De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) publiceert haar nieuwe editie van het driemaandelijks overzicht van de Belgische openbare ICB’s met een veranderlijk aantal rechten van deelneming, beter bekend als beleggingsfondsen. Dit overzicht betreft het eerste kwartaal van 2024.
Sterke toename van het totaal nettoactief
Aan het eind van het eerste kwartaal van 2024 bedroeg het totaal nettoactief van de Belgische openbare ICB’s (instellingen voor collectieve belegging) 216 miljard euro, wat neerkomt op een stijging met 6,4 procent ten opzichte van het totaal nettoactief op het einde van 2023. Deze stijging werd grotendeels veroorzaakt door de evoluties op de financiële markten. Hiermee bereikt het nettoactief van de sector het hoogste niveau (per einde kwartaal) sinds de eerste publicatie van het trimestrieel dashboard (voor het derde kwartaal van 2021).
Tijdens het eerste kwartaal van 2024 vonden netto inschrijvingen (inschrijvingen min terugbetalingen) plaats, voor een totaal van 1 miljard euro. Deze instroom in de sector betekent een terugkeer uit perioden waarin de netto inschrijvingen beperkt of negatief waren.
Het aantal compartimenten van Belgische openbare ICB’s steeg tijdens het eerste kwartaal van 592 naar 598. Deze stijging gaat in tegen de neerwaartse lange termijntrend, die deels werd verklaard doordat het aantal gestructureerde fondsen dat op vervaldag kwam, groter was dan het aantal nieuwe gestructureerde fondsen dat werd gelanceerd, en door vereffeningen en fusies binnen de sector. Tijdens het eerste kwartaal van 2024 was het aantal compartimenten dat betrokken was bij fusies of vereffeningen, met inbegrip van de gestructureerde fondsen die op vervaldag kwamen, beperkt. Er werden daarentegen meerdere nieuwe fondsen gelanceerd, waaronder gestructureerde fondsen, pensioenspaarfondsen en obligatiefondsen.
Interesse van particuliere beleggers
In het overzicht worden de gegevens vermeld per type fonds, ingedeeld naargelang hun beleggingsbeleid.
Gemengde fondsen en pensioenspaarfondsen zijn populaire fondsen bij particuliere beleggers. De netto-inschrijvingen in zo’n fondsen zijn dus een belangrijke aanwijzing van de belangstelling van particuliere beleggers voor beleggingen in ICB’s.
Gemengde fondsen kenden in het eerste kwartaal van 2024 opnieuw netto-inschrijvingen, voor een totaal van 259 miljoen euro, na twee opeenvolgende kwartalen van netto-uittredingen.
Netto-inschrijvingen in pensioenspaarfondsen bedroegen 16 miljoen euro tijdens het eerste kwartaal. Dit bedrag is veel kleiner dan de voorbije kwartalen, vooral omwille van een stijging van de terugbetalingen.
De gemengde fondsen blijven de grootste categorie (40 procent van het totaal nettoactief), gevolgd door aandelenfondsen (38 procent) en pensioenspaarfondsen (12 procent).
Netto-terugbetalingen uit artikel 9-fondsen
Een groot aantal fondsen legt de nadruk op duurzame kenmerken. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2024 vertegenwoordigden de zogenaamde ‘artikel 8-fondsen’ en ‘artikel 9-fondsen’ 73,1 procent van het nettoactief van de sector. Artikel 8-fondsen vormen veruit de grootste categorie, hun aandeel bedroeg 72 procent.
Artikel 9-fondsen kenden netto-terugbetalingen van 103 miljoen tijdens het voorbije kwartaal. Dit betreft het eerste kwartaal sinds de inwerkingtreding van de SFDR-verordening[1], in maart 2021, waarin het bedrag van de totale terugbetalingen uit deze fondsen groter was dan het totale bedrag van de inschrijvingen.
Artikel 8-fondsen en fondsen die geen duurzame beleggingen tot doel hebben, noch ecologische of sociale kenmerken promoten, kenden netto-inschrijvingen, goed voor respectievelijk 1,1 miljard euro en 34 miljoen euro.
***
Het driemaandelijks overzicht van de Belgische openbare ICB’s staat op de website van de FSMA.
[1] Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende informatieverschaffing over duurzaamheid in de financiëledienstensector