search_api_autocomplete
Home

Regels over de vergunning als onafhankelijk financieel planner

  • 2. Wanneer heb ik een vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?

    U hebt een vergunning nodig als onafhankelijk financieel planner als u beroepsmatig raad over financiële planning verstrekt aan niet-professionele cliënten in België.

    Raad over financiële planning is de raad over het optimaliseren van het vermogen van uw cliënt. Deze optimalisatie heeft betrekking op de structuur, de planning in de tijd, de bescherming, de juridische organisatie of de overdracht van zijn vermogen. Hierbij houdt u rekening met de behoeften en de doelstellingen die uw cliënt aangeeft. Het verstrekken van beleggingsdiensten of het verlenen van enig advies over transacties in individuele financiële producten is uitgesloten.

  • 3. Wanneer heb ik geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?

    U verstrekt geen raad over financiële planning en heeft dan ook geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig:

    • wanneer u algemene informatie verstrekt (bv. via brochures / nieuwsbrieven voor een algemene doelgroep). U geeft in dit geval geen specifiek advies aan uw cliënt op grond van zijn behoeften en doelstellingen.
      Voorbeelden:
      • U geeft in het algemeen uitleg aan cliënten over het in een vennootschap onderbrengen van een activiteit, over de juridische gevolgen van alternatieve technieken om een goed te schenken of over bepaalde buitenlandse belastingregimes.
      • U informeert bestaande of potentiële cliënten over nieuwe wetgeving, over standpunten van de fiscale administratie of over bepaalde onderwerpen die van belang zijn in de context van successieplanning.
    • als u specifieke/geïndividualiseerde informatie verstrekt die geen betrekking heeft op de optimalisatie (zie hierboven) van het vermogen van de cliënt, op grond van behoeften en doelstellingen die hij zelf aangeeft.
      Voorbeelden: 
      • U berekent de successierechten die de cliënt verschuldigd is.
      • U geeft informatie over het toepasselijke erfstelsel bij gebrek aan specifieke maatregelen.
      • U geeft fiscale en erfrechtelijke adviezen over een financieel product.
    • als u antwoordt op specifieke vragen. U moet in dit geval steeds concreet nagaan of uw antwoord toch niet als raad over financiële planning geldt. Zo zal er in principe geen sprake zijn van raad over financiële planning als de specifieke vragen volgende kenmerken vertonen:
      • ze hebben betrekking op een specifiek aspect van het recht of een rechtspunt betreffende een specifieke verrichting;
      • het is niet nodig om de volledige situatie van de cliënt te kennen om een nauwkeurig en volledig antwoord te kunnen geven;
      • de antwoorden mogen een persoonlijk karakter hebben.
        Voorbeelden: 
        • Een cliënt wenst een tweede verblijf in Frankrijk te verwerven en wil weten hoe hij die aankoop kan doen.
        • Een cliënt vraagt informatie over de techniek van de gesplitste aankoop vruchtgebruik – blote eigendom.
    • als u een cliënt begeleidt bij de uitvoering van een successie –of vermogensplanning.
      ​​​​​​​Voorbeelden:
      • Een cliënt heeft rechtstreeks bij een advocaat of notaris advies ingewonnen over de structuur van een schenking aan zijn kleinkinderen:
        • er is hem aangeraden om een bankgift te doen. U stelt de nodige documenten op.
        • er is hem aangeraden om een schenking via een notaris te doen en een burgerlijke vennootschap op te richten. U geeft advies over het ontwerp van schenkingsakte opgesteld door de notaris en de statuten opgesteld door de advocaat.
      • Een cliënt heeft rechtstreeks bij een notaris advies ingewonnen met betrekking tot het optimaliseren van zijn huwelijksstelsel of zijn nalatenschap. U leest een ontwerp van huwelijkscontract of testament opgesteld door zijn notaris na.
      • Een cliënt heeft besloten een som geld aan zijn kinderen te schenken en belast u met de uitvoering van die verrichting op basis van een standaardcontract. Uitleg en advies met betrekking tot de gepastheid van vaak voorkomende bedingen in modellen van standaardcontracten, worden niet als raad over financiële planning beschouwd.
    • in bepaalde gevallen waar u simulatiemodellen gebruikt. U moet echter steeds nagaan of het simulatiemodel of de tool die u gebruikt niet als raad over financiële planning in aanmerking komt.
      Voorbeeld: 
      • U gebruikt bij het leveren van beleggingsdiensten een spaarcalculator of simulator waarmee een extrapolatie kan worden gemaakt van de toekomstige inkomsten op basis van de financiële producten in het vermogen.
  • 4. Mag ik “niet-onafhankelijke” financiële planning aanbieden als ik geen gereglementeerde onderneming ben?

