search_api_autocomplete

C. FAQ bestemd voor aangeslotenen bij groepsverzekeringen beheerd door Apra Leven

Dit deel van de FAQ geeft een antwoord op vragen van aangeslotenen bij een groepsverzekering die door Apra Leven wordt beheerd. Aangeslotenen zijn werknemers die zijn aangesloten bij een groepsverzekering, of ex-werknemers die hun pensioenreserves in de groepsverzekering hebben laten staan.

De vragen zijn als volgt ingedeeld:

Vindt u geen antwoord op uw vragen, dan kan u terecht bij verschillende instanties (zie adresgegevens onder vraag A.4.) maar wij raden u aan om in de eerste plaats contact te nemen met uw (ex-)werkgever.

Tenslotte kan ook uw syndicale organisatie of een advocaat u de nodige hulp en bijstand bieden.

C.1. ALGEMEEN

C.1.1. Bent u aangesloten bij een groepsverzekering beheerd door Apra Leven?

C.1.2. Heeft de vereffening van Apra Leven een invloed op uw pensioenrechten?

Waarschijnlijk zal de verkoop van de goederen van APRA Leven niet voldoende opbrengen om iedereen volledig uit te betalen. Daarenboven is het mogelijk dat, zolang de vereffening niet volledig is afgesloten, de vereffenaars nog niets, of enkel voorschotten uitbetalen. Uw werkgever is echter wettelijk verplicht zelf uw pensioen of een gedeelte ervan opnieuw te financieren. Hoeveel hij moet herfinancieren hangt af van zijn pensioentoezegging.

De verschillende types van pensioentoezeggingen worden hier beschreven.

U kan in het pensioenreglement opzoeken welk type pensioentoezegging u geniet. Indien u niet over het pensioenreglement beschikt, kan u het opvragen bij uw (ex-)werkgever.

Voor meer informatie over de verplichtingen van uw werkgever in uw concreet geval:

  • u heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of zal die binnenkort bereiken: zie vraag C.2.5.
  • u werkt bij een werkgever die een groepsverzekering bij Apra Leven heeft onderschreven: zie vraag C.3.6.
  • u heeft vroeger gewerkt bij een werkgever die een groepsverzekering bij Apra Leven heeft onderschreven en u heeft bij uw ontslag uw op dat moment opgebouwde pensioenreserves in de groepsverzekering van uw ex-werkgever laten staan: zie vragen C.4.2.6, C.4.3. en C.4.4.

C.2. FAQ BESTEMD VOOR PERSONEN DIE DE PENSIOENGERECHTIGDE LEEFTIJD HEBBEN BEREIKT OF BINNENKORT ZULLEN BEREIKEN

C.2.1. Bent u met pensioen gegaan sinds 4 maart 2011?

Opmerking: brugpensioen is geen pensioen maar een werkloosheidsregeling. In geval u met brugpensioen bent, wordt u beschouwd als een slaper. Zie vragen C.4. voor meer informatie over wat u te doen staat.

C.2.2. Werd uw volledig aanvullend pensioen al uitgekeerd?

Lees hier wanneer u uw aanvullend pensioen kan opvragen.

C.2.3. Voldoet u aan de voorwaarden om uw aanvullend pensioen op te vragen?

  • Ja - lees vraag C.2.4 om na te gaan hoe u uw aanvullend pensioen kan opvragen.
  • Neen - U kan in dat geval uw aanvullend pensioen nog niet opvragen. Mocht u een ex-werknemer zijn, dan kan u als slaper eventueel uw al opgebouwde reserves overdragen naar een andere verzekeringsonderneming. Zie voor meer informatie onder vragen C.4.

Lees hier wanneer u uw aanvullend pensioen kan opvragen.

C.2.4. Wat moet u doen als u voldoet aan de voorwaarden om uw aanvullend pensioen op te vragen, maar u uw aanvullend pensioen nog niet of niet volledig hebt gekregen?

