search_api_autocomplete

Vragen en antwoorden (FAQ)

  • Hoe beoordeelt de FSMA of een voorgenomen verwerving van een deelneming de kandidaat-verwerver de mogelijkheid zou bieden invloed van betekenis op de bedrijfsvoering van de VVB uit te oefenen?

    De FSMA let op volgende niet-uitputtende lijst van factoren:

    (a) het bestaan van regelmatige transacties van betekenis tussen de kandidaat-aandeelhouder en de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ;

    (b) de relatie van elke vennoot of aandeelhouder met de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ;

    (c) eventuele aanvullende rechten van de kandidaat-aandeelhouder op de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    op grond van een gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten of andere oprichtingsdocumenten van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ;

    (d) is de (kandidaat-)aandeelhouder lid van, of heeft hij een vertegenwoordiger of kan hij een vertegenwoordiger benoemen in het leidinggevend orgaan, het leidende orgaan in zijn toezichthoudende functie of een soortgelijk orgaan van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ?

    (e) de algemene eigendomsstructuur van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    of van een moederonderneming van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    , waarbij met name wordt gelet op de vraag of de aandelen of deelnemingen en stemrechten verdeeld zijn over een groot aantal aandeelhouders of vennoten;

    (f) het bestaan van relaties tussen de kandidaat-aandeelhouder en de bestaande aandeelhouders en een eventuele aandeelhoudersovereenkomst die de kandidaat-aandeelhouder in staat zou stellen om invloed van betekenis uit te oefenen;

    (g) de positie van de kandidaat-aandeelhouder binnen de groepsstructuur van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ; en

    (h) de mogelijkheid van de kandidaat-aandeelhouder om deel te nemen aan de operationele en financieel-strategische besluiten van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    .

  • Mag een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies de compliancefunctie uitbesteden?

    Voor kleinere instellingen wordt aanvaard dat de compliancefunctie uitgeoefend wordt door een lid van de effectieve leiding en dat ze beroep doen op een externe deskundige. De complianceactiviteiten mogen geheel of gedeeltelijk aan deze externe deskundige worden toevertrouwd.

    De uitbesteding mag echter niet slaan op de compliancefunctie zelf. Deze functie, alsook de verantwoordelijkheid voor de naleving en de wetten, moeten binnen de onderneming blijven, die bijgevolg over een erkende complianceofficer moet beschikken.

    Ondernemingen die beroep doen op een externe deskundige moeten zich vergewissen van de bekwaamheid, beschikbaarheid en objectiviteit van de deskundige, met respect voor de gezonde beheerspraktijken bij uitbesteding.

    Concreet moet de erkende complianceofficer minstens:

    • zich ervan vergewissen dat het compliance-actieplan, al dan niet opgesteld door de externe deskundige, alle risico's omvat die eigen zijn aan de activiteiten van de onderneming, en dat het wordt uitgevoerd;
    • op elk ogenblik in staat zijn om dit actieplan en de voortgang van de uitvoering ervan toe te lichten;
    • een volledig zicht hebben op de zwaktes en problemen die de externe deskundige heeft geïdentificeerd, en ze opvolgen op basis van concrete uitvoeringstermijnen;
    • het aanspreekpunt van de FSMA blijven inzake compliance ;
    • de verantwoordelijkheid behouden voor het complianceverslag dat elk jaar aan de FSMA moet worden meegedeeld.

    Als de compliance-activiteiten aan een externe deskundige zijn toevertrouwd, wordt aanvaard dat de erkende complianceofficer operationele taken uitvoert, waaronder het beheer van relaties met cliënten.

    Om zijn onafhankelijkheid niet in het gedrang te brengen, is het echter niet toegelaten dat de erkende complianceofficer

    • een variabele vergoeding ontvangt;
    • zichzelf controleert.

    De Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    moet de FSMA vooraf op de hoogte brengen van haar voornemen om het geheel of een deel van de taken van de compliancefunctie aan een externe deskundige toe te vertrouwen en moet rekening houden met de mogelijke opmerkingen van de FSMA.

  • Mag een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies de interneauditfunctie uitbesteden?

    De interneauditfunctie kan worden uitbesteed. Dat geldt ook voor de verantwoordelijkheid voor die functie. In dat geval rapporteert de (externe) interne auditor aan de voltallige raad van bestuur en kan een lid van die raad van bestuur, in bepaalde gevallen, wordt belast met de follow-up van de aanbevelingen. In dat verband wordt aanbevolen te opteren voor een onafhankelijk bestuurder.

  • Welke regels omkaderen de samenwerking tussen een VVB en een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten?

    Een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    die beroep wil doen op een tussenpersoon moet:

    • zich ervan vergewissen dat deze tussenpersoon is ingeschreven in het register van de tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten (of in het daartoe bestemde register voorzien in de lidstaat van oorsprong van de tussenpersoon). Als de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
      kennis heeft van elementen die twijfel doen rijzen over de naleving van de inschrijvingsvoorwaarden door een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
      Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

      Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
      Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

      Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
      waar hij beroep op doet, moet hij deze elementen onmiddellijk aan de FSMA meedelen.
    • zich ervan vergewissen dat de tussenpersonen voorafgaandelijk aan de dienstverlening aan de Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
      meedelen in welke hoedanigheid zij optreden;
    • passende maatregelen nemen om de activiteiten van de tussenpersonen waarop ze beroep doen, te controleren.

    De samenwerking tussen een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    moet voorafgaandelijk het voorwerp uitmaken van een geschreven overeenkomst. Deze overeenkomst moet de boekhoudkundige en administratieve procedures vastleggen die de tussenpersoon moet naleven.

    Voor agenten moet de overeenkomst bepalen dat de agent enkel mag optreden in naam en voor rekening van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en moet ze de werkzaamheden, andere dan de bemiddelingsactiviteiten, bepalen die de agent mag uitvoeren en/of de procedure bepalen om van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    de toelating tot cumuleren te krijgen. De agent handelt onder volledige en onvoorwaardelijke verantwoordelijkheid van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    , die moet nagaan of de agent zijn wettelijke verplichtingen nakomt.

