search_api_autocomplete
Home

De tweede pensioenpijler in beeld – overzicht 2021

Persbericht
Pensioenen: een algemene figuur met kleurvlakken en een vergrootglas

De FSMA publiceert jaarlijks een aantal kerngegevens over het aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen. De jongste editie van ‘De tweede pensioenpijler in beeld’ bevat de pensioengegevens op datum van 1 januari 2021.

De tweede pensioenpijler omvat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen  in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit aanvullend pensioen komt bovenop het wettelijk pensioen.

De pensioenwebsite Mypension.be verzamelt in haar databank DB2P gegevens over het aanvullend pensioen.

In totaal zijn er dit jaar 4.030.000 mensen met een aanvullend pensioen. Dit is een stijging van twee procent ten opzichte van 2020. Dit aantal stemt overeen met circa 80 procent van de beroepsbevolking.

De opgebouwde pensioenrechten vertegenwoordigen een totaalbedrag van 96 miljard euro. Dat is vijf procent meer dan in 2020.

De opgebouwde pensioenrechten bij de werknemers bedragen 66,1 miljard euro en bij de zelfstandigen 29,9 miljard euro.

De organisatie van het aanvullend pensioen hangt nauw samen met het professioneel sociale zekerheidsstatuut. 85 procent van de mensen met een aanvullend pensioen bouwt pensioenrechten op als werknemer, negen procent als zelfstandige en zes procent als werknemer én zelfstandige.

Het initiatief voor de opbouw van een pensioenplan voor werknemers gaat meestal uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In totaal bedragen de opgebouwde pensioenreserves in het kader van een ondernemingsplan 55,6 miljard euro tegenover 5,6 miljard euro in een sectorplan. Deze bedragen houden geen rekening met de pensioenreserves die werknemers opbouwen in bijvoorbeeld een onthaalstructuur.  

Werknemers die geen of slechts een heel klein aanvullend pensioen opbouwen bij hun werkgever of sector, kunnen bovendien op eigen initiatief een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) onderschrijven.

Een zelfstandige kan op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige het statuut heeft van zelfstandige bedrijfsleider kan de onderneming voor hem een aanvullend pensioen opbouwen. Zelfstandigen die hun professionele activiteit niet in een vennootschap uitoefenen hebben de mogelijkheid om een pensioen bijeen te sparen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor de Zelfstandigen actief als Natuurlijk Persoon (WAPZNP).

Zelfstandigen bouwden in totaal in het kader van een VAPZ-contract 9,2 miljard euro aan pensioenreserves op, tegenover 20,5 miljard euro aan pensioenreserves voor de zelfstandige bedrijfsleiders en 110,2 miljoen euro binnen het aanvullende pensioenproduct WAPZNP.

De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen - bedraagt 57.582 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve voor de 55-64-jarigen slechts 9.749 euro.

Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 72.826 euro. Dat is een stuk hoger dan bij vrouwen (34.870 euro). 

Ook tussen de professionele statuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 85.989 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.577 euro.

Verzekeringsondernemingen beheren ongeveer viervijfde van de pensioenreserves, waarvan ongeveer 80 procent in een tak 21-verzekeringsproduct.

Het jaarlijks sectoroverzicht 2021 is beschikbaar op de FSMA-website.