De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) publiceert haar nieuwe editie van het driemaandelijks overzicht van de Belgische openbare ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, beter bekend als beleggingsfondsen.
Lichte daling van het totaal nettoactief
Aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 bedroeg het totaal nettoactief van de Belgische openbare ICB’s (instellingen voor collectieve belegging) 228 miljard euro, wat neerkomt op een daling met 1,9 procent tijdens het eerste kwartaal. Deze daling is voornamelijk het gevolg van evoluties op de financiële markten.
Het aantal compartimenten van Belgische openbare ICB’s daalde tijdens het voorbije kwartaal van 570 naar 552. Deze daling is een voortzetting van de neerwaartse langetermijntrend, die wordt verklaard doordat het aantal gestructureerde fondsen dat op vervaldag komt, groter is dan het aantal nieuwe gestructureerde fondsen dat wordt gelanceerd, en door vereffeningen en fusies binnen de sector.
Aanzienlijke netto-inschrijvingen
Tijdens het eerste kwartaal van 2025 vonden netto-inschrijvingen (inschrijvingen min terugbetalingen) plaats voor een totaal van 4,2 miljard euro. Hiermee bereikten de netto-inschrijvingen, op kwartaalbasis, het hoogste resultaat sinds het eerste kwartaal van 2022. Ook tijdens 2024 waren, per kwartaal, netto-inschrijvingen vaak hoger dan gemiddeld.
De gemengde fondsen kenden in het eerste kwartaal van 2025 sterke netto-inschrijvingen, voor een totaal van 1,7 miljard euro.
Pensioenspaarfondsen kenden in het eerste kwartaal netto-terugbetalingen, voor een totaal van 108 miljoen euro. Tot begin 2024 kenden deze fondsen per kwartaal meer inschrijvingen dan terugbetalingen. De netto-terugbetalingen zijn voornamelijk toe te schrijven aan een toename van de terugbetalingen uit deze fondsen.
De gemengde fondsen blijven de grootste categorie (39,5 procent van het totaal nettoactief van Belgische openbare fondsen), gevolgd door aandelenfondsen (36,7 procent) en pensioenspaarfondsen (11,5 procent).
Ruime meerderheid van het nettoactief van de sector heeft duurzame kenmerken
Een groot aantal fondsen legt de nadruk op duurzame kenmerken. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 vertegenwoordigden de zogenaamde ‘artikel 8-fondsen’ en ‘artikel 9-fondsen’ 77,6 procent van het nettoactief van de sector. Artikel 8-fondsen vormen veruit de grootste categorie. Hun aandeel steeg in het eerste kwartaal tot 76,6 procent.
Artikel 8-fondsen kenden tijdens het eerste kwartaal van 2025 significante netto-inschrijvingen, voor een totaal van 5,7 miljard euro.
Fondsen die geen duurzame beleggingen tot doel hebben, noch ecologische of sociale kenmerken promoten, kenden netto-terugbetalingen ten belope van 1,4 miljard euro tijdens het eerste kwartaal van 2025.
Marktontwikkelingen na de afsluiting van het eerste kwartaal
Dit overzicht betreft het eerste kwartaal van 2025. De periode vlak na afsluiting van het eerste kwartaal werd gekenmerkt door een toegenomen volatiliteit op de financiële markten na de aankondiging van Amerikaanse invoertarieven. Deze marktontwikkelingen maken geen deel uit van dit overzicht. Uit de eerste analyses van de FSMA blijkt dat de marktvolatiliteit, die weliswaar weerspiegeld wordt in de waardering van de Belgische openbare beleggingsfondsen, niet geleid heeft tot verhoogde netto-uittredingen of liquiditeitsrisico’s. De FSMA blijft de beleggingsfondsen onder haar toezicht van nabij opvolgen.
***
Het driemaandelijks overzicht van de Belgische openbare ICB’s staat op de website van de FSMA.