    Een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    mag andere professionele activiteiten uitvoeren naast de bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten, op voorwaarde:

    1. dat ze noch zijn eigen reputatie, noch die van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
      aantasten ;
    2. dat ze organisatorisch en boekhoudkundig volledig gescheiden zijn van de activiteiten van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten; bij de uitoefening van zijn professionele activiteiten moet de tussenpersoon vermijden om te verwijzen naar zijn activiteiten van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten in zijn contacten met het publiek, behalve als deze contacten enkel naambekendheid beogen; de vereiste van organisatorische scheiding geldt niet voor de professionele activiteiten die hij uitoefent als Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
      Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

      Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
      Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

      Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
      , in (her)verzekeringen of in kredietverlening;
    3. dat hij de toestemming van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
      heeft gekregen voor het cumuleren met andere functies.
  • Welke regels omkaderen de samenwerking tussen een VVB en een klantenaanbrenger?

    Onderscheid tussen klantenaanbrenger en tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten

    Overeenkomstig artikel 4, 2° van de wet van 22 maart 2006 is een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    een natuurlijke persoon, werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, of een rechtspersoon die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent in de zin van artikel 4, 1° van de wet van 22 maart 2006.

    Volgens artikel 4, 1° van de wet van 22 maart 2006 is 'bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten': het uitoefenen van werkzaamheden die bestaan in het met elkaar in contact brengen van spaarders en beleggers enerzijds en vergunde ondernemingen anderzijds, met inbegrip van promotie, met het oog op het tot stand brengen voor rekening van een In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn er twee soorten gereglementeerde ondernemingen: 

    kredietinstellingen, en
    beleggingsondernemingen.
    van een van de volgende bank- of beleggingsdiensten:

    a) het in ontvangst nemen van deposito's en andere terugbetaalbare gelden, in de zin van artikel 4, 1), van de bankwet;

    b) het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten;

    c) het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie;

    d) de verhandeling van effecten van (alternatieve) collectieve beleggingen of van instellingen van (alternatieve) collectieve beleggingen.

    Een Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    moet niet ingeschreven zijn in het register van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten op voorwaarde dat hij geen van de activiteiten uitoefent in de zin van artikel 4, 1° van de wet van 22 maart 2006.

    De Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    moet zijn activiteit beperken tot het doorgeven van de identiteit van de potentiële klant aan de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en/of tot het doorverwijzen van de potentiële klant naar de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    door haar de nodige identificatiegegevens te bezorgen.

    De Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    mag aan de potentiële klant alleen niet- gepersonaliseerde documentatie overmaken die door de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en onder diens verantwoordelijkheid wordt opgesteld.

    De klantaanbrenger mag evenmin namens de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    met consumenten overeenkomsten sluiten.

    De Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    mag dus niet beschikken over een vertegenwoordigingsbevoegdheid van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en mag met haar niet verbonden zijn door een lastgevings- of agentuurovereenkomst.

    Organisatorische maatregelen

    Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    die een beroep doen op klantenaanbrengers moeten passende organisatorische maatregelen nemen om erop toe te zien dat deze klantenaanbrengers geen bemiddelingsactiviteiten uitvoeren.

    Zij moeten duidelijke en geschreven instructies opstellen voor hun klantenaanbrengers over de activiteiten die ze mogen uitoefenen en de activiteiten die niet toegelaten zijn. Zij moeten via geregelde controles toezien op de naleving van deze instructies door de klantenaanbrengers en zo nodig passende maatregelen nemen. De passende organisatorische maatregelen die de vergunde onderneming of tussenpersoon moet nemen, moeten ervoor zorgen dat klantenaanbrengers niet in een positie gebracht worden waardoor zij door de klanten aangesproken worden om verdere uitleg te geven bij de documentatie die zij van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    ontvangen.

    De Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    mag door de betrokken Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    eenmalig worden vergoed voor het aanbrengen van de klant. De uitbetaling van de vergoeding mag over een maximumperiode van drie jaar gespreid worden in de tijd, maar de omvang van de vergoeding mag niet in functie staan van het aantal diensten dat de consument bij die Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    afneemt. Ze mag evenmin afhankelijk zijn van de duurtijd van de relatie tussen de consument en de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    .

    De Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    moet bij de betaling van de vergoeding aan de Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    de bepalingen inzake voordelen (inducements) naleven.

    Tenzij de Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    een eenmalig of occasioneel karakter heeft moeten de wederzijdse rechten en plichten van de Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    en de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    vastgelegd worden in een schriftelijke overeenkomst.

  • Beleggingsadvies

    Er is sprake van Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    , hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:

    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling

    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de Elke natuurlijke of rechtspersoon die via een crowdfundingplatform leningen verstrekt of effecten dan wel voor crowdfunding toegelaten instrumenten verwerft. . Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de Elke natuurlijke of rechtspersoon die via een crowdfundingplatform leningen verstrekt of effecten dan wel voor crowdfunding toegelaten instrumenten verwerft. kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.

    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd

    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    .

    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen

    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald
    Crowdfunding
    Financiële instrumenten zijn een subcategorie van beleggingsinstrumenten. In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn de meest relevante financiële instrumenten:

    effecten (waaronder aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten)
    deelbewijzen van startersfondsen.