U moet uw aanvullend pensioen opvragen zowel bij de vereffenaars van Apra Leven als bij uw (ex-)werkgever:

C.2.5. Welke zijn de verplichtingen van uw (ex-)werkgever ten aanzien van de tekorten bij Apra Leven ? Moet uw (ex-)werkgever uw volledig bij Apra opgebouwd aanvullend pensioen uitbetalen?

Voor uw werkgever vloeien er verplichtingen voort

De verplichtingen die voor uw (ex-)werkgever voortvloeien uit zijn pensioentoezegging verschillen naargelang de aard van die pensioentoezegging. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties en de toezeggingen van het type vaste bijdragen:

  • Bij dit type pensioenplan belooft de werkgever een welbepaald aanvullend pensioen op het ogenblik dat u met pensioen gaat, zelfs al betaalt de verzekeringsonderneming het pensioen niet of niet volledig uit.
    Uw (ex-)werkgever is verplicht het volledige bedrag waarop u volgens het pensioenreglement aanspraak kan maken bij pensionering uit te betalen.

    DAARENBOVEN legt de wet aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.

    Indien er bij pensionering van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, moet de werkgever het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.

  • Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen (zonder contractuele rendementsgarantie). Bij dit type pensioenplan verbindt de werkgever zich enkel tot de regelmatige betaling van de in het pensioenreglement vastgestelde bijdragen aan de verzekeringsonderneming. De omvang van het uiteindelijke pensioen hangt af van opbrengst van de beleggingen van de verzekeringsonderneming.
    Uw werkgever is in dit geval niet verplicht om het verlies door Apra Leven van reeds opgebouwde reserves , te vergoeden.

    MAAR: de wet legt aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte bijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet.
    Indien er bij de pensionering van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, moet de werkgever het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.
    U heeft dus in ieder geval recht op het bedrag van die minimale rendementswaarborg.

C.2.6. Opgelet: verjaring !!

Indien nodig moet u stappen ondernemen om de verjaring te stuiten zodat u uw recht om uw aanvullend pensioen op te vragen bij uw (ex-)werkgever niet verliest.

Wat is verjaring?

Verjaring betekent dat u na het verloop van een bepaalde tijd het recht verliest om uw aanvullend pensioen nog van uw (ex-)werkgever op te eisen.

U beschikt slechts over een korte termijn om uw aanvullend pensioen bij uw (ex-)werkgever op te eisen. Is deze termijn voorbij, dan is het niet meer mogelijk om een tussenkomst van uw (ex-)werkgever te eisen.

Hoelang is de verjaringstermijn en vanaf wanneer begint hij te lopen?

De wetgeving werd in 2014 gewijzigd, waardoor de verjaringstermijn op vijf jaar werd gebracht. De verjaringstermijn begint in principe te lopen vanaf de dag volgend op die waarop u voldoet aan de voorwaarden om het aanvullend pensioen op te vragen. Bijvoorbeeld door het opnemen van het wettelijk pensioen.

Indien het pensioenreglement voorziet in de mogelijkheid om het aanvullend pensioen vervroegd op te vragen, dan heeft, naar het oordeel van de FSMA, het bereiken van de vervroegde pensioenleeftijd niet tot gevolg dat de verjaringstermijn begint te lopen, tenzij u effectief beslist om uw pensioen vervroegd op te vragen.

Bijvoorbeeld:

Het pensioenreglement stelt dat de normale pensioenleeftijd 65 jaar is, maar dat het, onder bepaalde voorwaarden, ook mogelijk is om reeds vanaf 60 jaar vervroegd het aanvullend pensioen op te vragen. In dat geval begint de verjaringstermijn te lopen op het ogenblik dat u de normale pensioenleeftijd van 65 jaar bereikt. Als u echter beslist om voordien, bv. op 60 of 62 jaar, uw aanvullend pensioen op te vragen, dan zal de verjaringstermijn al op dat moment beginnen te lopen.

De FSMA is tevens van oordeel dat, indien u na het bereiken van de pensioenleeftijd nog in dienst blijft bij dezelfde werkgever zonder uw aanvullend pensioen op te vragen, de verjaringstermijn pas begint te lopen vanaf de dag volgend op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Bijvoorbeeld:

Het pensioenreglement stelt dat de normale pensioenleeftijd 65 jaar is. U blijft echter na uw 65ste verder doorwerken bij uw werkgever zonder uw aanvullend pensioen op te nemen. In dat geval begint de verjaringstermijn pas te lopen als u stopt met werken.

