Een kredietgever mag kredieten van andere kredietgevers verdelen. Die kredietgever oefent bijgevolg een kredietbemiddelingsbedrijf uit en moet er dus op toezien dat hij:
- een of meer verantwoordelijken voor de distributie aanduidt, die over de vereiste beroepskennis, passende deskundigheid en professionele betrouwbaarheid beschikken;
- erop toeziet dat alle personen in contact met het publiek voldoen aan de voorwaarden inzake de vereiste beroepskennis beschikken; en
- een beroepsaansprakelijkheidsverzekering afsluit.
Een kredietgever mag deze bemiddelingsactiviteiten uitoefenen voor die kredietactiviteiten waarvoor hij een vergunning als kredietgever heeft.
Wanneer een kredietgever, in het kader van die bemiddelingsactiviteiten, kredieten van derde kredietgevers verkoopt via zijn eigen netwerk van verbonden agenten, worden die verbonden agenten niet als subagenten beschouwd.
De verbonden agenten van een kredietgever mogen ook producten verkopen van kredietgevers die niet tot dezelfde groep behoren, en waarmee de kredietgever die de bemiddelingsactiviteit uitoefent, een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten. Dit mag echter enkel op voorwaarde dat deze laatste de volledige en onvoorwaardelijke aansprakelijkheid voor deze bemiddelingsactiviteit op zich neemt.
Alle betrokken partijen (de kredietgever die de bemiddelingsactiviteit uitoefent, zijn verbonden agenten en de derde kredietgevers) moeten ervoor zorgen dat ze in hun documentatie en reclame de consumenten steeds volledig informeren over de hoedanigheid waarin zij optreden, en over de aard en de reikwijdte van hun bevoegdheden.