     
    * Andere instrumenten die een financiële belegging mogelijk maken (o.m. gestandaardiseerde leningen).
    Dit vereenvoudigde schema toont enkel de beleggingsinstrumenten die het meest relevant zijn voor crowdfunding. Het toepassingsgebied van de regels over crowdfunding kan variëren. De meeste zijn van toepassing op alle beleggingsinstrumenten. Sommige zijn alleen op financiële instrumenten of op effecten van toepassing, nog andere alleen op zeer specifieke instrumenten. Het is daarom belangrijk de juridische aard van de beleggingsinstrumenten die op het platform worden aangeboden, correct te bepalen.
    Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

    Vereenvoudigd schema van de financiële instumenten, die in detail in art. 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 zijn opgesomd.
    wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald
    Crowdfunding
    Financiële instrumenten zijn een subcategorie van beleggingsinstrumenten. In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn de meest relevante financiële instrumenten:

    effecten (waaronder aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten)
    deelbewijzen van startersfondsen.

     
    * Andere instrumenten die een financiële belegging mogelijk maken (o.m. gestandaardiseerde leningen).
    Dit vereenvoudigde schema toont enkel de beleggingsinstrumenten die het meest relevant zijn voor crowdfunding. Het toepassingsgebied van de regels over crowdfunding kan variëren. De meeste zijn van toepassing op alle beleggingsinstrumenten. Sommige zijn alleen op financiële instrumenten of op effecten van toepassing, nog andere alleen op zeer specifieke instrumenten. Het is daarom belangrijk de juridische aard van de beleggingsinstrumenten die op het platform worden aangeboden, correct te bepalen.
    Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

    Vereenvoudigd schema van de financiële instumenten, die in detail in art. 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 zijn opgesomd.
    verleende recht om een
    Crowdfunding
    Financiële instrumenten zijn een subcategorie van beleggingsinstrumenten. In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn de meest relevante financiële instrumenten:

    effecten (waaronder aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten)
    deelbewijzen van startersfondsen.

     
    * Andere instrumenten die een financiële belegging mogelijk maken (o.m. gestandaardiseerde leningen).
    Dit vereenvoudigde schema toont enkel de beleggingsinstrumenten die het meest relevant zijn voor crowdfunding. Het toepassingsgebied van de regels over crowdfunding kan variëren. De meeste zijn van toepassing op alle beleggingsinstrumenten. Sommige zijn alleen op financiële instrumenten of op effecten van toepassing, nog andere alleen op zeer specifieke instrumenten. Het is daarom belangrijk de juridische aard van de beleggingsinstrumenten die op het platform worden aangeboden, correct te bepalen.
    Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

    Vereenvoudigd schema van de financiële instumenten, die in detail in art. 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 zijn opgesomd.
    te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.

    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten

    Er is enkel sprake van Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een Een beleggingsinstrument is elk instrument dat een financiële belegging mogelijk maakt. Beleggingsinstrumenten vormen een brede categorie met verschillende subcategorieën. In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn de meest relevante financiële instrumenten:

    financiële instrumenten (waaronder effecten en deelbewijzen van startersfondsen), en
    gestandaardiseerde leningen.


    * Andere instrumenten die een financiële belegging mogelijk maken (o.m. gestandaardiseerde leningen).
    Dit vereenvoudigde schema toont enkel de beleggingsinstrumenten die het meest relevant zijn voor crowdfunding. Het toepassingsgebied van de regels over crowdfunding kan variëren. De meeste zijn van toepassing op alle beleggingsinstrumenten. Sommige zijn alleen op financiële instrumenten of op effecten van toepassing, nog andere alleen op zeer specifieke instrumenten. Het is daarom belangrijk de juridische aard van de beleggingsinstrumenten die op het platform worden aangeboden, correct te bepalen.
     
    dat wettelijk gezien geen
    Crowdfunding
    Financiële instrumenten zijn een subcategorie van beleggingsinstrumenten. In de context van de Belgische crowdfundingwet zijn de meest relevante financiële instrumenten:

    effecten (waaronder aandelen en verhandelbare schuldinstrumenten)
    deelbewijzen van startersfondsen.

     
    * Andere instrumenten die een financiële belegging mogelijk maken (o.m. gestandaardiseerde leningen).
    Dit vereenvoudigde schema toont enkel de beleggingsinstrumenten die het meest relevant zijn voor crowdfunding. Het toepassingsgebied van de regels over crowdfunding kan variëren. De meeste zijn van toepassing op alle beleggingsinstrumenten. Sommige zijn alleen op financiële instrumenten of op effecten van toepassing, nog andere alleen op zeer specifieke instrumenten. Het is daarom belangrijk de juridische aard van de beleggingsinstrumenten die op het platform worden aangeboden, correct te bepalen.
    Vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies

    Vereenvoudigd schema van de financiële instumenten, die in detail in art. 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 zijn opgesomd.
    is, zoals een niet-verhandelbare Een gestandaardiseerde lening is, in tegenstelling tot een lening in de klassieke zin van het woord, een beleggingsinstrument.
    Een lening kan als gestandaardiseerd worden beschouwd als er niet afzonderlijk onderhandeld kan worden over haar voornaamste kenmerken. Dit betekent m.a.w. dat alle beleggers die inschrijven op eenzelfde lening zijn onderworpen aan dezelfde voorwaarden (looptijd, rente, algemene voorwaarden, ...). Het enige element dat kan verschillen van de ene belegger tot de andere is het ingelegde bedrag.
    , wordt dus niet beschouwd als Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    .

  • Beroepsmatig verrichte beleggingsdienst

    Een beleggingsdienst is beroepsmatig verricht als hij tegen vergoeding wordt verricht.

  • Betekenisvolle aandeelhouder

    Een Een betekenisvolle aandeelhouder is een aandeelhouder die een gekwalificeerde deelneming in een VVB bezit.
    is een aandeelhouder die een Een gekwalificeerde deelneming is het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van het kapitaal of van de stemrechten verbonden aan de effecten van een VVB, of elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de VVB, ongeacht of een dergelijke invloed daadwerkelijk wordt uitgeoefend.
    in een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    bezit.