De verjaringstermijn van vijf jaar geldt indien de datum waarop u uw aanvullend pensioen kan opvragen op of ná 29 juni 2014 valt (datum van de inwerkingtreding van de nieuwe wettelijke verjaringstermijn).

Indien u de pensioenleeftijd al vóór 29 juni 2014 had bereikt of u uw aanvullend pensioen reeds vóór 29 juni 2014 vervroegd had opgevraagd, dan gelden nog de verjaringstermijnen van de arbeidsovereenkomstenwet. Als u niet meer werkt bij de werkgever die voor u het aanvullend pensioen heeft opgebouwd, bedraagt deze verjaringstermijn in beginsel één jaar na het bereiken van de pensioenleeftijd bepaald in het pensioenreglement. Deze termijn is intussen verstreken.
Indien u na het bereiken van de pensioenleeftijd nog bent blijven werken bij de werkgever die voor u het aanvullende pensioen heeft opgebouwd en dit tot op of na 29 juni 2014, dan geldt, naar het oordeel van de FSMA, de nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar vanaf de dag volgend op de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst.

Verjaringskwesties kunnen ingewikkeld zijn en verschillen naargelang uw persoonlijke situatie, waardoor het niet mogelijk is om in het kader van deze FAQ alle mogelijkheden te behandelen. De vraag van een werknemer, die zijn werkgever verlaat vóór pensionering, om zijn pensioenreserves over te dragen, beïnvloedt bijvoorbeeld eveneens de aanvang van de verjaringstermijn (zie vraag C.4.2.7.). Laat u zo nodig bijstaan door een deskundige adviseur, bijvoorbeeld een vakbond of een advocaat.

Wat moet u doen om te vermijden dat uw rechten zouden verjaren?

Als de verjaringstermijn bijna afgelopen is en uw aanvullend pensioen nog steeds niet volledig is uitbetaald, dan is het belangrijk om de verjaring te stuiten. De stuiting van de verjaring heeft voor gevolg dat u uw rechten niet verliest doordat de verjaringstermijn opnieuw van vooraf aan begint te lopen. Het is belangrijk dat u de verjaring stuit nog vóór de verjaringstermijn verstrijkt.

Hoe moet u de verjaring stuiten?

Dit kan op verschillende manieren:

  • door uw (ex-)werkgever te vragen dat hij:

    a) uitdrukkelijk en schriftelijk erkent dat hij - ondanks de betaling van de verzekeringspremies - ten aanzien van u nog aanvullende pensioenverplichtingen heeft of kan hebben en

    b) ook uitdrukkelijk en schriftelijk aanvaardt dat de omvang van die verplichtingen later kan worden bepaald.
    In dat geval begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen de dag na de erkenning van de schuld.
  • weigert de (ex-)werkgever om zijn aanvullende pensioenverplichtingen te erkennen of bent u binnen de nieuwe verjaringstermijn na de erkenning van de pensioenverplichtingen door de (ex-)werkgever nog steeds niet of niet voldoende betaald? Dan kan u de verjaring slechts stuiten door het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. In dit geval wordt de verjaring gestuit tot het tijdstip waarop die rechtbank een definitieve beslissing heeft uitgesproken.

Het versturen van een (aangetekende) brief naar de (ex-)werkgever of het indienen van een klacht bij de FSMA (of een andere instantie) stuit de verjaring niet. Wanneer aan bepaalde formaliteiten wordt voldaan kan een ingebrekestelling door een advocaat, gerechtsdeurwaarder of vakbondsafgevaardigde per aangetekende brief met ontvangstbewijs de verjaring eenmalig stuiten voor een nieuwe termijn van één jaar. Door middel van dergelijke buitengerechtelijke ingebrekestelling kan desgevallend de nuttige termijn voor het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank met één jaar worden verlengd.

Wie kan de verjaring stuiten?