    Nee, dat is niet mogelijk.

  • 5. Ik heb geen vergunning nodig als ik raad over financiële planning exclusief verstrek aan één enkele familie. Wat begrijpt men precies onder “familie”?

    Alle personen die onder hetzelfde dak wonen, maar ook alle personen die door bloed- of aanverwantschap een familiale groep vormen zijn familie in de zin van de Wet Financiële Planning. De graad van bloedverwantschap doet niet ter zake.

    Als u toch een vergunning zou willen aanvragen, moet u aan alle vergunningsvoorwaarden voldoen.

  • 6. In het kader van een andere professionele activiteit verstrek ik soms adviezen die kwalificeren als raad over financiële planning. Heb ik een vergunning nodig?

    Of dit toegelaten is, moet u analyseren aan de hand van drie voorwaarden:

    • uw activiteit behoort niet tot de activiteiten die verboden zijn voor een onafhankelijk financieel planner en die zijn opgesomd in artikel 22 §2 van de Wet Financiële Planning (bv. vastgoedmakelaar, betalingsinstelling, …)
    • u bent onderworpen aan een bij wet opgelegde deontologische code; en
    • de deontologische code staat het verstrekken van raad over financiële planning toe.

    Indien deze voorwaarden vervuld zijn, hebt u geen vergunning nodig. Als u toch een vergunning zou willen aanvragen, moet u aan alle vergunningsvoorwaarden voldoen.

  • 7. Ik wil de vergunningsaanvraag indienen in naam van mijn vennootschap. Ik moet daarbij vermelden wie controle uitoefent op de vennootschap. Hoe kan ik dat bepalen?

    Het begrip “controle” heeft betrekking op de aandeelhouders of vennoten die een directe of indirecte controle over de vennootschap uitoefenen. Het gaat met name om de personen die de bevoegdheid hebben om in rechte of in feite een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders van de vennootschap of op de oriëntatie van het beleid.

    De principes zijn vastgelegd in artikel 1:14 – 1:18 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.

    Controle in rechte bestaat wanneer u:

    • de meerderheid van de stemrechten bezit, al dan niet via een overeenkomst met andere aandeelhouders;
    • het recht heeft de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te benoemen of te ontslaan;
    • door de statuten of door met de vennootschap gesloten overeenkomsten over de controlebevoegdheid beschikt;

    Iedere persoon die de controle uitoefent moet een vragenlijst indienen als onderdeel van uw vergunningsaanvraag.

  • 8. Ik wil de vergunningsaanvraag indienen in naam van mijn vennootschap. Ik moet daarbij vermelden wie de effectieve leiding is. Hoe weet ik of ik een effectieve leider ben?

    De effectieve leiding bestaat uit alle personen waarvan de functie binnen de onderneming impliceert dat ze op het hoogste niveau een rechtstreekse en beslissende invloed uitoefenen op het beheer van de bedrijfsactiviteit.

    Sommige functies behoren steeds tot de effectieve leiding. Het gaat daarbij om de uitvoerende bestuurders en de gedelegeerd bestuurder.

    Directeurs, managers, enz. kunnen afhankelijk van de concrete situatie ook deel uitmaken van de effectieve leiding, maar dit is niet noodzakelijk het geval. De onderneming moet daarbij nagaan of deze personen daadwerkelijk op het hoogste niveau een rechtstreekse en beslissende invloed uitoefenen op het beheer van de bedrijfsactiviteit en aldus behoren tot de effectieve leiding. Hun titel is daarbij niet doorslaggevend.

    Personen die uitsluitend aandeelhouder zijn en geen ander mandaat of functie vervullen binnen de onderneming maken geen deel uit van de effectieve leiding.

  • 9. Moet ik als onafhankelijk financieel planner bepaalde diploma’s, certificaten of praktijkervaring hebben?

    U moet permanent beschikken over de passende deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van uw functie. Hetzelfde geldt voor de medewerkers die gemachtigd zijn u te vertegenwoordigen bij het verstrekken van raad over financiële planning. Als de onafhankelijk financieel planner een rechtspersoon is, geldt dit ook voor de leden van de raad van bestuur en de effectieve leiding.

    De FSMA controleert de passende deskundigheid onder meer op basis van de behaalde diploma’s en de gevolgde opleidingen over de vier aspecten die de financiële planning kenmerken: het burgerlijk recht, het fiscaal recht en de fiscaliteit, de sociale zekerheid en de bestaanszekerheid, en de economische en financiële context. Verder analyseert de FSMA ook de ervaring van de kandidaat.

    De FSMA toetst de passende deskundigheid aan de hand van een vragenlijst en eventuele andere relevante informatie waarover zij beschikt. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.