  • Bijkantoor

    Een Een bijkantoor is een bedrijfszetel van een onderneming waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') is gevestigd. De activiteiten worden uitgeoefend in de naam en voor rekening van de onderneming waaraan het bijkantoor is verbonden. Een bijkantoor heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor elk bijkantoor moet een verantwoordelijke worden aangeduid.
    Voor bijkantoren van VVB geldt een Europees paspoort. Zij moeten geen vergunning of inschrijving aanvragen. Zij volgen een Europese notificatieprocedure. Dit geldt zowel voor de vestiging in België van bijkantoren uit andere lidstaten van de EER-landen als voor de vestiging in andere EER-landen van bijkantoren uit België.
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    is een bedrijfszetel van een onderneming waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') is gevestigd. De activiteiten worden uitgeoefend in de naam en voor rekening van de onderneming waaraan het Een bijkantoor is een bedrijfszetel van een onderneming waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') is gevestigd. De activiteiten worden uitgeoefend in de naam en voor rekening van de onderneming waaraan het bijkantoor is verbonden. Een bijkantoor heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor elk bijkantoor moet een verantwoordelijke worden aangeduid.
    Voor bijkantoren van VVB geldt een Europees paspoort. Zij moeten geen vergunning of inschrijving aanvragen. Zij volgen een Europese notificatieprocedure. Dit geldt zowel voor de vestiging in België van bijkantoren uit andere lidstaten van de EER-landen als voor de vestiging in andere EER-landen van bijkantoren uit België.
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    is verbonden. Een Een bijkantoor is een bedrijfszetel van een onderneming waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') is gevestigd. De activiteiten worden uitgeoefend in de naam en voor rekening van de onderneming waaraan het bijkantoor is verbonden. Een bijkantoor heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor elk bijkantoor moet een verantwoordelijke worden aangeduid.
    Voor bijkantoren van VVB geldt een Europees paspoort. Zij moeten geen vergunning of inschrijving aanvragen. Zij volgen een Europese notificatieprocedure. Dit geldt zowel voor de vestiging in België van bijkantoren uit andere lidstaten van de EER-landen als voor de vestiging in andere EER-landen van bijkantoren uit België.
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor elk Een bijkantoor is een bedrijfszetel van een onderneming waarvan het hoofdkantoor in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') is gevestigd. De activiteiten worden uitgeoefend in de naam en voor rekening van de onderneming waaraan het bijkantoor is verbonden. Een bijkantoor heeft geen rechtspersoonlijkheid. Voor elk bijkantoor moet een verantwoordelijke worden aangeduid.
    Voor bijkantoren van VVB geldt een Europees paspoort. Zij moeten geen vergunning of inschrijving aanvragen. Zij volgen een Europese notificatieprocedure. Dit geldt zowel voor de vestiging in België van bijkantoren uit andere lidstaten van de EER-landen als voor de vestiging in andere EER-landen van bijkantoren uit België.
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    moet een verantwoordelijke worden aangeduid.

    Voor bijkantoren van Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    geldt een Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    . Zij moeten geen vergunning of inschrijving aanvragen. Zij volgen een Europese notificatieprocedure. Dit geldt zowel voor de vestiging in België van bijkantoren uit andere lidstaten van de EER-landen als voor de vestiging in andere EER-landen van bijkantoren uit België.

    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.

  • Duurzame drager

    Een Een duurzame drager is ieder hulpmiddel dat een cliënt in staat stelt om persoonlijk aan hem of haar gerichte informatie op te slaan.
    Dit moet gebeuren zodanig dat

    de informatie gemakkelijk toegankelijk is voor toekomstig gebruik;
    ze lang genoeg beschikbaar blijft;
    ze ongewijzigd kan worden gereproduceerd.

    Voorbeelden van duurzame dragers:

    papier;
    CD-ROM;
    DVD;
    de harde schijf van een computer;
    ...
    is ieder hulpmiddel dat een Elke aspirant-belegger of daadwerkelijke belegger en elke aspirant-projecteigenaar of daadwerkelijke projecteigenaar aan wie een crowdfundingdienstverlener crowdfundingdiensten verleent of voornemens is te verlenen.
    in staat stelt om persoonlijk aan hem of haar gerichte informatie op te slaan.

    Dit moet gebeuren zodanig dat

    • de informatie gemakkelijk toegankelijk is voor toekomstig gebruik;
    • ze lang genoeg beschikbaar blijft;
    • ze ongewijzigd kan worden gereproduceerd.

    Voorbeelden van duurzame dragers:

    • papier;
    • CD-ROM;
    • DVD;
    • de harde schijf van een computer;
    • ...
  • Effectieve leider

    Algemene regel

    Alle personen die deelnemen aan de leiding van de onderneming of die er een reële invloed op hebben, behoren tot de effectieve leiding van de onderneming. Deze personen moeten voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.

    Functies / organen die steeds tot de effectieve leiding behoren

    Sommige functies of organen van de onderneming worden steeds beschouwd als behorend tot de effectieve leiding. Alle personen die deze functies bekleden, moeten voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.

    Bij de twee meest voorkomende vennootschapsvormen zijn dit:

    Vennootschapsvorm
    Orgaan / functie
    Opmerking
    BVBA zaakvoerder Het maakt niet uit of de zaakvoerder in de statuten is benoemd of niet, hij behoort steeds tot de effectieve leiding.
    Naamloze vennootschap gedelegeerd bestuurder afgevaardigd bestuurder Alle gedelegeerd of afgevaardigd bestuurders zijn lid van de effectieve leiding.
      lid van het directiecomité Niet alle NV's hebben een directiecomité. Als er een directiecomité is, behoren de leden steeds tot de effectieve leiding.
     

    Andere effectieve leiders

    Naast de hierboven genoemde functies / organen kunnen nog andere personen behoren tot de effectieve leiding. Het komt aan de onderneming toe om aan te duiden wie de effectieve leiders zijn en om aan te tonen dat zij voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.

