search_api_autocomplete

8. Welke geheimhoudingsregels gelden er?

  • De gegevens in verband met de melding van een integriteitsschending, worden binnen de FSMA enkel meegedeeld aan de personen voor wie dat noodzakelijk is om de melding te behandelen. Voor de identiteit van de melder voorziet de FSMA in nog strengere geheimhoudingsregels: in principe neemt enkel de dienst Interne Audit hiervan kennis, en doet deze dienst al het redelijk mogelijke om ervoor te zorgen dat, wanneer zij de melding van een integriteitsschending meedeelt aan de personen binnen de FSMA voor wie dat noodzakelijk is om hun beroepstaken te vervullen, deze mededeling niet rechtstreeks of onrechtstreeks de identiteit van de melder onthult. Enkel indien de melder hiermee instemt, kunnen ook de andere personen binnen de FSMA voor wie dat noodzakelijk is om hun beroepstaken te vervullen, kennisnemen van zijn identiteit. In dat geval – dus enkel indien de melder daarmee instemt – wordt de identiteit van de melder ook opgenomen in het dossier dat resulteert uit de melding van de integriteitsschending.
  • De dienst Interne Audit waarborgt de geheimhouding van de melder, zelfs indien de FSMA de melding meedeelt aan een andere persoon of autoriteit (zoals het parket) in één van de uitzonderlijke gevallen die worden opgesomd in de wet. De FSMA doet in dat laatste geval al het redelijk mogelijke om ervoor te zorgen dat de mededeling aan een andere persoon of autoriteit niet rechtstreeks of onrechtstreeks de identiteit van de melder onthult. Hiervan kan enkel worden afgeweken indien de melder ermee instemt dat de FSMA zijn identiteit onthult aan een andere persoon of autoriteit, of indien de FSMA daartoe wettelijk verplicht is[1]. Bovendien zal de FSMA, indien zij de identiteit van de melder op grond van een wettelijke verplichting moet onthullen, de melder hierover inlichten voorafgaand aan deze onthulling, tenzij die kennisgeving de gerelateerde onderzoeken of gerechtelijke procedures in gevaar zou brengen. Deze voorafgaande kennisgeving bevat tevens een schriftelijke toelichting over de redenen voor de bekendmaking van de betreffende vertrouwelijke gegevens.
  • Tenzij de melder ermee instemt, wijst de dienst Interne Audit ook elke vraag om inzage, uitleg of afschrift van informatie in het bezit van de FSMA ('bestuursdocumenten') af wanneer dit afbreuk doet aan de geheimhouding van de identiteit van de melder.
  • Ten slotte ziet de dienst Interne Audit erop toe dat de identiteit van de beschuldigde wordt beschermd zolang het onderzoek loopt. Tijdens het onderzoek zijn de maatregelen ter bescherming van de identiteit van de melder ook van toepassing op de identiteit van de beschuldigde[2].
 

[1]     Het moet zelfs gaan over een noodzakelijke en evenredige verplichting krachtens bijzondere wetgeving in het kader van een onderzoek door nationale autoriteiten of gerechtelijke procedures.

[2]     De bescherming van de identiteit van de beschuldigde tijdens het onderzoek belet uiteraard niet dat, na het afsluiten van het onderzoek, het directiecomité over de identiteit van de beschuldigde kan worden ingelicht om te beraadslagen over de te nemen maatregelen. Dit verhindert evenmin dat aangifte bij het parket kan worden gedaan indien er mogelijks sprake is van een strafrechtelijke inbreuk door de beschuldigde.