De FSMA of een andere officiële instantie kan in uw plaats de verjaring niet stuiten. U moet dat zelf doen. Een syndicale organisatie (vakbond) of een advocaat kan u hierbij helpen.

C.3. FAQ BESTEMD VOOR PERSONEN DIE NOG WERKEN BIJ EEN WERKGEVER DIE EEN GROEPSVERZEKERING BIJ APRA LEVEN HEEFT ONDERSCHREVEN

C.3.1. Werkt u nog bij de werkgever die voor u een groepsverzekering bij Apra Leven had afgesloten?

C.3.2. Blijft u werken bij die werkgever?

C.3.3. Wat moet u doen?

U hoeft niets te ondernemen. Uw werkgever moet het nodige doen. Zie deel D van deze FAQ voor meer informatie over de verplichtingen van de werkgever.

C.3.4. Moet uw werkgever zijn pensioentoezegging verderzetten?

De vereffening van Apra Leven maakt geen einde aan de pensioentoezegging van uw werkgever. Hij moet zijn pensioentoezegging bij een andere pensioeninstelling (verzekeraar of pensioenfonds) verderzetten. Hij kan eventueel zijn toezegging wijzigen of stopzetten, maar enkel wanneer hij daarvoor de wettelijk bepaalde inspraakprocedures voor de werknemers volgt. Meer informatie.

C.3.5. Heeft de vereffening van Apra Leven een invloed op uw al opgebouwde pensioenreserves?

Waarschijnlijk zal de verkoop van de goederen van APRA Leven niet voldoende opbrengen om iedereen volledig uit te betalen. Daarenboven is het mogelijk dat, zolang de vereffening niet volledig is afgesloten, de vereffenaars nog niets of enkel voorschotten uitbetalen. Uw werkgever is wettelijk verplicht zelf uw pensioen of een gedeelte ervan opnieuw te financieren bij een andere pensioeninstelling. Hoeveel hij moet financieren hangt af van zijn pensioentoezegging.
Zie voor meer informatie vraag C.3.6.

C.3.6. Welke zijn de verplichtingen van uw werkgever ten aanzien van de tekorten bij Apra Leven? Moet uw werkgever de tekorten bij Apra Leven opnieuw financieren?

Voor uw werkgever vloeien er verplichtingen voort

De verplichtingen die voor uw werkgever voortvloeien uit zijn pensioentoezegging verschillen naargelang de aard van die pensioentoezegging. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties en de toezeggingen van het type vaste bijdragen:

  • Pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties. Bij dit type pensioenplan belooft de werkgever een welbepaald aanvullend pensioen op het ogenblik dat u met pensioen gaat, zelfs al betaalt de verzekeringsonderneming het pensioen niet of niet volledig uit.

    Uw werkgever is verplicht het volledige bedrag waarop u volgens het pensioenreglement aanspraak kan maken opnieuw op te bouwen bij een andere pensioeninstelling.

    DAARENBOVEN legt de wet aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij uittreding of pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie vindt u hier.
    Indien er bij uittreding of pensionering van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, dan moet de werkgever het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.
  • Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen (zonder contractuele rendementsgarantie). Bij dit type pensioenplan verbindt de werkgever zich enkel tot de regelmatige betaling van de in het pensioenreglement vastgestelde bijdragen aan de verzekeringsonderneming. De omvang van het uiteindelijke pensioen hangt af van de opbrengst van de beleggingen van de verzekeringsonderneming.

    Uw werkgever is in dit geval niet verplicht om het verlies door Apra Leven van reeds opgebouwde reserves te vergoeden.

    MAAR: de wet legt aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij uittreding of pensionering minstens recht op het bedrag van de gestorte bijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.
    Indien er bij uittreding of de pensionering van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, dan moet de werkgever het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.
    U heeft dus in ieder geval bij uittreding of pensionering recht op het bedrag van die minimale rendementswaarborg.

C.3.7. Gaat u binnenkort met pensioen?

Zie vragen C.2. die ook in uw geval van toepassing zijn.

C.3.8. Gaat u binnenkort uw werkgever verlaten (vb. ontslag)?

