlijden, ziektekosten, arbeidsongeschiktheid en/of invaliditeit krijgen tot en met 31 maart 2022.
Na 31 maart 2022 moeten de bijdragen wel onverwijld betaald worden. Meer informatie.
Wat als ik ontslagen word?
Als u ontslagen wordt tijdens de coronacrisis, gelden voor uw aanvullend pensioen de algemene regels. Die kan u hier nalezen.