search_api_autocomplete
Home

De tweede pensioenpijler in beeld – overzicht 2019

Persbericht
Pensioenen: een algemene figuur met kleurvlakken en een vergrootglas

De FSMA publiceert jaarlijks een aantal kerngegevens met betrekking tot het aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen. De jongste editie van ‘De tweede pensioenpijler in beeld’ bevat de pensioengegevens op datum van 1 januari 2019.

De tweede pensioenpijler omvat de aanvullende pensioenen die mensen opbouwen  in het kader van hun loopbaan als werknemer of zelfstandige. Dit aanvullend pensioen komt bovenop het wettelijk pensioen.

De pensioenwebsite Mypension.be verzamelt in haar databank DB2P gegevens over het aanvullend pensioen.

In totaal zijn er dit jaar 3.759.000 mensen met een aanvullend pensioen. Dit is een stijging van 2 procent ten opzichte van 2018. Dit aantal stemt overeen met circa 75 procent van de beroepsbevolking.

De opgebouwde pensioenrechten vertegenwoordigen een totaalbedrag van 85,6 miljard euro. Dat is 6,5 procent meer dan in 2018.

De opgebouwde pensioenrechten bij de werknemers bedragen 59,3 miljard euro en bij de zelfstandigen 26,2 miljard euro.

De manier waarop het aanvullend pensioen is georganiseerd, hangt nauw samen met het professioneel sociale zekerheidsstatuut. 85 procent van de mensen met een aanvullend pensioen bouwt pensioenrechten op als werknemer, 10 procent als zelfstandige en 5 procent als werknemer én zelfstandige.

Het initiatief voor de opbouw van een pensioenplan voor werknemers gaat meestal uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In totaal bedragen de opgebouwde pensioenreserves in het kader van een ondernemingsplan 49,4 miljard euro, tegenover 4,7 miljard euro pensioenreserves opgebouwd in een sectorplan. Bij deze bedragen wordt geen rekening gehouden met de pensioenreserves die worden opgebouwd binnen bijvoorbeeld de onthaalstructuur.  

Werknemers die geen of slechts een heel klein aanvullend pensioen opbouwen bij hun werkgever, kunnen bovendien op eigen initiatief een Vrij Aanvullend Pensioen voor Werknemers (VAPW) onderschrijven. Voor dit aanvullend pensioenproduct zijn nog geen cijfers beschikbaar in DB2P voor 1 januari 2019.

Een zelfstandige kan op individuele basis een aanvullend pensioen opbouwen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Als een zelfstandige het statuut heeft van zelfstandige bedrijfsleider kan de onderneming voor hem een aanvullend pensioen opbouwen.

Nieuw is dat zelfstandigen die hun professionele activiteit niet in een vennootschap uitoefenen sinds 1 juli 2018 de mogelijkheid hebben om een pensioen bijeen te sparen via het Vrij Aanvullend Pensioen voor de Zelfstandigen actief als Natuurlijk Persoon (VAPZNP). Reeds 3.153 mensen zijn aangesloten bij het VAPZNP.

Zelfstandigen bouwden in totaal in het kader van een VAPZ-contract 7,9 miljard euro aan pensioenreserves op, tegenover 18,3 miljard euro aan pensioenreserves voor de zelfstandige bedrijfsleiders en 26,7 miljoen euro binnen het nieuwe aanvullende pensioenproduct VAPZNP.

De gemiddelde verworven reserve van wie een aanvullend pensioen opbouwt en de pensioenleeftijd nadert – de leeftijdscategorie van 55 tot 64-jarigen - bedraagt 54.384 euro. Achter dit globale gemiddelde gaan grote verschillen schuil. Zo bedraagt de mediaanreserve voor de 55-64-jarigen slechts 8.747 euro.

Bij mannen ligt de gemiddelde verworven reserve voor die leeftijdscategorie op 68.550 euro. Dat is een stuk hoger dan bij vrouwen (32.030 euro). 

Ook tussen de professionele sociale zekerheidsstatuten zijn er grote verschillen qua verworven reserves. Zo beschikt een zelfstandige bedrijfsleider gemiddeld over een pensioenreserve van 81.644 euro, terwijl een aangeslotene bij een sectoraal pensioenplan voor werknemers gemiddeld beschikt over een reserve van 2.425 euro.

Verzekeringsondernemingen beheren viervijfde van de pensioenreserves, waarvan ruim 90 procent in een tak 21-verzekeringsproduct.

Het jaarlijks sectoroverzicht 2019 is beschikbaar op de FSMA-website.