- Heeft u bij Apra Leven een groepsverzekering afgesloten voor het beheer van uw pensioentoezegging aan uw personeel ?
- Maakt de vereffening van Apra Leven een einde aan uw pensioentoezegging ?
- Heeft u nog pensioenverplichtingen tegenover de aangeslotenen in het geval u steeds de premies aan Apra Leven heeft betaald?
- Bent u verplicht om alle verzekerde prestaties of alle wiskundige reserves te waarborgen?
- Wat is de omvang van uw pensioenverplichtingen in het geval uw pensioentoezegging van het type vaste prestaties is?
- Wat is de omvang van uw pensioenverplichtingen in het geval uw pensioentoezegging van het type vaste bijdragen is?
- Heeft u nog verplichtingen ten aanzien van werknemers die de onderneming ondertussen hebben verlaten?
- Moet u een beroep doen op een nieuwe pensioeninstelling?
- Moet u het volledige bedrag van de reserves bij Apra Leven onmiddellijk herfinancieren bij een andere pensioeninstelling?
- Bent u verplicht om de aanvullende pensioenen zelf uit te betalen indien Apra Leven niet of onvoldoende betaalt?
- Op welke manier moet de uitbetaling aan aangeslotenen of begunstigden gebeuren?
- Kan u de bedragen die u aan de aangeslotene of de begunstigde heeft uitbetaald, nadien (gedeeltelijk) recupereren bij Apra Leven?
- Over welke mogelijkheden beschikt u om de tekorten aan te zuiveren ?
Dit deel van de FAQ geeft een antwoord op vragen van werkgevers die voor hun personeel een groepsverzekering bij Apra Leven hadden afgesloten.
Vindt u geen antwoord op uw vragen, dan kan u terecht bij verschillende instanties (zie adresgegevens onder vraag A.4.).
- de verplichtingen die voor u als werkgever uit uw pensioentoezegging en de wet voortvloeien ten aanzien van de aangeslotenen (dit zijn de werknemers die zijn aangesloten bij de groepsverzekering of de ex-werknemers die hun pensioenreserves in de groepsverzekering hebben laten staan);
- de stappen die u zou moeten onderemen.
D.2. Maakt de vereffening van Apra Leven een einde aan uw pensioentoezegging?
Neen. De vereffening van Apra Leven maakt geen einde aan uw pensioentoezegging. Een groepsverzekering wordt gesloten ter financiering van een pensioenbelofte van de werkgever aan zijn werknemers. De beëindiging of schorsing van de groepsverzekeringsovereenkomst maakt geen einde aan de pensioentoezegging van de werkgever. Tenzij de pensioentoezegging zou zijn gewijzigd of stopgezet, blijven de aangeslotenen verder rechten opbouwen, ook voor de periode na 4 maart 2011.
Zie vraag D.8. voor meer informatie over wat u te doen staat.
Opgelet:
- De wijziging of stopzetting van een pensioentoezegging is slechts mogelijk voor toekomstige dienstjaren. De in het verleden opgebouwde pensioenrechten kunnen niet worden verminderd.
- Bij de wijziging of stopzetting van een pensioentoezegging moet u rekening houden met de procedures op het vlak van informatie en consultatie van de aangeslotenen die daartoe in de wet betreffende de Aanvullende Pensioenen zijn voorzien. De procedures hangen af van de aard van de pensioentoezegging en van de eventuele aanwezigheid van sociale overlegorganen binnen de onderneming. Meer informatie.
- vooreerst de pensioentoezegging tussen de werkgever en de werknemer die geacht wordt deel uit te maken van de individuele arbeidsovereenkomst;
- daarnaast de verzekeringsovereenkomst tussen de werkgever en de verzekeringsonderneming ter financiering van de pensioentoezegging.
D.4. Bent u verplicht om alle verzekerde prestaties of alle wiskundige reserves te waarborgen?