    'Gewone' bestuurders maken niet automatisch deel uit van de effectieve leiding. Dit hangt af van de feitelijke situatie. Als zij daadwerkelijk deelnemen aan de leiding van de onderneming, moeten zij voldoen aan de regels die gelden voor effectieve leiders.

    Directeurs, managers etc. kunnen deel uitmaken van de effectieve leiding. Het is de onderneming die de vraag moet beantwoorden of deze personen daadwerkelijk deelnemen aan de leiding van de onderneming. Hun titel is daarbij niet doorslaggevend.

    Als, bijvoorbeeld bij een inspectie, zou blijken dat de onderneming in werkelijkheid wordt geleid door een persoon die niet is opgegeven als Algemene regel
    Alle personen die deelnemen aan de leiding van de onderneming of die er een reële invloed op hebben, behoren tot de effectieve leiding van de onderneming. Deze personen moeten voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.
    Functies / organen die steeds tot de effectieve leiding behoren
    Sommige functies of organen van de onderneming worden steeds beschouwd als behorend tot de effectieve leiding. Alle personen die deze functies bekleden, moeten voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.
    Bij de twee meest voorkomende vennootschapsvormen zijn dit:




    Vennootschapsvorm


    Orgaan / functie


    Opmerking



    BVBA
    zaakvoerder
    Het maakt niet uit of de zaakvoerder in de statuten is benoemd of niet, hij behoort steeds tot de effectieve leiding.


    Naamloze vennootschap
    gedelegeerd bestuurder  afgevaardigd bestuurder
    Alle gedelegeerd of afgevaardigd bestuurders zijn lid van de effectieve leiding.


     
    lid van het directiecomité
    Niet alle NV's hebben een directiecomité. Als er een directiecomité is, behoren de leden steeds tot de effectieve leiding.



     
    Andere effectieve leiders
    Naast de hierboven genoemde functies / organen kunnen nog andere personen behoren tot de effectieve leiding. Het komt aan de onderneming toe om aan te duiden wie de effectieve leiders zijn en om aan te tonen dat zij voldoen aan de vereisten die gelden voor effectieve leiders.
    'Gewone' bestuurders maken niet automatisch deel uit van de effectieve leiding. Dit hangt af van de feitelijke situatie. Als zij daadwerkelijk deelnemen aan de leiding van de onderneming, moeten zij voldoen aan de regels die gelden voor effectieve leiders. 
    Directeurs, managers etc. kunnen deel uitmaken van de effectieve leiding. Het is de onderneming die de vraag moet beantwoorden of deze personen daadwerkelijk deelnemen aan de leiding van de onderneming. Hun titel is daarbij niet doorslaggevend.
    Als, bijvoorbeeld bij een inspectie, zou blijken dat de onderneming in werkelijkheid wordt geleid door een persoon die niet is opgegeven als effectieve leider en die niet voldoet aan de voorwaarden voor effectieve leiders, dan voldoet de onderneming niet aan de vergunningsvoorwaarden.
    en die niet voldoet aan de voorwaarden voor effectieve leiders, dan voldoet de onderneming niet aan de vergunningsvoorwaarden.

  • Europees paspoort

    Het Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    laat de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    gebruik wil maken van het Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    . Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.

    Er bestaan twee soorten van Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    : één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).

    Wie op basis van een Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.

  • Financieel instrument

    Vennootschappen voor vermogensbeheer en Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    Financiële instrumenten

    Vereenvoudigd schema van de financiële instumenten, die in detail in art. 2, 1° van de wet van 2 augustus 2002 zijn opgesomd.

  • Gekwalificeerde deelneming

    Een Een gekwalificeerde deelneming is het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van het kapitaal of van de stemrechten verbonden aan de effecten van een VVB, of elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de VVB, ongeacht of een dergelijke invloed daadwerkelijk wordt uitgeoefend.
    is het rechtstreeks of onrechtstreeks bezit van het De uitbetaling van het aanvullend pensioen onder de vorm van een eenmalig kapitaal betekent dat het volledige opgebouwde bedrag in één keer wordt uitbetaald.
    Dit in tegenstelling tot de uitbetaling van het aanvullend pensioen onder de vorm van een rente, waarbij het opgebouwde bedrag gespreid in de tijd wordt uitbetaald: er wordt dan maandelijks of jaarlijks een deel uitbetaald, meestal zolang de begunstigde in leven is.
    Werknemers: Meer info.
    of van de stemrechten verbonden aan de effecten van een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    , of elke andere mogelijkheid om een invloed van betekenis uit te oefenen op het beleid van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    , ongeacht of een dergelijke invloed daadwerkelijk wordt uitgeoefend.

  • Gezond en voorzichtig beleid

    De FSMA gaat na of de invloed van een Een betekenisvolle aandeelhouder is een aandeelhouder die een gekwalificeerde deelneming in een VVB bezit.
    van Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    een De FSMA gaat na of de invloed van een betekenisvolle aandeelhouder van VVB een gezond en voorzichtig beleid kan in de weg staan. De controle hierop gebeurt onder meer aan de hand van een vragenlijst die voor elke betekenisvolle aandeelhouder moet worden ingevuld.
    kan in de weg staan. De controle hierop gebeurt onder meer aan de hand van een vragenlijst die voor elke Een betekenisvolle aandeelhouder is een aandeelhouder die een gekwalificeerde deelneming in een VVB bezit.
    moet worden ingevuld.

  • Hoofdbestuur

    Het Het hoofdbestuur is de plaats waar de onderneming wordt beheerd, waar de beslissingen voor het beheer van de onderneming worden genomen en waar de documenten ter beschikking van de FSMA worden gehouden.
    is de plaats waar de onderneming wordt beheerd, waar de beslissingen voor het beheer van de onderneming worden genomen en waar de documenten ter beschikking van de FSMA worden gehouden.

