Het is van essentieel belang dat gestructureerde producten bij het juiste doelpubliek terechtkomen. Van ontwikkelaars en distributeurs verwacht de FSMA dan ook dat ze bij het afbakenen van de doelmarkt de complexiteit van de onderliggende waarden voor ogen houden, alsook dat ze bij de passendheids- en geschiktheidsbeoordeling peilen naar de kennis van hun cliënt. Zo zouden ze de doelmarkt voor complexe onderliggende waarden (waaronder huisindexen in de zin van het Moratorium) moeten beperken tot beleggers met een sterke financiële kennis, de zogenaamde ‘advanced investors’ volgens de EMT[1]. Cliënten met een gemiddelde of basiskennis van financiële zaken zouden aldus tot de negatieve doelmarkt behoren. Daarnaast zouden distributeurs er moeten voor zorgen dat de wijze waarop het kennisniveau van een individuele niet-professionele cliënt wordt getoetst, passend is. Deze toetsing moet uiteraard uitgebreider en fijnmaziger zijn als de distributeur gestructureerde producten met ingewikkelde onderliggende waarden aanbiedt. Er zou in het bijzonder moeten worden nagegaan of een niet-professionele cliënt in staat is om de kenmerken en risico’s te beoordelen die verbonden zijn aan de huisindexen en om een inschatting te maken van hun impact op het rendement van het product. Het louter verstrekken van advies bij de commercialisering zorgt er immers niet voor dat een niet-professionele cliënt automatisch de nodige kennis heeft om te kunnen beleggen in het product. Tot slot wijst de FSMA erop dat ze eenzelfde inspanning verwacht op het vlak van de voorlichting van het commercieel netwerk. Distributeurs die ervoor opteren om dergelijke producten te verkopen, moeten hun commercieel netwerk een passende opleiding geven over de kenmerken en risico’s van deze producten, inclusief over de methodologie en de voor- en nadelen van de huisindex en de mogelijke correcties van zijn rendement.
[1] European MiFID Template.