Neen. Het bedrag waartoe u gehouden bent, is niet noodzakelijk gelijk aan het bedrag waartoe Apra Leven gehouden is. U bent enkel gehouden tot nakoming van uw eigen verplichtingen tegenover de aangeslotenen. Deze kunnen, afhankelijk van de aard van de pensioentoezegging, groter of kleiner zijn dan de verplichtingen van Apra Leven. Indien uw eigen verplichtingen kleiner zijn, bent u niet verplicht om het volledige bedrag van de verzekerde prestaties of de wiskundige reserves van Apra Leven te waarborgen. In dat verband moet een onderscheid worden gemaakt tussen pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen en pensioentoezeggingen van het type vaste prestaties.
DAARENBOVEN legt de wet aan u als werkgever ook een rendementsverplichting op. Volgens artikel 24 van de de wet betreffende de Aanvullende Pensioenen hebben de aangeslotenen bij pensionering of uittreding in alle geval recht op het bedrag van de gestorte werknemersbijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.
Indien er bij het vertrek van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van het aldus wettelijk gewaarborgde bedrag, moet u het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort. Dit betekent dat wanneer de bedragen die in het kader van de vereffening van Apra Leven aan een aangeslotene zullen worden toegekend, minder bedragen dan het bedrag van die wettelijke rendementswaarborg, het verschil te uwen laste is.
Opmerking: enkel de pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder contractuele rendementsgarantie in hoofde van de werkgever wordt hier besproken. Er bestaan ook pensioentoezeggingen van het type vaste bijdragen met een contractuele rendementsgarantie in hoofde van de werkgever en cash balance toezeggingen. Deze worden niet behandeld in deze FAQ omdat volgens de vereffenaars Apra Leven zo'n toezeggingen niet beheert.
Bij een pensioentoezegging van het type vaste bijdragen verbindt de werkgever zich alleen tot de periodieke betaling van in het pensioenreglement vastgestelde bijdragen. De omvang van het uiteindelijke pensioen hangt af van de door de verzekeringsonderneming toegepaste tarieven en eventueel toegekende winstdeelnames. Het uiteindelijke pensioenbedrag maakt bijgevolg niet het voorwerp uit van uw belofte als werkgever. Aangezien u zich als werkgever niet verbindt tot de toekenning van een welbepaald aanvullend pensioen, maar enkel tot de storting van bijdragen, bent u contractueel gezien niet verplicht om de verliezen die aangeslotenen zouden lijden in het kader van de vereffening van Apra leven te vergoeden.
Puur op basis van uw pensioentoezegging hoeft u dus niet tussen te komen.
MAAR: De wet legt aan u als werkgever wel een rendementsverplichting op. Volgens artikel 24 van de wet betreffende de Aanvullende Pensioenen hebben de aangeslotenen bij pensionering of uittreding in alle geval recht op het bedrag van de gestorte werknemers- en werkgeversbijdragen, eventueel onder aftrek van bepaalde kosten, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgestelde rentevoet. Meer informatie.
Indien er bij het vertrek van een aangeslotene een tekort zou bestaan ten opzichte van de aldus wettelijk gewaarborgde bedragen, dan moet u het verschil bijpassen en dit ongeacht de oorzaak van het tekort. Dit betekent dat wanneer de bedragen die in het kader van de vereffening van Apra Leven aan een aangeslotene zullen worden toegekend, minder bedragen dan het bedrag van die wettelijke rendementswaarborg, het verschil te uwen laste is.
Zie vraag D.8. voor meer informatie over wat u te doen staat.
De werknemers die na hun uitdiensttreding hun reserves hebben overgedragen naar een andere pensioeninstelling, zijn niet langer aangesloten bij de pensioentoezegging van hun voormalige werkgever. U hebt dan ook geen verdere verplichtingen ten aanzien van deze ex-werknemers.
D.8. Moet u een beroep doen op een nieuwe pensioeninstelling?
De vereffening van de verzekeringsonderneming maakt immers geen einde aan uw pensioentoezegging (zie vraag D.2.). Tenzij de pensioentoezegging zou zijn gewijzigd of stopgezet, blijven de aangeslotenen verder rechten opbouwen, ook voor de periode na 4 maart 2011. Het beheer van de pensioenrechten met betrekking tot die periode moet u zo snel mogelijk aan een nieuwe pensioeninstelling toevertrouwen. Die pensioenrechten moeten ook onmiddellijk voor hun volledige bedrag gefinancierd worden.
