search_api_autocomplete
231.

Welke ervaring komt in aanmerking als relevante ervaring inzake verzekeringsdistributie ?

Bij de verzekeringsdistributie betrokken personen moeten aantonen dat zij over praktische ervaring beschikken.

De duur van de praktische ervaring wordt op basis van voltijdsequivalent berekend. Dit betekent dat een ervaring van bijvoorbeeld 6 maanden gelijk staat aan 12 maanden voor een persoon die halftijds werkt.

Deze ervaring moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

1. De ervaring moet betrekking hebben op de activiteit waarvoor een inschrijving wordt gevraagd. Ervaring inzake bank- en beleggingsdiensten is niet relevant in het kader van een aanvraag tot inschrijving als verzekeringstussenpersoon, en omgekeerd.

2. De ervaring moet betrekking hebben op een of meer domeinen van de theoretische kennis over verzekeringen.

Wordt steeds als relevante beroepservaring aanvaard: de activiteiten in verband met productie, polisbeheer en/of schaderegeling, uitgeoefend als persoon in contact met het publiek bij een verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon.

Wordt niet als relevante beroepservaring aanvaard:

  • werken in een backofficedienst (bv. een strikt administratieve verwerking);
  • werken in een callcenter waarbij enkel een doorverwijsfunctie wordt vervuld.

3. Praktische ervaring moet zijn opgedaan bij een verzekeringsonderneming of bij een (neven)verzekeringstussenpersoon. Het bewijs van ervaring wordt geleverd door de vermelding, in de vragenlijst, van identificatie- en contactgegevens van de verzekeringstussenpersoon of de verzekeringsonderneming waarbij de ervaring is opgedaan. De FSMA kan contact opnemen met deze verzekeringstussenpersonen en verzekeringsondernemingen om de door de kandidaat ingevulde gegevens te controleren. Er moeten geen attesten van ervaring aan de FSMA worden bezorgd. De FSMA kan de juistheid van de verklaringen in de vragenlijst controleren. Het achterhouden of vervalsen van relevante informatie kan tot de weigering of de schrapping van de inschrijving van de verzekeringstussenpersoon leiden.

4. De ervaring moet zijn opgedaan in een bepaalde periode waarvan de duur, die berekend wordt op basis van voltijdsequivalent, wettelijk is vastgesteld. Voor verzekeringsdistributie gaat het daarbij om de ervaring die is opgedaan tijdens de 6 jaar voorafgaand aan de datum van de indiening van de aanvraag .

5. De ervaring moet op reguliere wijze zijn opgedaan. Er wordt dus bijvoorbeeld geen rekening gehouden met het uitoefenen van een activiteit als verzekeringstussenpersoon, die niet ingeschreven is bij de FSMA, of een activiteit als ‘verantwoordelijke voor de distributie’ of ‘persoon in contact met het publiek’ bij een dergelijke tussenpersoon.

6. De duur van de ervaring is vermeld in de “checklists”.