search_api_autocomplete

Hoe wordt het aanvullend pensioen beheerd in een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21)?

On this page

In een tak 21 verzekeringsproduct bestaat het rendement uit een door de verzekeraar gewaarborgde rentevoet en een winstdeelname.

1. De gewaarborgde rentevoet

De bijdragen worden jaar na jaar gekapitaliseerd aan de gewaarborgde rentevoet. Ook de ontvangen rente wordt gekapitaliseerd zodat ze op haar beurt rente opbrengt. Let op: er worden soms ook kosten en taksen aangerekend.

De rentevoet die de verzekeringsondernemingen mogen waarborgen, wordt door de wetgeving begrensd. De huidige maximale rentevoet bedraagt 2,5 %. De rentevoet die verzekeringsondernemingen vandaag in de praktijk aanbieden, ligt meestal echter veel lager. Er is wettelijk geen minimale gewaarborgde rentevoet vastgelegd.

Negatief rendement

Het rendement zou in de praktijk ook negatief kunnen zijn als de aangerekende kosten hoger zijn dan de gewaarborgde rentevoet.

Voorbeeld

De verzekeringsonderneming waarborgt een jaarlijkse rentevoet van 1%.

De blauwe lijnen geven de bijdragen weer die jaarlijks aan de verzekeringsonderneming worden gestort.

De groene lijn toont de evolutie van de opgebouwde reserves, die jaarlijks aangroeien met een rentevoet van 1%. In de grafiek wordt verondersteld dat de verzekeringsonderneming geen winstdeelnames toekent en geen kosten aanrekent.

De verzekeringsonderneming waarborgt een jaarlijkse rentevoet van 1%

2. Winstdeelname

Als de beleggingsresultaten van de verzekeringsonderneming het toelaten, kan zij een winstdeelname toekennen. Dit is een bijkomend rendement bovenop de gewaarborgde rentevoet. Het bedrag van de winstdeelname kan van jaar tot jaar verschillen omdat dit afhangt van de algemene resultaten van de verzekeringsonderneming. Het is de algemene vergadering van de verzekeringsonderneming die daarover beslist. Winstdeelnames mogen nooit op voorhand worden gewaarborgd. Het kan dus ook gebeuren dat er voor een bepaald jaar helemaal geen winstdeelname wordt toegekend.

3. Kan de verzekeringsonderneming de gewaarborgde rentevoet wijzigen?

De rentevoeten die verzekeringsondernemingen waarborgen, kunnen wijzigen. De impact van zo’n wijziging op lopende pensioenovereenkomsten hangt af van het soort verzekeringsovereenkomst. Grosso modo kan een onderscheid worden gemaakt tussen drie types van verzekeringsovereenkomsten:

  • Bij sommige verzekeringsovereenkomsten geldt de gewaarborgde rentevoet voor alle bijdragen die worden gestort; zowel voor de reeds betaalde als voor de toekomstige bijdragen. Wanneer de verzekeringsonderneming de gewaarborgde rentevoet wijzigt:

    • zal de op dat moment aanwezige reserve in de toekomst verder worden gekapitaliseerd aan de initieel gewaarborgde rentevoet;
    • zullen ook de toekomstige bijdragen blijven genieten van de rentevoet; en
    • geldt de gewijzigde rentevoet enkel voor eventuele toekomstige stijgingen van de bijdragen.

    Dit worden contracten met constante (jaar)bijdragen genoemd.

    Schematische voorstelling: bijdragen

    Voorbeeld

    Jan werkt als zelfstandige en stort elk jaar 150 euro in zijn VAPZ-overeenkomst.

    De verzekeringsonderneming beheert zijn bijdragen in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgde rentevoet van 2%.

    Jaar storting bedrag op rekening Gewaarborgde rentevoet Totaal reserves Jan
    1 150 euro 150 euro

    2%

    3 euro

    153 euro
    2 150 euro

    303 euro

    (153 + 150)

    2%

    6,06 euro

    309,06 euro
    3 150 euro

    459,06 euro

    (309,06 + 150)

    2%

    9,18 euro

    468,24 euro

    In het 4e jaar vermindert de verzekeringsonderneming de gewaarborgde rentevoet naar 1%. Dit heeft geen gevolg voor Jan: de door hem reeds opgebouwde reserve blijft genieten van de initieel gewaarborgde rentevoet van 2%. Dit geldt ook voor de toekomstige bijdragen, zolang het bedrag ervan hetzelfde blijft.

    Jaar storting bedrag op rekening Gewaarborgde rentevoet Totaal
    4

    150 euro

     

    618,24 euro

    (468,24 + 150)

    2%

    12,36 euro

    630,60 euro

    Jan besluit het jaar nadien om een bijdrage van 200 euro te storten. Hiervan zal 150 euro nog gekapitaliseerd worden aan 2% en 50 euro aan 1%.

    Jaar storting bedrag op rekening Gewaarborgde rentevoet Totaal
    5

    150 euro

     

     

     

    50 euro

    780,60 euro

    (630,60 + 150)

     

     

    50 euro

    2%

    15,61 euro

     

     

    1%

    0,50 euro

                 796,71 euro
  • Bij deze verzekeringsovereenkomsten geldt de gewaarborgde rentevoet niet tot de pensioenleeftijd, maar slechts voor een beperkte duurtijd: 1 jaar, 3 jaar, 5 jaar,…. Na afloop van die periode wordt een nieuwe gewaarborgde rentevoet vastgelegd. De nieuwe rentevoet wordt toegepast op de bijdragen die nadien worden gestort, maar ook op de verdere kapitalisatie van de bijdragen die in het verleden al werden gestort (dus de reeds aanwezige reserve). Dit is vergelijkbaar met de werking van een spaarboekje.

    Voorbeeld

    Jan werkt als zelfstandige en stort elk jaar 150 euro in zijn VAPZ-overeenkomst.

    De verzekeringsonderneming beheert de bijdragen in een tak 21 verzekeringsproduct met een gewaarborgde rentevoet van 2% voor een beperkte tijd van 3 jaar.

    Jaar storting bedrag op rekening Gewaarborgde rentevoet Totaal reserves Jan
    1 150 euro 150 euro

    2%

    3 euro

    153 euro
    2 150 euro

    303 euro

    (153 + 150)

    2%

    6,06 euro

    309,06 euro
    3 150 euro

    459,06 euro

    (309,06 + 150)

    2%

    9,18 euro

    468,24 euro

    In het 4e jaar vermindert de verzekeringsonderneming de gewaarborgde rentevoet naar 1%. Na deze datum zullen zowel de door Jan reeds opgebouwde reserve als de toekomstige bijdragen worden gekapitaliseerd aan 1%.

    Jaar storting bedrag op rekening Gewaarborgde rentevoet Totaal
    4

     

     

     

     

     

    150 euro

     

    468,24 euro

     

     

     

    150 euro

    1%

    4,68 euro

     

     

    1%

    1,50 euro

                 624,42 euro