De volgende tuchtsancties kunnen worden opgelegd als een bankdienstverlener een individuele gedragsregel overtreedt of de eed niet aflegt:
- een waarschuwing
- een berisping
- een beroepsverbod van maximaal 3 jaar.
Bij een waarschuwing en een berisping kan ook de verplichting worden opgelegd om opleidingen te volgen.
Het beroepsverbod kan betrekking hebben op alle of enkel op bepaalde activiteiten van bankdienstverlener. Zo kan het beroepsverbod bijvoorbeeld beperkt blijven tot de functies van verantwoordelijke leidinggevende. De bankdienstverlener moet de geviseerde entiteit waar hij zijn activiteiten verricht, ervan op de hoogte brengen als hem een beroepsverbod is opgelegd. Zo niet zal de FSMA de betrokken geviseerde entiteit daarvan zelf informeren.
De FSMA publiceert de tuchtsancties die ze oplegt anoniem op haar website. Bovendien worden die sancties in het centraal register van tuchtsancties en beroepsverboden ingeschreven.