Indien u dat niet zou doen, loopt u een groot financieel risico, in het bijzonder in het geval een aangeslotene zou overlijden. Bij gebrek aan een verzekering van het overlijdensrisico zou de uitbetaling van de beloofde overlijdenswaarborg te uwen laste vallen.
Ook voor de pensioenverplichtingen met betrekking tot de periode vóór 4 maart 2011 doet u er goed aan om zo snel mogelijk een overeenkomst af te sluiten met een nieuwe pensioeninstelling. Dit is eveneens het geval voor een gereduceerde groepsverzekering.
Het sluiten van een nieuwe overeenkomst is belangrijk omdat:
-
bij de afsluiting van de vereffening van Apra Leven de reserves ter beschikking worden gesteld van de verzekeringnemers (dus u als werkgever in geval van een groepsverzekering). U moet deze reserves bij een andere pensioeninstelling onderbrengen. De uitbetaling aan de aangeslotenen is immers maar mogelijk bij hun pensionering, nl. het ogenblik waarop hun wettelijk pensioen ingaat. Meer informatie;
- daarenboven is de kans reëel dat de opbrengst van de vereffening van Apra Leven niet voldoende zal zijn om aan uw pensioenverplichtingen te voldoen en dat u het tekort zal moeten herfinancieren bij een andere pensioeninstelling (zie vraag D.9.);
- in de tussentijd is het mogelijk dat pensioenrechten van aangeslotenen opeisbaar worden (bv. omdat hun wettelijk pensioen is ingegaan). In die gevallen zal u moeten tussenkomen. Om (para)fiscale redenen kan het aangewezen zijn om die uitbetaling te laten verlopen via een pensioeninstelling (zie vragen D.10. en D.11.).
In dat verband doet u er goed aan om een beoordeling te maken van de bijkomende financiering die voor uw pensioentoezegging(en) nodig zou zijn. Dit is uiteraard geen gemakkelijke opgave gezien de onzekerheid met betrekking tot het uiteindelijke resultaat van de vereffening. We raden u aan geregeld contact te nemen met de vereffenaars of de website van Apra Leven te raadplegen (zie vraag A.4.) om te vernemen welke de stand van de vereffening en de vooruitzichten inzake uitbetaling zijn.
Opgelet!
Indien uw pensioentoezegging doorloopt in de periode na 4 maart 2011, moet u voor de nieuwe pensioenrechten zo snel mogelijk een beroep doen op een nieuwe pensioeninstelling. Die nieuwe pensioenrechten moeten onmiddellijk volledig gefinancierd worden (zie vraag D.8.).
Dit zou zich bijvoorbeeld kunnen voordoen:
In het geval de vereffenaars van Apra Leven niet uitbetalen, moet u het volledige bedrag van het aanvullend pensioen, tot beloop van uw eigen verbintenissen, aan de aangeslotene of zijn begunstigde uitbetalen of voor overdracht naar een andere pensioeninstelling beschikbaar stellen. Hetzelfde geldt wanneer een aangeslotene zich tot u richt, nadat de vereffenaars hebben betaald, maar deze betaling onvoldoende blijkt. In dat geval bent u gehouden het tekort, ten aanzien van uw eigen verbintenissen, aan te vullen (zie vragen D.4., D.5. en D.6.).
D.11. Op welke manier moet de uitbetaling aan aangeslotenen of begunstigden gebeuren?
Betalingen aan aangeslotenen die de pensioenleeftijd hebben bereikt kunnen hetzij rechtstreeks aan de betrokken aangeslotene gebeuren, hetzij via tussenkomst van de nieuwe pensioeninstelling. Wij raden u aan u te informeren over de fiscale en parafiscale gevolgen van beide alternatieven. De FSMA is op dat vlak niet bevoegd. Indien u hierover vragen heeft, neemt u best contact op met de fiscale administratie (contactcenter 02 572 57 57, website: minfin.fgov.be) en/of met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (tel. 02 509 31 11, website: www.rsz.fgov.be) en/of met het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (tel. 02 739 79 04, website : www.riziv.fgov.be).
