De FSMA publiceert jaarlijks een aantal kerngegevens over het aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen. De jongste editie van ‘De tweede pensioenpijler in beeld’ bevat de pensioengegevens op 1 januari 2020.
De tweede pensioenpijler omvat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit aanvullend pensioen komt bovenop het wettelijk pensioen.
De pensioenwebsite Mypension.be verzamelt in haar databank DB2P gegevens over het aanvullend pensioen.
In totaal zijn er dit jaar 3.950.000 mensen met een aanvullend pensioen. Dit is een stijging van vijf procent ten opzichte van 2019. Dit aantal stemt overeen met circa 78 procent van de beroepsbevolking.
De opgebouwde pensioenrechten vertegenwoordigen een totaalbedrag van 91,46 miljard euro. Dat is zeven procent meer dan in 2019.
De opgebouwde pensioenrechten bij de werknemers bedragen 63,1 miljard euro en bij de zelfstandigen 28,3 miljard euro.
De organisatie van het aanvullend pensioen hangt nauw samen met het professioneel sociale zekerheidsstatuut. 85 procent van de mensen met een aanvullend pensioen bouwt pensioenrechten op als werknemer, negen procent als zelfstandige en zes procent als werknemer én zelfstandige.
Het initiatief voor de opbouw van een pensioenplan voor werknemers gaat meestal uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In totaal bedragen de opgebouwde pensioenreserves in het kader van een ondernemingsplan 52,8 miljard euro tegenover 5,2 miljard euro in een sectorplan. Deze bedragen houden geen rekening met de pensioenreserves die werknemers opbouwen in bijvoorbeeld een onthaalstructuur.
Werknemers die geen of slechts een heel klein aanvullend pensioen opbouwen bij hun werkgever of sector, kunnen bovendien op eigen initiatief een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) onderschrijven. Voor dit aanvullend pensioenproduct beschikt DB2P voor de eerste keer over cijfers.
Een zelfstandige kan op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige het statuut heeft van zelfstandige bedrijfsleider kan de onderneming voor hem een aanvullend pensioen opbouwen. Zelfstandigen die hun professionele activiteit niet in een vennootschap uitoefenen hebben de mogelijkheid om een pensioen bijeen te sparen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor de Zelfstandigen actief als Natuurlijk Persoon (VAPZNP).
Zelfstandigen bouwden in totaal in het kader van een VAPZ-contract 8,6 miljard euro aan pensioenreserves op, tegenover 19,6 miljard euro aan pensioenreserves voor de zelfstandige bedrijfsleiders en 70,4 miljoen euro binnen het aanvullende pensioenproduct VAPZNP.
De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen - bedraagt 56.057 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve voor de 55-64-jarigen slechts 9.118 euro.
Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 71.171 euro. Dat is een stuk hoger dan bij vrouwen (33.210 euro).
Ook tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 84.258 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.475 euro.
Verzekeringsondernemingen beheren ongeveer viervijfde van de pensioenreserves, waarvan ruim 80 procent in een tak 21-verzekeringsproduct.
Het jaarlijks sectoroverzicht 2020 is beschikbaar op de FSMA-website.