search_api_autocomplete

C.2.6. Opgelet: verjaring !!

Indien nodig moet u stappen ondernemen om de verjaring te stuiten zodat u uw recht om uw aanvullend pensioen op te vragen bij uw (ex-)werkgever niet verliest.

Wat is verjaring?

Verjaring betekent dat u na het verloop van een bepaalde tijd het recht verliest om uw aanvullend pensioen nog van uw (ex-)werkgever op te eisen.

U beschikt slechts over een korte termijn om uw aanvullend pensioen bij uw (ex-)werkgever op te eisen. Is deze termijn voorbij, dan is het niet meer mogelijk om een tussenkomst van uw (ex-)werkgever te eisen.

Hoelang is de verjaringstermijn en vanaf wanneer begint hij te lopen?

De wetgeving werd in 2014 gewijzigd, waardoor de verjaringstermijn op vijf jaar werd gebracht. De verjaringstermijn begint in principe te lopen vanaf de dag volgend op die waarop u voldoet aan de voorwaarden om het aanvullend pensioen op te vragen. Bijvoorbeeld door het opnemen van het wettelijk pensioen.

Indien het pensioenreglement voorziet in de mogelijkheid om het aanvullend pensioen vervroegd op te vragen, dan heeft, naar het oordeel van de FSMA, het bereiken van de vervroegde pensioenleeftijd niet tot gevolg dat de verjaringstermijn begint te lopen, tenzij u effectief beslist om uw pensioen vervroegd op te vragen.

Bijvoorbeeld:

Het pensioenreglement stelt dat de normale pensioenleeftijd 65 jaar is, maar dat het, onder bepaalde voorwaarden, ook mogelijk is om reeds vanaf 60 jaar vervroegd het aanvullend pensioen op te vragen. In dat geval begint de verjaringstermijn te lopen op het ogenblik dat u de normale pensioenleeftijd van 65 jaar bereikt. Als u echter beslist om voordien, bv. op 60 of 62 jaar, uw aanvullend pensioen op te vragen, dan zal de verjaringstermijn al op dat moment beginnen te lopen.

De FSMA is tevens van oordeel dat, indien u na het bereiken van de pensioenleeftijd nog in dienst blijft bij dezelfde werkgever zonder uw aanvullend pensioen op te vragen, de verjaringstermijn pas begint te lopen vanaf de dag volgend op de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Bijvoorbeeld:

Het pensioenreglement stelt dat de normale pensioenleeftijd 65 jaar is. U blijft echter na uw 65ste verder doorwerken bij uw werkgever zonder uw aanvullend pensioen op te nemen. In dat geval begint de verjaringstermijn pas te lopen als u stopt met werken.

De verjaringstermijn van vijf jaar geldt indien de datum waarop u uw aanvullend pensioen kan opvragen op of ná 29 juni 2014 valt (datum van de inwerkingtreding van de nieuwe wettelijke verjaringstermijn).

Indien u de pensioenleeftijd al vóór 29 juni 2014 had bereikt of u uw aanvullend pensioen reeds vóór 29 juni 2014 vervroegd had opgevraagd, dan gelden nog de verjaringstermijnen van de arbeidsovereenkomstenwet. Als u niet meer werkt bij de werkgever die voor u het aanvullend pensioen heeft opgebouwd, bedraagt deze verjaringstermijn in beginsel één jaar na het bereiken van de pensioenleeftijd bepaald in het pensioenreglement. Deze termijn is intussen verstreken.
Indien u na het bereiken van de pensioenleeftijd nog bent blijven werken bij de werkgever die voor u het aanvullende pensioen heeft opgebouwd en dit tot op of na 29 juni 2014, dan geldt, naar het oordeel van de FSMA, de nieuwe verjaringstermijn van vijf jaar vanaf de dag volgend op de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst.

Verjaringskwesties kunnen ingewikkeld zijn en verschillen naargelang uw persoonlijke situatie, waardoor het niet mogelijk is om in het kader van deze FAQ alle mogelijkheden te behandelen. De vraag van een werknemer, die zijn werkgever verlaat vóór pensionering, om zijn pensioenreserves over te dragen, beïnvloedt bijvoorbeeld eveneens de aanvang van de verjaringstermijn (zie vraag C.4.2.7.). Laat u zo nodig bijstaan door een deskundige adviseur, bijvoorbeeld een vakbond of een advocaat.

Wat moet u doen om te vermijden dat uw rechten zouden verjaren?

Als de verjaringstermijn bijna afgelopen is en uw aanvullend pensioen nog steeds niet volledig is uitbetaald, dan is het belangrijk om de verjaring te stuiten. De stuiting van de verjaring heeft voor gevolg dat u uw rechten niet verliest doordat de verjaringstermijn opnieuw van vooraf aan begint te lopen. Het is belangrijk dat u de verjaring stuit nog vóór de verjaringstermijn verstrijkt.

Hoe moet u de verjaring stuiten?

Dit kan op verschillende manieren:

  • door uw (ex-)werkgever te vragen dat hij:
    • a) uitdrukkelijk en schriftelijk erkent dat hij - ondanks de betaling van de verzekeringspremies - ten aanzien van u nog aanvullende pensioenverplichtingen heeft of kan hebben en
    • b) ook uitdrukkelijk en schriftelijk aanvaardt dat de omvang van die verplichtingen later kan worden bepaald.

In dat geval begint de verjaringstermijn opnieuw te lopen de dag na de erkenning van de schuld.

  • weigert de (ex-)werkgever om zijn aanvullende pensioenverplichtingen te erkennen of bent u binnen de nieuwe verjaringstermijn na de erkenning van de pensioenverplichtingen door de (ex-)werkgever nog steeds niet of niet voldoende betaald? Dan kan u de verjaring slechts stuiten door het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank. In dit geval wordt de verjaring gestuit tot het tijdstip waarop die rechtbank een definitieve beslissing heeft uitgesproken.

Het versturen van een (aangetekende) brief naar de (ex-)werkgever of het indienen van een klacht bij de FSMA (of een andere instantie) stuit de verjaring niet. Wanneer aan bepaalde formaliteiten wordt voldaan kan een ingebrekestelling door een advocaat, gerechtsdeurwaarder of vakbondsafgevaardigde per aangetekende brief met ontvangstbewijs de verjaring eenmalig stuiten voor een nieuwe termijn van één jaar. Door middel van dergelijke buitengerechtelijke ingebrekestelling kan desgevallend de nuttige termijn voor het indienen van een verzoekschrift bij de arbeidsrechtbank met één jaar worden verlengd.

Wie kan de verjaring stuiten?

De FSMA of een andere officiële instantie kan in uw plaats de verjaring niet stuiten. U moet dat zelf doen. Een syndicale organisatie (vakbond) of een advocaat kan u hierbij helpen.