search_api_autocomplete
Home

Strijd tegen Closet Indexing – De FSMA heeft een totaal nieuwe methodologie ontwikkeld

Persbericht
Voorstelling van een koers met grafieken

Closet Indexing is de praktijk waarbij een beleggingsfonds als een actief beheerd fonds wordt gepromoot, terwijl het eigenlijk een referentie-index (benchmark) van dichtbij volgt. De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) heeft een totaal nieuwe methodologie ontwikkeld om eventuele Closet Indexers op de markt van de Belgische openbare fondsen op te sporen.

Closet Indexing: een nadelige praktijk voor de beleggers

Deze praktijk is nadelig voor de beleggers omdat ze, enerzijds, niet kunnen terugvallen op het actieve beheer dat wordt beschreven in het beleggingsbeleid, en, anderzijds, hogere kosten moeten betalen dan de kosten die voor een passief beheer worden aangerekend. De beleggers krijgen dus een passief beheer, maar betalen voor een actief beheer.

De FSMA heeft een totaal nieuwe methodologie ontwikkeld

De analyses die ESMA eerder op Europees niveau uitvoerde om potentiële Closet Indexers op te sporen, focusten uitsluitend op de aandelenfondsen (37% van de markt). Omdat de gemengde fondsen (42% van de markt) – die zowel in aandelen als in obligaties beleggen – en, in mindere mate, de obligatiefondsen (6% van de markt) zo’n belangrijke plaats innemen op de markt van de Belgische openbare fondsen, heeft de FSMA de scope van de analyses uitgebreid.

De FSMA heeft, op basis van de input van haar expertisecentrum voor data-analyse, een totaal nieuwe methodologie ontwikkeld voor de opsporing van potentiële Closet Indexers. Deze methodologie kan op alle fondsen worden toegepast, ongeacht hun beleggingsbeleid (aandelen, obligaties of gemengd).

De methodologie vergelijkt daartoe onder meer de prestaties van de fondsen met de prestaties van combinaties van indices. Door te werken met die combinaties van indices kan het toepassingsgebied worden uitgebreid: vele fondsen, vooral gemengde fondsen, gebruiken immers verschillende indices (bijvoorbeeld een index voor het aandelenluik van hun portefeuille en een andere voor het obligatieluik). Deze methodologie vereist performante analysetools, omdat het aantal mogelijke combinaties van indices (in functie van de gebruikte indices en de onderlinge weging ervan) enorm groot is.

Er werd geen enkele Closet Indexer opgespoord

Deze methodologie werd toegepast op de markt van de Belgische openbare fondsen. De kwantitatieve analyse leek te wijzen op de aanwezigheid van een aantal potentiële Closet Indexers. Maar de kwalitatieve analyses hebben daarna uitgewezen dat het in werkelijkheid niet om Closet Indexers ging. Via de analyses kon dus geen enkele Closet Indexer worden geïdentificeerd. Goed nieuws voor de beleggers.

... maar 4 fondsen waren niet transparant genoeg

Voor 4 fondsen heeft de FSMA een diepgaande analyse uitgevoerd, vooral op basis van interne documenten waarvan zij kennis heeft kunnen nemen. Bij die analyse heeft zij vastgesteld dat bij het beheer van die 4 fondsen naar een index wordt verwezen. Dat wordt echter niet vermeld in de informatie die ter beschikking wordt gesteld van de klanten.

Het gaat hier echter niet om Closet Indexing, omdat die fondsen er niet naar streven die index van dichtbij te volgen. Het feit dat die fondsen een index gebruiken, bijvoorbeeld omdat zij beter willen presteren dan die index, moet echter wel aan de beleggers worden meegedeeld. Deze 4 fondsen zullen hun documentatie aanpassen om de transparantie naar de beleggers toe te vergroten.

Waakzaamheid blijft geboden

De ontwikkelde methodologie biedt de FSMA een bijkomende tool om ervoor te zorgen dat de praktijk van Closet Indexing geen vaste voet krijgt in België. Op geregelde tijdstippen zullen dan ook soortgelijke analyses worden uitgevoerd.