  • Klantenaanbrenger

    Een Een klantenaanbrenger is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een VVB, zonder daarbij als tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten op te treden. VVB die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.
    is een persoon die, meestal in het kader van een andere beroepswerkzaamheid, potentiële klanten doorverwijst naar of aanbrengt bij een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    , zonder daarbij als Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    op te treden. Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    die met klantenaanbrengers samenwerken, moeten bepaalde organisatorische maatregelen nemen.

  • Onafhankelijke controlefunctie

    De onafhankelijke controlefuncties zijn de interneauditfunctie, de compliancefunctie en de risicobeheerfunctie.

  • Passende deskundigheid

    De leden van het wettelijk bestuursorgaan en van de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van een Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    moeten permanent beschikken over de De leden van het wettelijk bestuursorgaan en van de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van een VVB moeten permanent beschikken over de passende deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van hun functie.
    Elke kandidaat moet de noodzakelijke kennis en ervaring hebben van het beheer van ondernemingen en van de activiteiten die de VVB uitoefent. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de concrete activiteiten van de vennootschap en naar de materies die onder de directe verantwoordelijkheid van de kandidaat vallen.
    De leiding in haar geheel en elke leider voor wat de materies betreft die onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid vallen, moeten onafhankelijk de verantwoordelijkheden kunnen dragen die op hun schouders rusten, rekening houdend met het statuut en de concrete activiteiten van de VVB. Dit houdt o.a. in dat zij een correct beeld moeten hebben van de wetgeving betreffende de VVB en dat ze deze spontaan moet kunnen vertalen naar de organisatie van de VVB.
    Concreet gaat de FSMA na of elke kandidaat-leider over de passende deskundigheid beschikt door de analyse van zijn ervaring, die moet blijken uit de vragenlijst die elke kandidaat moet invullen. De FSMA kan ook rekening houden met elke andere relevante informatie waarover zij beschikt. Zij kan ook steeds bijkomende vragen stellen. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.
    die nodig is voor de uitoefening van hun functie.

    Elke kandidaat moet de noodzakelijke kennis en ervaring hebben van het beheer van ondernemingen en van de activiteiten die de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    uitoefent. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de concrete activiteiten van de vennootschap en naar de materies die onder de directe verantwoordelijkheid van de kandidaat vallen.

    De leiding in haar geheel en elke leider voor wat de materies betreft die onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid vallen, moeten onafhankelijk de verantwoordelijkheden kunnen dragen die op hun schouders rusten, rekening houdend met het statuut en de concrete activiteiten van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    . Dit houdt o.a. in dat zij een correct beeld moeten hebben van de wetgeving betreffende de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    en dat ze deze spontaan moet kunnen vertalen naar de organisatie van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    .

    Concreet gaat de FSMA na of elke kandidaat-leider over de De leden van het wettelijk bestuursorgaan en van de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van een VVB moeten permanent beschikken over de passende deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van hun functie.
    Elke kandidaat moet de noodzakelijke kennis en ervaring hebben van het beheer van ondernemingen en van de activiteiten die de VVB uitoefent. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de concrete activiteiten van de vennootschap en naar de materies die onder de directe verantwoordelijkheid van de kandidaat vallen.
    De leiding in haar geheel en elke leider voor wat de materies betreft die onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid vallen, moeten onafhankelijk de verantwoordelijkheden kunnen dragen die op hun schouders rusten, rekening houdend met het statuut en de concrete activiteiten van de VVB. Dit houdt o.a. in dat zij een correct beeld moeten hebben van de wetgeving betreffende de VVB en dat ze deze spontaan moet kunnen vertalen naar de organisatie van de VVB.
    Concreet gaat de FSMA na of elke kandidaat-leider over de passende deskundigheid beschikt door de analyse van zijn ervaring, die moet blijken uit de vragenlijst die elke kandidaat moet invullen. De FSMA kan ook rekening houden met elke andere relevante informatie waarover zij beschikt. Zij kan ook steeds bijkomende vragen stellen. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.
    beschikt door de analyse van zijn ervaring, die moet blijken uit de vragenlijst die elke kandidaat moet invullen invullen (zie Mededeling FSMA_2019_27 van 27/08/2019 - Vragenlijst over de Professionele betrouwbaarheid houdt verband met de eerbaarheid en integriteit van een persoon.
    Een persoon wordt als professioneel betrouwbaar beschouwd wanneer geen elementen voorhanden zijn die duiden op het tegendeel en er geen reden is om redelijkerwijze zijn goede reputatie in twijfel te trekken. Het gaat niet om een formele voorwaarde die beperkt is tot de afwezigheid van strafsancties of administratieve sancties. Betrouwbaarheid gaat over de eerlijkheid en de integriteit van de persoon. Zijn of haar beroepsethiek moet onberispelijk zijn.
    De betrouwbaarheid wordt door de FSMA beoordeeld, onder meer aan de hand van het uittreksel uit het strafregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden en van een vragenlijst. Zij kan steeds bijkomende vragen stellen.
    De FSMA beoordeelt de professionele betrouwbaarheid van alle leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van de VVB.
    De FSMA controleert daarnaast of deze personen geen beroepsverbod hebben opgelopen.
    en De leden van het wettelijk bestuursorgaan en van de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van een VVB moeten permanent beschikken over de passende deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van hun functie.
    Elke kandidaat moet de noodzakelijke kennis en ervaring hebben van het beheer van ondernemingen en van de activiteiten die de VVB uitoefent. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de concrete activiteiten van de vennootschap en naar de materies die onder de directe verantwoordelijkheid van de kandidaat vallen.
    De leiding in haar geheel en elke leider voor wat de materies betreft die onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid vallen, moeten onafhankelijk de verantwoordelijkheden kunnen dragen die op hun schouders rusten, rekening houdend met het statuut en de concrete activiteiten van de VVB. Dit houdt o.a. in dat zij een correct beeld moeten hebben van de wetgeving betreffende de VVB en dat ze deze spontaan moet kunnen vertalen naar de organisatie van de VVB.
    Concreet gaat de FSMA na of elke kandidaat-leider over de passende deskundigheid beschikt door de analyse van zijn ervaring, die moet blijken uit de vragenlijst die elke kandidaat moet invullen. De FSMA kan ook rekening houden met elke andere relevante informatie waarover zij beschikt. Zij kan ook steeds bijkomende vragen stellen. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.
    van kandidaten voor gereglementeerde functies). De FSMA kan ook rekening houden met elke andere relevante informatie waarover zij beschikt. Zij kan ook steeds bijkomende vragen stellen. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.

