Bij pensioenplannen van het type vaste bijdragen belooft de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) geen vast eindresultaat, maar de betaling van bijdragen.
Voor elke werknemer wordt regelmatig, bv. elke maand of elk jaar, een bepaalde bijdrage gestort aan de pensioeninstelling. De pensioeninstelling belegt deze bijdrage. Hoeveel het aanvullend pensioen uiteindelijk zal bedragen bij de pensionering, is op voorhand niet geweten, maar hangt af van hoeveel bijdragen er betaald worden, hoe lang er wordt gespaard en hoeveel rendement de beleggingen opbrengen.
Onder voorbehoud van de wettelijke rendementsgarantie, is de verplichting van de inrichter bij een pensioenplan van het type vaste bijdragen dus beperkt tot het betalen van bijdragen. Het is niettemin mogelijk dat u als aangeslotene toch een vast rendement geniet dat gewaarborgd wordt door een verzekeringsonderneming. Dit is het geval wanneer de inrichter voor het beheer van het pensioenplan van het type vaste bijdragen een beroep doet op een verzekeringsproduct met een gewaarborgd rendement, ook tak 21 verzekeringsproduct genoemd. Daarbij waarborgt de verzekeringsonderneming een vast rendement op de gestorte bijdragen. Bij de meeste contracten loopt dit gewaarborgd rendement tot op de pensioenleeftijd. Meer informatie over tak 21 verzekeringsproducten.
Bij dit soort pensioenplannen is de verworven prestatie dus gelijk aan het bedrag dat de verzekeringsonderneming op de pensioenleeftijd waarborgt, op basis van de op het ogenblik van de uitdiensttreding al gestorte bijdragen.
Op dit bedrag heeft u op het ogenblik van uw pensionering in elk geval recht. Het is mogelijk dat dit bedrag nog verder toeneemt, wanneer de verzekeringsonderneming in volgende jaren nog winstdeelnames zou toekennen.