search_api_autocomplete
Home

De FSMA publiceert een update over kosten binnen de tweede en derde pensioenpijler

Persbericht
Two retired people talk to a woman working on a laptop

De FSMA publiceert vandaag een update van het rapport over de kosten binnen de tweede en derde pensioenpijler. Uit de nieuwe gegevens blijkt dat de kosten die de financiële instellingen aanrekenen voor pensioenproducten globaal genomen stabiel zijn gebleven. De rapportering van de kosten stelt de FSMA in staat om verzekeringsproducten met hoge kosten te identificeren. Uit de regelgeving vloeit voort dat verzekeringsondernemingen producten moeten aanbieden die de consument voldoende ‘waar voor zijn geld’ (‘value for money’) bieden. Om deze reden is de FSMA gestart met controles bij verzekeringsondernemingen die de meest dure pensioenproducten aanbieden. Aandachtspunt hierbij is dat de hoge kosten zwaar doorwegen op het rendement. 

De instellingen die aanvullende pensioenproducten aanbieden, rekenen daar kosten voor aan. Die kosten wegen op het eindresultaat. Bij de lancering van de kostentool voor pensioenproducten in april 2024 heeft de FSMA voor de eerste keer een overzicht gepubliceerd van deze kosten. Vandaag publiceert de FSMA een update van dit rapport. De publicatie van deze nieuwe cijfers past in de opvolging door de FSMA van de evolutie van de kosten binnen de tweede en de derde pensioenpijler.

Globaal genomen blijkt dat het kostenpeil tussen 2020 en 2022 stabiel is gebleven. Voor de pensioenen van de tweede pijler noteert de FSMA wel een lichte stijging van de kosten voor tak 23-verzekeringen.

De FSMA onderzocht ook de band tussen kosten en rendementen binnen producten van het type tak 23. In theorie kan een product met hoge kosten een interessante investering vormen, als daar voldoende rendement tegenover staat. Maar uit een vergelijking van de kosten met de effectief behaalde nettorendementen blijkt dat hoge kosten niet garant staan voor hogere rendementen. De FSMA vindt met andere woorden geen bewijs voor de stelling dat hogere kosten een gepaste vergoeding zouden zijn voor hogere nettorendementen.

Uit de regelgeving vloeit voort dat verzekeringsondernemingen producten moeten aanbieden die de consument voldoende ‘waar voor zijn geld’ bieden (‘value for money’). Om deze reden is de FSMA gestart met controles bij verzekeringsondernemingen die tak 23-producten met de hoogste kosten aanbieden. Als de verzekeringsonderneming de hoge kosten niet kan verantwoorden met een afdoende meerwaarde voor de verzekeringnemers, verwacht de FSMA dat de verzekeringsonderneming maatregelen neemt, bijvoorbeeld een verlaging van de kosten of een aanpassing van het fondsenaanbod en/of dekking. 

Deze controles, die worden gevoerd in opvolging van de publicatie van het eerste kostenrapport, hebben reeds tot gevolg gehad dat verzekeringsondernemingen een eerste reeks van concrete maatregelen hebben genomen. Zo heeft de controle tot op vandaag aanleiding gegeven tot aanpassingen binnen 10 producten. Binnen die producten werden 10 fondsen gestopt; bij 59 fondsen werden de kosten verlaagd. Op jaarlijkse basis stemt dit overeen met een gemiddelde daling van de kosten met 0,27%. Rekening houdend met de normale looptijd van een pensioenproduct leidt een kostendaling van 0,27% tot een toename van het pensioenkapitaal met ongeveer 5%. De FSMA zal deze controle in 2025 voortzetten.