search_api_autocomplete
Home

Onderzoek: Hoe gaan gezinnen om met geld?

Persbericht

Wikifin.be/FSMA onderzocht welke thema’s rond geldzaken aan bod komen in gezinnen. Naarmate de kinderen ouder worden, komen er andere geldgerelateerde thema’s aan bod. Het onderzoek past in het kader van De Week van het Geld.

Jongere ouders sparen meer

Veel ouders sparen voor hun kinderen: 3 op 4 zet een centje opzij voor hen. Vooral jonge ouders sparen meer en met grotere regelmaat voor hun kinderen in vergelijking met ouders die al wat ouder zijn.

De spaarrekening is de meest populaire vorm van sparen. Ouders kunnen sparen op een spaarrekening op naam van het kind of op hun eigen naam. Als ouders kiezen voor een spaarrekening op naam van het kind, dan zijn die spaarcenten van het kind vanaf zijn 18de verjaardag.

Meer dan 80% van de zesjarigen heeft een spaarrekening. Dat percentage stijgt bijna niet meer vanaf die leeftijd. Als kinderen een spaarrekening hebben, hebben ze die dus meestal vanaf erg jonge leeftijd.

Zakgeld: financiële vorming op kleine schaal

Na de spaarrekening komt het zakgeld. Uit het onderzoek blijkt dat 2 op de 3 ouders zakgeld geven aan hun kinderen. Ook kleine kinderen krijgen zakgeld: 74% van de kinderen die zakgeld krijgen zijn jonger dan 13 jaar.

Het geven van zakgeld is hét ideale en aangewezen moment om met de kinderen te praten over geld. Zo’n gesprek daagt ook jonge kinderen uit om bewust na te denken over geldzaken, en dat vanaf jonge leeftijd.

Ruim 80% van de jongeren loopt met een winkel op zak

Bij oudere kinderen komt er vaak een nieuwe uitgavepost bij: de smartphone. 80% van de 12-jarigen heeft een eigen smartphone. Het is een duidelijke maatschappelijke trend om een eigen smartphone te hebben. De meerderheid van de jongeren heeft dus een winkel op zak. Ze kunnen betalende apps downloaden, spelletjes spelen tegen betaling, … De komst van deze nieuwe uitgavepost in het leven van de jongere is een goed moment voor ouders om met de kinderen te spreken over geldzaken.

70% van de kinderen heeft geen idee wat ouders verdienen

Bijna alle ouders praten met hun kinderen over geld, maar het gebeurt niet vaak. Sommige onderwerpen zoals loon worden minder gemakkelijk aangesneden. Recent onderzoek leerde dat veel schoolverlaters hun eerste loon te hoog inschatten. Door ook over dit onderwerp binnen het gezin te praten, zorgen ouders ervoor dat hun kinderen een meer realistisch perspectief krijgen op hun eerste job. Uit het onderzoek blijkt dat 70% van de kinderen geen weet heeft hoeveel hun ouders ongeveer verdienen.

‘Hotel mama’ blijft niet gratis

Tweederde van de ouders vindt dat inwonende kinderen met een job moeten bijdragen voor kost en inwoon. Het moment waarop al dan niet beslist wordt om een bijdrage te vragen aan de kinderen, is een uitgelezen moment om met de kinderen te praten over de realistische kosten van een huishouden.

Financiële vorming verdient een plaats in het gezin

Het is goed als ouders financiële vorming een plaats geven binnen het gezin. Zo bereiden ze hun kinderen voor op het moment dat ze financieel onafhankelijk worden. De uitdaging voor de ouders is om met hun kinderen op het goede moment de juiste onderwerpen te bespreken.

Financiële vorming is een levenslang en duurzaam proces voor iedereen. Ze heeft een essentiële plaats in elke levensfase. Een belangrijke rol is weggelegd voor het onderwijs. Wikifin.be heeft hiervoor een ruim aanbod. Naast het onderwijs vormt het gezin de belangrijkste plaats voor financiële vorming voor kinderen en jongvolwassenen.

Wenst u de andere resultaten van het onderzoek ook te raadplegen? Klik dan hier

Over het onderzoek

Het onderzoek kwam tot stand in het kader van De Week van het Geld (www.deweekvanhetgeld). Het doel van De Week van het Geld is geldzaken zo breed mogelijk bespreekbaar te maken. Het gezin is daar een van de uitgelezen plaatsen voor. Marktonderzoeksbureau TNS voerde het onderzoek uit aan de hand van een online vragenlijst. De bevraging vond plaats in februari 2016. 1.088 ouders, tussen 25 en 59 jaar met schoolgaande of studerende kinderen die in het gezin wonen, werden bevraagd. Aan de hand van de bevraging van deze ouders verzamelde TNS ook informatie over meer dan 1.710 kinderen.