D.13. Over welke mogelijkheden beschikt u om de tekorten aan te zuiveren ?
De Wet betreffende de Aanvullende Pensioenen (art. 5, § 3) verplicht werkgevers om de uitvoering van hun pensioentoezegging toe te vertrouwen aan een pensioeninstelling (d.i. de externaliseringsverplichting). Deze verplichting betekent concreet dat bij de pensioeninstelling voorzieningen moeten worden geboekt tot beloop van minstens de pensioenverplichtingen van de werkgever.
Binnen die context zou het onvoorzichtig zijn om de bij Apra Leven gevestigde voorzieningen, zoals die blijken uit de door de vereffenaars berekende afkoopwaarden, voor hun volledig bedrag als een dekking te beschouwen van uw pensioenverplichtingen. Het valt te vrezen dat u bij de sluiting van de vereffening, die nog jaren kan aanslepen, geconfronteerd wordt met financieringstekorten. De omvang hiervan hangt onder meer af van het type van uw pensioentoezegging (zie vragen D.5 en D.6.).
Vermits de vermoedelijke vereffeningsopbrengst van Apra Leven kleiner is dan uw pensioenverplichtingen en indien u later niet geconfronteerd wenst te worden met een onvolledig gefinancierde pensioentoezegging, is het aan te bevelen om het verschil tussen beide bedragen nu reeds te herfinancieren bij een andere pensioeninstelling.
De FSMA is er zich van bewust dat het aanzuiveren van de (geraamde) tekorten voor veel werkgevers een grote inspanning zal vergen in reeds moeilijke economische tijden. Volgende pistes dienen zich aan om het probleem van het financiering van de (geraamde) tekorten op een haalbare manier op te lossen in het geval een onmiddellijke aanzuivering niet realiseerbaar is:
-
een lening: de nieuwe verzekeringsonderneming naar wie u uw pensioenplan heeft overgebracht, verstrekt u een lening ten bedrage van het (geraamde) tekort, mits het akkoord van de NBB om de betrokken lening als dekkingswaarde te aanvaarden. De pensioentoezegging is opnieuw volledig gefinancierd en u betaalt de lening af volgens het in de leningsovereenkomst bepaald aflossingsplan;
-
een herstelplan op basis van de WAP: onder toezicht van de FSMA kan u de aanzuivering van het (geraamde) tekort spreiden over verschillende jaren.
Deze wijze van aanzuivering moet het voorwerp uitmaken van een overeenkomst tussen de nieuwe verzekeringsonderneming en u zelf en aan de FSMA ter goedkeuring worden voorgelegd. De FSMA ziet erop toe dat het overeengekomen aanzuiveringschema wordt gerespecteerd.
Dit gefaseerde herstel doet geen afbreuk aan de pensioenrechten van de aangeslotenen. Dit betekent dat u, in het geval van uitbetaling van de pensioenprestaties en/of overdracht van reserves tijdens de herstelperiode, eventuele tekorten onmiddellijk ten laste moet nemen (zie vraag D.10. en volgende);
-
oprichten van een instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP) of aansluiten bij een bestaande IBP : u kan tenslotte een IBP oprichten of aansluiten bij een bestaande IBP om uw toezegging zowel voor de toekomst als voor het verleden verder te beheren en uit te voeren. Onder toezicht van de FSMA kan u ook bij de IBP de aanzuivering van het (geraamde) tekort over verschillende jaren spreiden. De FSMA ziet erop toe dat het overeengekomen aanzuiveringschema wordt gerespecteerd.
Dit gefaseerde herstel doet geen afbreuk aan de pensioenrechten van de aangeslotenen. Dit betekent dat u, in het geval van uitbetaling van de pensioenprestaties en/of overdracht van reserves tijdens de herstelperiode, eventuele tekorten onmiddellijk ten laste moet nemen (zie vraag D.10. en volgende).
Aarzel niet om contact te nemen met de diensten van de FSMA in het geval u hierover vragen heeft of meer informatie wenst (e-mailadres: pensions@FSMA.be, telefoon: +32 (0)2 220 55 50, postadres: Congresstraat 12-14, 1000 Brussel)."