De Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) publiceren vandaag een geactualiseerde studie over asset management en shadow banking in België. Deze update past in de periodieke monitoring van deze activiteiten, een markt van 147 miljard euro in België.
De FSMA en de NBB publiceerden in 2017 een eerste omvangrijk rapport over asset management en shadow banking in België. De studie was bestemd voor minister van Financiën Johan Van Overtveldt en opgesteld in uitvoering van de aanbevelingen van de High Level Expert Group over de toekomst van de Belgische financiële sector. Een update, met recente cijfers en analyse van nationale en internationale ontwikkelingen, van dit eerste verslag is nu eveneens beschikbaar.
Het initiële rapport en de update ervan betreffen de evolutie naar een meer marktgeoriënteerd financieel systeem. Daarin vindt financiële bemiddeling ook buiten de banksector plaats. In internationale fora wordt trouwens niet langer shadow banking gehanteerd, maar de betere term non-bank financial intermediation.
Deze wijze van financiering biedt een alternatief voor het ophalen van geld bij banken en helpt de reële economie te ondersteunen. Dit past in het pleidooi in Europa om minder afhankelijk te worden van banken voor de financiering van de economie. Maar non-bank financial intermediation kan - net zoals andere financiële activiteiten - ook aanleiding geven tot systemische risico’s, die de stabiliteit van het financiële systeem kunnen aantasten.
Financiering via markten kan verscheidene vormen aannemen. Op vraag van de High Level Expert Group analyseren de toezichthouders in hun rapporten asset management activiteiten en non-bank financial intermediation. De expertengroep had aanbevolen om de risico’s verbonden aan deze activiteiten en hun verwevenheid met andere sectoren beter op te volgen.
De FSMA en de NBB berekenden op basis van de definitie van de Financial Stability Board, de organisatie die voor de G-20 de hervormingen van de financiële sector op wereldschaal overziet, de omvang van de activiteiten op het vlak van non-bank financial intermediation in België. De totale financiële activa in deze categorie bedroegen eind vorig jaar 147 miljard euro. Deze activa bestaan hoofdzakelijk uit geldmarkt- en beleggingsfondsen die niet kwalificeren als aandelenfondsen. De grote meerderheid van deze fondsen vallen onder toezicht van de Belgische autoriteiten.
In de huidige stand van zaken zijn geen wezenlijke risico’s geïdentificeerd in verband met asset management en non-bank financial intermediation, die de financiële stabiliteit bedreigen. De ontwikkelingen in beide activiteiten en de verbanden met de andere sectoren van de economie moeten wel nauwlettend opgevolgd worden, inclusief mogelijk reputatierisico bij financiële dienstengroepen.
Het gaat om het zogenaamde ‘step-in’ risico waardoor deze groepen zich de facto verplicht zouden voelen om cliënten te vergoeden voor risico’s verbonden aan bijvoorbeeld beleggingsfondsen gecommercialiseerd door deze groepen, zonder dat ze daar contractueel toe gehouden zijn.
De FSMA en de NBB vinden het van groot belang om ontbrekende data over asset management en non-bank financial intermediation te verzamelen. Daarom heeft de FSMA de statistische informatie die beleggingsfondsen moeten overmaken, aangepast en uitgebreid. Binnenkort komt er ook een koninklijk besluit dat de beleggingsfondsen instrumenten aanreikt die aangewend kunnen worden bij eventuele liquiditeitsproblemen.
Minister van Financiën Johan Van Overtveldt: ‘Dit rapport illustreert de grote vooruitgang die bij de ontwikkeling van de kapitaalmarkten in België en Europa is geboekt. Door die vooruitgang kan het geld van de belastingbetaler beter worden beschermd bij financiële rampen, en kunnen tegelijkertijd meer rechtstreekse financieringsbronnen worden aangeboord voor de Belgische economie. Er wordt ook tegemoetgekomen aan mijn bezorgdheid over het gebrek aan transparantie van en toezicht op deze niet-bancaire financieringskanalen. In het licht van de evolutie van shadow banking blijft echter grote waakzaamheid geboden. Er is nog veel werk aan de winkel.’
Gouverneur Jan Smets van de NBB: ‘De risico’s verbonden aan deze activiteiten zijn een prioritair aandachtspunt voor de NBB vanuit de invalshoek financiële stabiliteit. Ook de internationale ontwikkelingen dienen daarbij van nabij te worden opgevolgd’.
Voorzitter Jean-Paul Servais van de FSMA: ‘Non-bank financial intermediation is een nuttige aanvullende financieringsbron voor de reële economie. Maar het is wel belangrijk om de data inzameling verder aan te vullen, met het oog op een goede monitoring, wat de FSMA ook doet’.
|
|
|
Perscontact |
Jim Lannoo |
Geert Sciot |
T direct |
+ 32 2 220 57 06 |
+ 32 2 221 46 28 |
|