search_api_autocomplete

Verwachte rendementen en parameters voor de berekening van de verwachte aanvullende pensioenprestatie in het pensioenoverzicht

On this page

In uitvoering van het Koninklijk besluit van 20 juni 2024 tot vaststelling van de hypothesen en de methodologie voor de berekening van de verwachte aanvullende pensioenprestatie in het pensioenoverzicht, stelt de FSMA jaarlijks de verwachte rendementen en berekeningsparameters vast overeenkomstig de berekeningsmethoden beschreven in de stappen 2 tot en met 4 van Bijlage I en de stappen 1 en 2 van Bijlage II.

De verwachte rendementen en berekeningsparameters van toepassing voor de opstelling van de pensioenoverzichten met de situatie op 1 januari 2026 zijn als volgt:

Voor de pensioentoezeggingen en pensioenovereenkomsten beheerd door een verzekeringsonderneming in tak 23 of beheerd door een IBP met een middelverbintenis

Parameters voor de berekening van de drie scenario’s voor de 6 modelportefeuilles:

Naam van de modelportefeuilleClassificatie op basis van de activatoewijzingRendement meest realistisch scenarioDelta ongunstig scenarioDelta gunstig scenarioMinimaal stressniveau
Pensioentoezeggingen of pensioenovereenkomsten die verwijzen naar de OLO'sOverheidsobligaties: 100%3,12% -1,64% 1,53% 5,88%
Zeer defensiefVastrentend: 80% - 100%
Niet-vastrentend: 0% - 20%
3,18% -1,51% 1,43% 5,45%
DefensiefVastrentend: 60% - 80%
Niet-vastrentend: 20% - 40%
4,4% -2,07% 1,94% 7,33%
NeutraalVastrentend: 40% - 60%
Niet-vastrentend: 40% - 60%
 4,91%-2,67%2,39%  9,2%
DynamischVastrentend: 20% - 40%
Niet-vastrentend: 60% - 80%
 5,44%-3,39% 2,89% 11,35%
Zeer dynamischVastrentend: 0% - 20%
Niet-vastrentend: 80% - 100%
 5,95%-4,16% 3,38% 13,53%
  • De eerste twee kolommen bevatten de benaming van de 6 modelportefeuilles en hun classificatie op basis van de onderliggende activatoewijzing (cfr. Stap 1 van Bijlage I);
  • De derde kolom bevat per modelportefeuille het verwacht rendement voor het meest realistisch scenario (cfr. Stap 2 van Bijlage I);
  • De vierde kolom bevat per modelportefeuille de negatieve delta die aan het verwacht rendement voor het meest realistisch scenario moet worden toegevoegd voor de berekening van het ongunstig scenario (cfr. Stap 3 van Bijlage I);
  • De vijfde kolom bevat per modelportefeuille de positieve delta die aan het verwacht rendement voor het meest realistisch scenario moet worden toegevoegd voor de berekening van het gunstig scenario (cfr. Stap 3 van Bijlage I);
  • De laatste kolom bevat per modelportefeuille het minimale stressniveau voor het gunstig en het ongunstig scenario (cfr. Stap 4 van Bijlage I)

Voor de pensioentoezeggingen en pensioenovereenkomsten beheerd door een verzekeringsonderneming in tak 21 of beheerd door een IBP met een resultaatsverbintenis

De verwachte rendementen voor de berekening van het gunstig scenario, het meest realistisch scenario en het ongunstig scenario (cfr. Stappen 1 en 2 van Bijlage II):

Gunstig scenario2,33%
Realistisch scenario1,98%
Ongunstig scenario1,63%