search_api_autocomplete
Home

Wijziging rendementsdefinitie bij een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder gewaarborgd rendement

FSMA_Standpunt_2017_04

Bij een pensioentoezegging van het type vaste bijdrage zonder gewaarborgd rendement werd initieel voorzien dat het volledige rendement aan de individuele rekeningen wordt toegewezen.(1) In deze pensioentoezegging wordt een wijziging aangebracht. Deze wijziging heeft tot doel om, met ingang van de wijziging, een deel van het rendement opzij te zetten om een vrije reserve aan te leggen. De vraag rijst hoe deze wijziging moet worden toegepast, rekening houdend met artikel 16, § 2 van de WAP, juncto artikel 15 KB WAP.

Artikel 16, § 2 van de WAP bepaalt dat de wijziging van de pensioentoezegging niet mag leiden tot een vermindering van de verworven reserves voor de ‘verlopen dienstjaren’. De uitvoering van dit principe, met name de precieze berekeningsregels, is terug te vinden in artikel 15 van het KB WAP.

Uit artikel 15, § 1, 1°, eerste lid van het KB WAP vloeit voort dat de verworven reserves, opgebouwd tijdens de dienstjaren voorafgaandelijk aan de wijziging, na de wijziging verder evolueren volgens de regels uit het pensioenreglement die van kracht waren vóór deze wijziging. Enkel indien de toezegging van het type vaste prestaties is, moet hierbij bovendien ook rekening worden gehouden met artikel 15, § 1, 1°, tweede lid van het KB WAP (het zogenaamde dynamisch beheer).

De FSMA is van oordeel dat het toepassingsgebied van artikel 15 van het KB WAP niet beperkt kan worden tot de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties. Zij meent dat dit artikel betrekking heeft op iedere wijziging van een pensioentoezegging die een effect heeft op de evolutie van de verworven reserves, ongeacht het type van pensioentoezegging.

De wijziging van de toezegging waardoor een deel van het rendement afgehouden wordt om een vrije reserve aan te leggen, kan alleen toegepast worden op het rendement op de reserves opgebouwd door middel van bijdragen die verschuldigd zijn vanaf de planwijziging. Dit vloeit voort uit artikel 15, § 1, 1°, eerste lid van het KB WAP. De aangeslotenen in dienst op het moment van de planwijziging blijven aanspraak maken op het volledige rendement op de reserves die werden opgebouwd met bijdragen gestort vóór die wijziging.

 

(1) Zoals bedoeld in artikel 4 - 7, eerste lid van het KB WAP.