Zie vragen C.4. die ook in uw geval van toepassing zijn.

C.4. FAQ BESTEMD VOOR PERSONEN DIE NIET MEER WERKEN BIJ EEN WERKGEVER DIE EEN GROEPSVERZEKERING BIJ APRA LEVEN HEEFT ONDERSCHREVEN

C.4.1. Heeft u vroeger gewerkt bij een werkgever die voor u een groepsverzekering bij Apra Leven had onderschreven en heeft u bij uw vertrek uw op dat moment opgebouwde pensioenreserves in de groepsverzekering laten staan?

U bent dan een slaper. Een slaper is iemand die uit dienst is getreden en zijn pensioenreserves in de groepsverzekering van zijn ex-werkgever heeft achtergelaten.
Er moeten verschillende gevallen worden onderscheiden:

C.4.2. Uw ex-werkgever bestaat nog

C.4.2.1. Bent u onlangs met pensioen gegaan of gaat u binnenkort met pensioen?

Zie vragen C.2. die ook in uw geval van toepassing zijn.

C.4.2.2. Gaat u nog niet met pensioen?

Lees hier wanneer u uw aanvullend pensioen kan opvragen.

C.4.2.3. Wat kan u wel doen?

U heeft de volgende mogelijkheden:

Het is aangeraden om u te wenden tot uw syndicale organisatie of een advocaat voor bijkomend advies over deze keuzemogelijkheden en de gevolgen van elk van deze keuzes voor uw specifieke situatie.

C.4.2.4. Wat moet u doen om uw pensioenreserves over te dragen?

Opgelet: het vragen van de overdracht van uw reserves kan gevolgen hebben voor de verjaring (zie vraag C. 4.2.7.).

C.4.2.5. Heeft de vereffening van Apra Leven een invloed op uw al opgebouwd pensioen?

Waarschijnlijk zal de verkoop van de goederen van APRA Leven niet voldoende opbrengen om iedereen volledig uit te betalen. Daarenboven is het mogelijk dat, zolang de vereffening niet volledig is afgesloten, de vereffenaars nog niets of enkel voorschotten uitbetalen. Uw ex-werkgever is wettelijk verplicht zelf uw pensioenreserves of een gedeelte ervan opnieuw te financieren bij een andere pensioeninstelling. Hoeveel hij moet financieren hangt af van zijn pensioentoezegging. Zie voor meer informatie onder vraag C. 4.2.6.

C.4.2.6. Welke zijn de verplichtingen van uw ex-werkgever ten aanzien van de tekorten bij Apra Leven. Moet uw ex-werkgever de tekorten bij Apra Leven opnieuw financieren?

Voor uw ex-werkgever vloeien er verplichtingen voort

De verplichtingen die voor uw ex-werkgever voortvloeien uit zijn pensioentoezegging verschillen naargelang de aard van die pensioentoezegging. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties en de toezeggingen van het type vaste bijdragen:

  • Bij dit type pensioenplan belooft de werkgever een welbepaald aanvullend pensioen op het ogenblik dat u met pensioen gaat, zelfs al betaalt de verzekeringsonderneming het pensioen niet of niet volledig uit.

    Uw ex-werkgever is verplicht uw reeds opgebouwde pensioenrechten opnieuw op te bouwen bij een andere pensioeninstelling of voor overdracht naar een andere pensioeninstelling ter beschikking te stellen.

    DAARENBOVEN legt de wet aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij uittreding minstens recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.
    Indien er een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, moet de werkgever bij overdracht of bij pensionering het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.
  • Pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen (zonder contractuele rendementsgarantie).
    Bij dit type pensioenplan verbindt de werkgever zich enkel tot de regelmatige betaling van de in het pensioenreglement vastgestelde bijdragen aan de verzekeringsonderneming. De omvang van het uiteindelijke pensioen hangt af van de opbrengst van de beleggingen van de verzekeringsonderneming.

    Uw ex-werkgever is in dit geval niet verplicht om het verlies door Apra Leven van de opgebouwde reserves te vergoeden.

