search_api_autocomplete
123.

Wat is een "aandeelhouder die de controle over de vennootschap uitoefent"?

Aandeelhouders of vennoten die in rechte of in feite de controle over de vennootschap uitoefenen, zijn personen die bij de aanstelling van de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders  een beslissende invloed hebben of die het beleid kunnen aansturen dat de vennootschap voert.

De concrete wettelijke regels in verband met de controle over de vennootschappen, vindt men terug in de artikelen 1:14 tot en met 1:18 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen van 23 maart 2019:
 

Wetboek vennootschappen en verenigingen - Hoofdstuk 1. Controle
Art. 1:14 § 1. Onder " controle " over een vennootschap wordt verstaan, de bevoegdheid in rechte of in feite om een beslissende invloed uit te oefenen op de aanstelling van de meerderheid van bestuurders of zaakvoerders of op de oriëntatie van het beleid.
§ 2. De controle is in rechte en wordt onweerlegbaar vermoed :
  • 1° wanneer zij voortvloeit uit het bezit van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen of andere effecten van de betrokken vennootschap;
  • 2° wanneer een vennoot het recht heeft de meerderheid van de bestuurders of zaakvoerders te benoemen of te ontslaan;
  • 3° wanneer een vennoot krachtens de statuten van de betrokken vennootschap of krachtens met die vennootschap gesloten overeenkomsten over de controlebevoegdheid beschikt;
  • 4° wanneer op grond van een overeenkomst met andere vennoten van de betrokken vennootschap, een vennoot beschikt over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen of andere effecten van die vennootschap;
  • 5° in geval van gezamenlijke controle.
§ 3. De controle is in feite wanneer zij voortvloeit uit andere factoren dan bedoeld in § 2.
Een vennoot wordt, behoudens bewijs van het tegendeel, vermoed over een controle in feite te beschikken op een vennootschap, wanneer hij op de voorlaatste en laatste algemene vergadering van deze vennootschap stemrechten heeft uitgeoefend die de meerderheid vertegenwoordigen van de stemrechten verbonden aan de op deze algemene vergaderingen vertegenwoordigde aandelen of andere effecten.

Art. 1:15 Voor de toepassing van dit wetboek wordt verstaan :

  • 1° onder " moedervennootschap ", de vennootschap die een controlebevoegdheid uitoefent over een andere vennootschap;
  • 2° onder " dochtervennootschap ", de vennootschap ten opzichte waarvan een controlebevoegdheid bestaat.

 Art. 1:16 § 1. Om de controlebevoegdheid vast te stellen :

  • 1° wordt de onrechtstreekse bevoegdheid via een dochtervennootschap bij de rechtstreekse bevoegdheid geteld;
  • 2° wordt de bevoegdheid van een persoon die optreedt als tussenpersoon van een andere persoon, geacht uitsluitend in het bezit te zijn van laatstgenoemde.
Om de controlebevoegdheid vast te stellen wordt geen rekening gehouden met een schorsing van stemrechten, noch met de stemrechtbeperkingen bedoeld in dit wetboek of in wettelijke of statutaire bepalingen met een soortgelijke uitwerking.
Voor de toepassing van artikel 1:14, § 2, 1° en 4° moeten de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen of andere effecten van een dochtervennootschap worden verminderd met de stemrechten verbonden aan de aandelen of andere effecten van deze dochtervennootschap, gehouden door laatstgenoemde zelf of door haar dochtervennootschap. Dezelfde regel is van toepassing in het in artikel 1:14, § 3, tweede lid, bedoelde geval, wat de aandelen of andere effecten betreft die op de laatste twee algemene vergaderingen zijn vertegenwoordigd.
 § 2. Onder " tussenpersoon " wordt verstaan, elke persoon die optreedt krachtens een overeenkomst van lastgeving, commissie, portage, naamlening, fiducie of een overeenkomst met een gelijkwaardige uitwerking, voor rekening van een andere persoon.
Art. 1:17. Onder " exclusieve controle " moet worden verstaan, de controle die een vennootschap alleen of samen met één of meer van haar dochtervennootschappen uitoefent.
Art. 1:18. Onder " gezamenlijke controle " moet worden verstaan, de controle die een beperkt aantal vennoten samen uitoefenen, wanneer zij zijn overeengekomen dat beslissingen omtrent de oriëntatie van het beleid niet zonder hun gemeenschappelijke instemming kunnen worden genomen.
Onder " gemeenschappelijke dochtervennootschap " wordt verstaan, de vennootschap ten opzichte waarvan een gezamenlijke controle bestaat.