search_api_autocomplete

Welke regels omkaderen de samenwerking tussen een VVB en een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten?

Een VVB die beroep wil doen op een tussenpersoon moet:

  • zich ervan vergewissen dat deze tussenpersoon is ingeschreven in het register van de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten (of in het daartoe bestemde register voorzien in de lidstaat van oorsprong van de tussenpersoon). Als de VVB kennis heeft van elementen die twijfel doen rijzen over de naleving van de inschrijvingsvoorwaarden door een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten waar hij beroep op doet, moet hij deze elementen onmiddellijk aan de FSMA meedelen.
  • zich ervan vergewissen dat de tussenpersonen voorafgaandelijk aan de dienstverlening aan de cliënt meedelen in welke hoedanigheid zij optreden;
  • passende maatregelen nemen om de activiteiten van de tussenpersonen waarop ze beroep doen, te controleren.

De samenwerking tussen een VVB en een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten moet voorafgaandelijk het voorwerp uitmaken van een geschreven overeenkomst. Deze overeenkomst moet de boekhoudkundige en administratieve procedures vastleggen die de tussenpersoon moet naleven.

Voor agenten moet de overeenkomst bepalen dat de agent enkel mag optreden in naam en voor rekening van de VVB en moet ze de werkzaamheden, andere dan de bemiddelingsactiviteiten, bepalen die de agent mag uitvoeren en/of de procedure bepalen om van de VVB de toelating tot cumuleren te krijgen. De agent handelt onder volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van de VVB, die moet nagaan of de agent zijn wettelijke verplichtingen nakomt.

Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten mag andere professionele activiteiten uitvoeren naast de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten, op voorwaarde:

  1. dat ze noch zijn eigen reputatie, noch die van de VVB aantasten ;
  2. dat ze organisatorisch en boekhoudkundig volledig gescheiden zijn van de activiteiten van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten; bij de uitoefening van zijn professionele activiteiten moet de tussenpersoon vermijden om te verwijzen naar zijn activiteiten van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten in zijn contacten met het publiek, behalve als deze contacten enkel naambekendheid beogen; de vereiste van organisatorische scheiding geldt niet voor de professionele activiteiten die hij uitoefent als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten, in (her)verzekeringen of in kredietverlening;
  3. dat hij de toestemming van de VVB heeft gekregen voor het cumuleren met andere functies.