    MAAR: de wet legt aan de werkgevers ook een rendementsverplichting op. De aangeslotenen hebben bij uittreding minstens recht op het bedrag van de gestorte bijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.
    Indien er een tekort zou bestaan ten opzichte van deze minimale rendementswaarborg, moet de werkgever bij overdracht of bij pensionering het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort.
    U heeft dus in ieder geval bij overdracht van uw pensioenreserves of bij uw pensionering recht op het bedrag van die minimale rendementswaarborg.

C.4.2.7. Opgelet: verjaring !!

Indien u eventueel zou kiezen om uw pensioenreserves over te dragen (zie vraag C.4.2.3.) en u neemt hiervoor contact op met de vereffenaars van Apra Leven en uw ex-werkgever (vraag C.4.2.4.), dan begint op dat ogenblik de verjaringstermijn te lopen.

Wat is verjaring?

Verjaring betekent dat u na het verloop van een bepaalde tijd het recht verliest om iets op te eisen. Meer informatie.

Vanaf het ogenblik dat u de overdracht van uw pensioenreserves vraagt (zie vraag C.4.2.4.), begint de verjaringstermijn te lopen.

De wetgeving werd in 2014 gewijzigd, waardoor de verjaringstermijn op vijf jaar werd gebracht. Deze verjaringstermijn van vijf jaar geldt als u op of na 29 juni 2014 de overdracht van uw pensioenreserves vraagt. U moet er dan voor zorgen dat uw ex-werkgever binnen deze termijn van vijf jaar de nodige fondsen stort aan uw nieuwe pensioeninstelling. Na het verstrijken van de termijn van vijf jaar is het niet meer mogelijk om zijn tussenkomst te eisen of hem voor de rechtbank te dagen om de storting toch te doen.

Bijvoorbeeld:

U vraagt op 1 februari 2016 aan de vereffenaars of uw ex-werkgever om uw pensioenreserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling. De verjaringstermijn zal aflopen op 1 februari 2021.

Als u de overdracht van uw pensioenreserves heeft gevraagd vóór 29 juni 2014, dan was de verjaringstermijn echter één jaar. Deze termijn is ondertussen verstreken.

Verjaringskwesties kunnen ingewikkeld zijn en verschillen naargelang uw persoonlijke situatie, waardoor het niet mogelijk is om in het kader van deze FAQ alle mogelijkheden te behandelen. Laat u zo nodig bijstaan door een deskundige adviseur, bijvoorbeeld een vakbond of een advocaat.

Wat moet u doen om te vermijden dat uw rechten zouden verjaren?

Als u merkt dat uw ex-werkgever de storting niet tijdig zal doen, dan moet u de verjaring stuiten. De stuiting van de verjaring heeft voor gevolg dat u uw rechten niet verliest doordat de verjaringstermijn opnieuw van vooraf aan begint te lopen. Het is belangrijk dat u de verjaring stuit nog vóór de verjaringstermijn verstrijkt.

Hoe moet u de verjaring stuiten?

Dit kan op verschillende manieren:

  • door uw ex-werkgever te vragen dat hij:

    a) uitdrukkelijk en schriftelijk erkent dat hij - ondanks de betaling van de verzekeringspremies- ten aanzien van u nog aanvullende pensioenverplichtingen heeft of kan hebben en

    b) ook uitdrukkelijk en schriftelijk aanvaardt dat de omvang van die verplichtingen later kan worden bepaald.

    In dat geval begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen de dag na de erkenning van de schuld.

  • weigert de ex-werkgever om zijn aanvullende pensioenverplichtingen te erkennen of heeft hij binnen de nieuwe verjaringstermijn na de erkenning van de pensioenverplichtingen nog steeds niet of niet voldoende bij uw nieuwe pensioeninstelling gestort? Dan kan u de verjaring slechts stuiten door het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. In dit geval wordt de verjaring gestuit tot het tijdstip waarop die rechtbank een definitieve beslissing heeft uitgesproken.
Het versturen van een (aangetekende) brief naar de (ex-)werkgever of het indienen van een klacht bij de FSMA (of een andere instantie) stuit de verjaring niet. Wanneer aan bepaalde formaliteiten wordt voldaan kan een ingebrekestelling door een advocaat, gerechtsdeurwaarder of vakbondsafgevaardigde per aangetekende brief met ontvangstbewijs de verjaring eenmalig stuiten voor een nieuwe termijn van één jaar. Door middel van dergelijke buitengerechtelijke ingebrekestelling kan desgevallend de nuttige termijn voor het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank met één jaar worden verlengd.

