De FSMA heeft op 31 mei jl. de eerste inzameling van informatieregisters over derde dienstaanbieders gesloten. Nagenoeg alle financiële entiteiten onder toezicht van de FSMA hebben deze opdracht in het kader van de DORA-verordening tot een goed einde gebracht.
De Europese verordening over de digitale operationele weerbaarheid van de financiële sector (DORA) verplicht de financiële entiteiten om een register bij te houden en te actualiseren met informatie over alle contractuele overeenkomsten over het gebruik van ICT-diensten die door derde aanbieders van ICT-diensten worden geleverd.
Het resultaat van de inzameling die voor het eerste plaatsvond, was positief. Op een totaal aantal van 211 betrokken financiële entiteiten waren er 208 entiteiten die een informatieregister hebben ingediend volgens de vereiste modaliteiten. Amper drie entiteiten deden dat niet. Terwijl 98 procent van de ingediende informatieregisters voldeed aan de technische vereisten die de Europese Toezichthoudende Autoriteiten (ESA’s) hadden vastgelegd.
Dit positieve resultaat getuigt van het engagement van de Belgische financiële sector.
Voor het welslagen van de inzameling publiceerde de FSMA, voor een goed begrip van de geldende vereisten, verschillende mededelingen[1] en een gebruikershandleiding[2]. In haar toepassing FiMIS voerde ze specifieke IT-aanpassingen door om de technische kwaliteit van de gegevens te kunnen testen alvorens ze door te sturen naar de ESA’s. Daarnaast beantwoordde de FSMA ook honderden individuele vragen, voornamelijk over de technische modaliteiten van de opdracht.
De ESA’s zijn momenteel bezig met het analyseren van de verzamelde gegevens. Deze analyse zal het mogelijk maken om kritieke ICT-dienstverleners te identificeren. De DORA-verordening onderwerpt deze categorie van dienstverleners aan een toezichtsregime dat op Europees niveau is georganiseerd.