  • Professionele betrouwbaarheid

    Professionele betrouwbaarheid houdt verband met de eerbaarheid en integriteit van een persoon.
    Een persoon wordt als professioneel betrouwbaar beschouwd wanneer geen elementen voorhanden zijn die duiden op het tegendeel en er geen reden is om redelijkerwijze zijn goede reputatie in twijfel te trekken. Het gaat niet om een formele voorwaarde die beperkt is tot de afwezigheid van strafsancties of administratieve sancties. Betrouwbaarheid gaat over de eerlijkheid en de integriteit van de persoon. Zijn of haar beroepsethiek moet onberispelijk zijn.
    De betrouwbaarheid wordt door de FSMA beoordeeld, onder meer aan de hand van het uittreksel uit het strafregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden en van een vragenlijst. Zij kan steeds bijkomende vragen stellen.
    De FSMA beoordeelt de professionele betrouwbaarheid van alle leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van de VVB.
    De FSMA controleert daarnaast of deze personen geen beroepsverbod hebben opgelopen.
    houdt verband met de eerbaarheid en integriteit van een persoon.

    Een persoon wordt als professioneel betrouwbaar beschouwd wanneer geen elementen voorhanden zijn die duiden op het tegendeel en er geen reden is om redelijkerwijze zijn goede reputatie in twijfel te trekken. Het gaat niet om een formele voorwaarde die beperkt is tot de afwezigheid van strafsancties of administratieve sancties. Betrouwbaarheid gaat over de eerlijkheid en de integriteit van de persoon. Zijn of haar beroepsethiek moet onberispelijk zijn.

    De betrouwbaarheid wordt door de FSMA beoordeeld, onder meer aan de hand van het uittreksel uit het strafregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden en van een vragenlijst vragenlijst (zie Mededeling FSMA_2019_27 van 27/08/2019 - Vragenlijst over de Professionele betrouwbaarheid houdt verband met de eerbaarheid en integriteit van een persoon.
    Een persoon wordt als professioneel betrouwbaar beschouwd wanneer geen elementen voorhanden zijn die duiden op het tegendeel en er geen reden is om redelijkerwijze zijn goede reputatie in twijfel te trekken. Het gaat niet om een formele voorwaarde die beperkt is tot de afwezigheid van strafsancties of administratieve sancties. Betrouwbaarheid gaat over de eerlijkheid en de integriteit van de persoon. Zijn of haar beroepsethiek moet onberispelijk zijn.
    De betrouwbaarheid wordt door de FSMA beoordeeld, onder meer aan de hand van het uittreksel uit het strafregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden en van een vragenlijst. Zij kan steeds bijkomende vragen stellen.
    De FSMA beoordeelt de professionele betrouwbaarheid van alle leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van de VVB.
    De FSMA controleert daarnaast of deze personen geen beroepsverbod hebben opgelopen.
    en De leden van het wettelijk bestuursorgaan en van de effectieve leiding en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van een VVB moeten permanent beschikken over de passende deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van hun functie.
    Elke kandidaat moet de noodzakelijke kennis en ervaring hebben van het beheer van ondernemingen en van de activiteiten die de VVB uitoefent. Daarbij gaat bijzondere aandacht naar de concrete activiteiten van de vennootschap en naar de materies die onder de directe verantwoordelijkheid van de kandidaat vallen.
    De leiding in haar geheel en elke leider voor wat de materies betreft die onder zijn rechtstreekse verantwoordelijkheid vallen, moeten onafhankelijk de verantwoordelijkheden kunnen dragen die op hun schouders rusten, rekening houdend met het statuut en de concrete activiteiten van de VVB. Dit houdt o.a. in dat zij een correct beeld moeten hebben van de wetgeving betreffende de VVB en dat ze deze spontaan moet kunnen vertalen naar de organisatie van de VVB.
    Concreet gaat de FSMA na of elke kandidaat-leider over de passende deskundigheid beschikt door de analyse van zijn ervaring, die moet blijken uit de vragenlijst die elke kandidaat moet invullen. De FSMA kan ook rekening houden met elke andere relevante informatie waarover zij beschikt. Zij kan ook steeds bijkomende vragen stellen. Tenslotte kan de FSMA, als zij dit nuttig acht, de kandidaat uitnodigen voor een gesprek.
    van kandidaten voor gereglementeerde functies). Zij kan steeds bijkomende vragen stellen.

    De FSMA beoordeelt de Professionele betrouwbaarheid houdt verband met de eerbaarheid en integriteit van een persoon.
    Een persoon wordt als professioneel betrouwbaar beschouwd wanneer geen elementen voorhanden zijn die duiden op het tegendeel en er geen reden is om redelijkerwijze zijn goede reputatie in twijfel te trekken. Het gaat niet om een formele voorwaarde die beperkt is tot de afwezigheid van strafsancties of administratieve sancties. Betrouwbaarheid gaat over de eerlijkheid en de integriteit van de persoon. Zijn of haar beroepsethiek moet onberispelijk zijn.
    De betrouwbaarheid wordt door de FSMA beoordeeld, onder meer aan de hand van het uittreksel uit het strafregister dat niet ouder mag zijn dan 3 maanden en van een vragenlijst. Zij kan steeds bijkomende vragen stellen.
    De FSMA beoordeelt de professionele betrouwbaarheid van alle leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van de VVB.
    De FSMA controleert daarnaast of deze personen geen beroepsverbod hebben opgelopen.
    van alle leden van het wettelijk bestuursorgaan, de effectieve leiders en de verantwoordelijken voor de onafhankelijke controlefuncties van de Vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies naar Belgisch recht.
    .

