search_api_autocomplete
338.

Welke hypotheses inzake verhoogde waakzaamheid gelden in het kader van de antiwitwasbestrijding?

De wet gaat in op specifieke gevallen waarin de onderworpen entiteit maatregelen van verhoogde waakzaamheid moet nemen. Dat is onder meer het geval:

  • wanneer de relatie een persoon betreft die in een land met een hoog risico is gevestigd. De lijst van derde landen met een hoog risico is beschikbaar op de website van de FOD Financiën;
  • wanneer de verrichting verband houdt met een Staat zonder of met een lage belasting of wanneer, bij die verrichting, een persoon betrokken is die in een dergelijke Staat is gevestigd dan wel aan het recht van een dergelijke Staat is onderworpen. Deze Staten staan op de lijst van “fiscale paradijzen” die in het Belgisch Staatsblad[1] wordt gepubliceerd;
  • wanneer een zakelijke relatie wordt aangegaan met een politiek prominent persoon (PPP) of met een naaste geassocieerde van die PPP (familielid of persoon die als een naaste geassocieerde bekendstaat). Een PPP is een persoon die, hetzij in België, hetzij in het buitenland, een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft. De lijst van de precieze functies die worden geviseerd, gaat als bijlage IV bij de AML-wet.

In het geval van een PPP, een familielid van die PPP of een naaste geassocieerde van die PPP moet de entiteit de volgende maatregelen nemen:

1° toestemming verkrijgen van een lid van het hoger leidinggevend om een zakelijke relatie met een dergelijke persoon aan te gaan of voort te zetten, of om een occasionele verrichting voor een dergelijke persoon uit te voeren;

2° passende maatregelen nemen om de oorsprong vast te stellen van het vermogen en van de geldmiddelen die bij zakelijke relaties of verrichtingen met dergelijke personen worden gebruikt;

3° een verscherpt toezicht uitoefenen op de zakelijke relatie.

 

[1] Artikel 179 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.