Bij een tak 21 verzekeringsproduct waarborgt de verzekeringsonderneming een vast rendement. Het is mogelijk dat de verzekeringsonderneming daar bovenop nog winstdeelnames toekent. De blauwe lijn toont de evolutie van de verworven reserve. Het door de verzekeringsonderneming gewaarborgde rendement blijft ook na uw uitdiensttreding van toepassing.
De rode lijn geeft de evolutie weer van de wettelijke rendementsgarantie. Op het ogenblik van de uitdiensttreding wordt het bedrag van de wettelijke rendementsgarantie definitief vastgesteld.
Als u er na uw uitdiensttreding voor kiest om uw pensioenreserve over te dragen, dan moet de pensioeninstelling nagaan of uw verworven reserve niet minder bedraagt dan de wettelijke rendementsgarantie. Zo nodig moet de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) bij de overdracht het verschil bijpassen.
In onderstaand voorbeeld is de verworven reserve op het ogenblik van de uitdiensttreding hoger dan de wettelijke rendementsgarantie. De verworven reserve zal worden overgedragen. De inrichter moet in dat geval dan ook niets bijstorten.
Door uw pensioenreserve over te dragen, verlaat u het pensioenplan. Als gevolg daarvan verliest u nadien de bescherming van de wettelijke rendementsgarantie.