    De FSMA controleert daarnaast of deze personen geen beroepsverbod hebben opgelopen.

  • Tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten

    Een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.

    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    • Is makelaar: de Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
      Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

      Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
      Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

      Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
      die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    • Is agent: de Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
      Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

      Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
      Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

      Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
      die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een Een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten elke rechtspersoon of elke natuurlijke persoon werkzaam als zelfstandige in de zin van de sociale wetgeving, die, zelfs occasioneel, werkzaamheden van bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten uitoefent of wil uitoefenen.
    Er zijn twee categorieën van tussenpersonen in bank- en beleggingsdiensten in het Belgisch recht, nl. makelaars en agenten.

    Is makelaar: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die geen agent in bank- en beleggingsdiensten is, en die niet gebonden is in de keuze van een vergunde onderneming ingevolge een vaste band met één of meerdere van deze ondernemingen.
    Is agent: de tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten die handelt in naam en voor rekening van één enkele vergunde onderneming.

    Deze categorieën zijn exclusief, d.w.z. dat een tussenpersoon in bank- en beleggingsdiensten slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.
    slechts in één categorie kan ingeschreven worden. Dit belet de tussenpersoon echter niet om daarnaast ook inschrijvingen onder andere statuten te bekomen, b.v. als bemiddelaar in consumentenkrediet, als verzekeringstussenpersoon of als bemiddelaar in hypothecair krediet.

  • Vrije dienstverlening

    Vrije dienstverlening is het uitoefenen van activiteiten in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte zonder in deze lidstaat gevestigd te zijn, op basis van een Europees paspoort.
    Wie aan vrije dienstverlening doet in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    is het uitoefenen van activiteiten in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte zonder in deze lidstaat gevestigd te zijn, op basis van een Het Europees paspoort laat de VVB toe om hun activiteiten ook in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte ('EER') uit te oefenen, wanneer ze een vergunning hebben gekregen van de FSMA. Er is geen voorafgaande vergunning of inschrijving nodig in de andere lidstaat. De VVB moet aan de FSMA meedelen in welke andere lidstaat zij actief wil zijn. De FSMA moet die andere lidstaat ervan op de hoogte brengen dat de VVB gebruik wil maken van het Europees paspoort. Dit gebeurt via een gestandaardiseerde 'notificatie', waarbij de bevoegde autoriteiten bepaalde basisinformatie over de onderneming uitwisselen.
    Er bestaan twee soorten van Europees paspoort: één voor het vrij verrichten van diensten en één voor de vrijheid van vestiging (bijkantoren).
    Wie op basis van een Europees paspoort actief is in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    .

    Wie aan Vrije dienstverlening is het uitoefenen van activiteiten in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte zonder in deze lidstaat gevestigd te zijn, op basis van een Europees paspoort.
    Wie aan vrije dienstverlening doet in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.
    doet in een andere lidstaat, moet zich houden aan de bepalingen van algemeen belang die gelden in deze lidstaat.

  • VVB

    Vennootschap voor vermogensbeheer en Er is sprake van beleggingsadvies als er (b) gepersonaliseerde (a) aanbevelingen worden verstrekt aan een cliënt, hetzij op diens verzoek, hetzij op initiatief van de dienstverlener, met betrekking tot één of meer (c) verrichtingen die betrekking hebben op (d) financiële instrumenten.

    Om te kunnen spreken van beleggingsadvies moeten er dus verschillende elementen aanwezig zijn:
    (a) de dienstverlener geeft een aanbeveling
    Een aanbeveling bevat een oordeel van de adviesverlener over de te ondernemen acties die worden voorgesteld als in het belang van de belegger. Louter algemene informatie verstrekken, zonder verdere toelichting of enig waardeoordeel over het nut ervan voor de beslissingen die de belegger kan nemen, wordt niet beschouwd als een aanbeveling.
    (b) de aanbeveling is gepersonaliseerd
    Een aanbeveling is gepersonaliseerd als zij wordt voorgesteld als specifiek afgestemd op de betrokken cliënt of als zij gebaseerd is op een analyse van zijn persoonlijke situatie. Als de dienstverlener informatie inwint over zijn cliënt alvorens hem een belegging aan te bevelen, mag de cliënt redelijkerwijs verwachten dat de informatie die hij verstrekt heeft, is aangewend om de aanbeveling af te stemmen op zijn situatie. In een dergelijk geval is de aanbeveling dus altijd gepersonaliseerd aangezien zij gebaseerd is of zou moeten zijn, op de persoonlijke situatie van de cliënt.
    (c) de aanbeveling heeft betrekking op een of meer verrichtingen
    Er is sprake van een 'verrichting' als een bepaald financieel instrument wordt gekocht, verkocht, geruild, te gelde gemaakt, gehouden, overgenomen of als erop ingetekend wordt. Hieronder valt eveneens het al dan niet uitoefenen van het door een bepaald financieel instrument verleende recht om een financieel instrument te kopen, te verkopen, te ruilen, te gelde te maken of om erop in te tekenen.
    (d) de aangeraden verrichting heeft betrekking op financiële instrumenten
    Er is enkel sprake van beleggingsadvies als dit betrekking heeft op financiële instrumenten. Een aanbeveling die betrekking heeft op een beleggingsinstrument dat wettelijk gezien geen financieel instrument is, zoals een niet-verhandelbare gestandaardiseerde lening, wordt dus niet beschouwd als beleggingsadvies.


    naar Belgisch recht.