Wie kan de verjaring stuiten?

De FSMA of een andere officiële instantie kan in uw plaats de verjaring niet stuiten, u moet dat zelf doen. Een syndicale organisatie (vakbond) of een advocaat kan u hierbij helpen.

C.4.2.8. Heeft u sinds 4 maart 2011 gevraagd uw pensioenreserves over te dragen ?

Opgelet voor de verjaring: zie voor meer informatie vraag C.4.2.7.

C.4.3. Uw ex-werkgever werd overgenomen door een andere onderneming.

In bepaalde gevallen is het mogelijk dat de onderneming die uw vroegere werkgever heeft overgenomen (de overnemer), zijn pensioenverplichtingen moet verderzetten. Om dat te weten moet u contact nemen met de overnemer.

Indien u twijfelt of de overnemer de pensioenverplichtingen moet verderzetten, dan kan u contact nemen met de FSMA die een onderzoek kan instellen. Wees er u echter wel van bewust dat het onderzoek van de FSMA de verjaring niet stuit (zie vraag C.4.2.7. voor informatie over het stuiten van de verjaring) .

C.4.3.1. Uw ex-werkgever werd overgenomen en de overnemer zet de pensioenverplichtingen verder.

In het geval de overnemer de pensioenverplichtingen van uw ex-werkgever moet verderzetten, moet u contact nemen met de overnemer. Zie voorgaande vragen naargelang het geval waarin u verkeert:

C.4.3.2. De bedrijfsactiviteit van uw ex-werkgever of uw ex-werkgever werd overgenomen maar de overnemer moet de pensioenverplichtingen niet verderzetten.

Indien uw ex-werkgever nog bestaat, moet hij zijn pensioenverplichtingen ten aanzien van u nakomen. U moet dan ook met hem contact nemen. Zie voorgaande vragen naargelang het geval waarin u verkeert:

Indien uw ex-werkgever niet meer bestaat, kan u enkel actie ondernemen ten aanzien van de vereffenaars van Apra Leven. Het is mogelijk dat de vereffening van Apra Leven niet voldoende opbrengt om iedereen uit te betalen en dat u slechts een deel van uw opgebouwde pensioenreserves kan recupereren.
We raden u aan geregeld contact te nemen met de vereffenaars of de website van Apra Leven te raadplegen (zie vraag A.4.) om te vernemen welke de stand van de vereffening en de vooruitzichten inzake uitbetaling zijn.

C.4.4. Uw ex-werkgever werd in vereffening gesteld of failliet verklaard of bestaat niet meer en de bedrijfsactiviteit werd niet overgenomen door een andere onderneming.

C.4.4.1. Is uw ex-werkgever in vereffening of werd hij failliet verklaard en is de vereffening of het faillissement nog niet afgesloten?

Zie voorgaande vragen naargelang het geval waarin u verkeert:

In verband met de verplichtingen van uw ex-werkgever moet u zich richten tot de vereffenaar (vereffening) of curator (faillissement). In bepaalde gevallen is het mogelijk dat zij nog moeten tussenkomen.

C.4.4.2. Uw ex-werkgever is volledig verdwenen

U kan enkel actie ondernemen ten aanzien van de vereffenaars van Apra Leven. Het is mogelijk dat de vereffening van Apra Leven niet voldoende opbrengt om iedereen uit te betalen en dat u slechts een deel van uw opgebouwde pensioenreserves kan recupereren.

We raden u aan geregeld contact te nemen met de vereffenaars of de website van Apra Leven te raadplegen (zie vraag A.4.) om te vernemen welke de stand van de vereffening en de vooruitzichten inzake uitbetaling zijn.