Op het einde van een lange loopbaan kijkt u uit naar uw pensioen. De overheid betaalt u dan maandelijks een bepaald pensioenbedrag uit. Dit wettelijk pensioen, ook gekend als de 'eerste pijler', biedt een zeker inkomen, maar vaak is dit te laag om dezelfde levensstandaard te behouden als vóór uw pensionering.
Daarom is het belangrijk om reeds van jongs af aan oog te hebben voor het pensioen. Er zijn verschillende manieren om uw levensstandaard op peil te houden. Dat kan onder meer door te sparen, een huis te kopen of te beleggen.
Dat kan ook door een bijkomend pensioen op te bouwen. De overheid stimuleert verschillende vormen van bijkomende pensioenopbouw door belastingverminderingen en verlagingen van sociale bijdragen. Ze doet dat voor het aanvullend pensioen, ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd. Ze doet dat ook voor het pensioensparen en het langetermijnsparen, de zogeheten 'derde pensioenpijler'. Gedurende uw actieve loopbaan kan u in deze pensioenpijlers stelselmatig bedragen opbouwen die bij pensionering worden uitbetaald. Deze bedragen komen bovenop het wettelijk pensioen.