search_api_autocomplete
Home

Ontwerp van reglement tot omkadering van de commercialisering van bepaalde financiële derivaten bij niet-professionele cliënten - raadpleging

Persbericht

De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) heeft op haar website een reglement[1] in ontwerpvorm gepubliceerd dat zij van plan is aan te nemen. Dit reglement biedt een omkadering voor de commercialisering van bepaalde financiële otc-derivaten op de Belgische retailmarkt.

De FSMA heeft vastgesteld dat bepaalde soorten bijzondere risicovolle financiële derivaten in België worden gecommercialiseerd bij niet-professionele cliënten via elektronische handelsplatformen die zich doorgaans in het buitenland bevinden. Concreet gaat het om de volgende instrumenten:

  • binaire opties: een binaire optie is een overeenkomst waarbij de ene partij zich er ten aanzien van de andere partij toe verbindt om haar een vastgesteld bedrag te betalen als de waarde van een gegeven actief (genoteerd aandeel, valuta, grondstof, index, edelmetaal, …) na een bepaalde, soms erg korte termijn (enkele seconden of minuten) in een vooraf bepaalde richting is geëvolueerd;
  • rolling spot foreign exchange: dit is een spottransactie in valuta waarbij de overeenkomst onbeperkt wordt hernieuwd tot één van de betrokken partijen zijn positie sluit. De transactie wordt dan in cash vereffend op basis van de evolutie van de onderliggende valuta sinds het moment waarop de overeenkomst werd gesloten.
  • contracts for difference (CFD): een CFD is een overeenkomst tussen een koper en een verkoper waarbij de partijen het verschil tussen de huidige prijs van een onderliggend actief (genoteerd aandeel, valuta, grondstof, index, edelmetaal, …) en de prijs van dat actief op het moment waarop de overeenkomst verstrijkt, verrekenen;

De FSMA is van plan om een reglement aan te nemen die een omkadering vormt van de commercialisering van dit type instrumenten. Zij neemt dit initiatief op grond van de volgende overwegingen:

  • dit zijn risicovolle en onzekere instrumenten die doorgaans niets gemeen hebben met een echte belegging of financiële transactie. Zij hebben meestal geen of nauwelijks een economische grondslag en zijn dus veelal louter speculatief. Zij hebben dus geenszins tot doel de belegger in staat te stellen een belegging te verrichten in de klassieke betekenis van het woord;
  • de promotoren stellen doorgaans dat, in een klimaat van historisch lage rentevoeten, met deze instrumenten - ondanks hun uitermate risicovol karakter - een hoog rendement kan worden behaald. Studies hieromtrent tonen evenwel aan dat dergelijke instrumenten in werkelijkheid meestal tot verlies leiden voor de inschrijvers;
  • de commercialiseringstechnieken die de betrokken dienstverleners hanteren zijn vaak agressief en ongepast gezien de kenmerken van dit type instrumenten en de eraan verbonden risico’s;
  • concluderend kan worden gesteld dat deze instrumenten niet geschikt zijn om te commercialiseren bij niet-professionele cliënten.

Sinds 2011 heeft de FSMA reeds herhaaldelijk gewaarschuwd voor de commercialisering van dergelijke instrumenten bij niet-professionele beleggers[2]. Dit fenomeen is niet beperkt tot ons land. Ook ESMA en een aantal buitenlandse toezichthouders hebben reeds tal van waarschuwingen verspreid om beleggers attent te maken op de risico’s die verbonden zijn aan dergelijke instrumenten[3].

Uit een AMF-verslag over de resultaten die niet-professionele beleggers behaalden met de trading van CFD’s en Forex-producten in Frankrijk blijkt dat 89% van de betrokken cliënten verliezen hadden geleden[4]. De FSMA heeft talrijke klachten ontvangen van niet-professionele beleggers die soms bijzonder grote verliezen hadden geleden ingevolge transacties in dit type financiële instrumenten.

Op te merken valt dat talrijke landen zoals de Verenigde Staten, Japan, Canada, Hong Kong, Polen, Singapore en Turkije reeds maatregelen hebben genomen tot omkadering van of volledig of gedeeltelijk verbod op de commercialisering van dit type instrumenten of van bepaalde commercialiseringstechnieken.

Om die redenen en aangezien, enerzijds, de tot dusver genomen maatregelen dit fenomeen onvoldoende hebben kunnen indijken en, anderzijds, de inwerkingtreding van de MiFID II-richtlijn die de FSMA moet toelaten verbodsmaatregelen op te leggen mogelijk wordt uitgesteld, acht de FSMA het absoluut noodzakelijk om onmiddellijk restrictieve maatregelen in te voeren.

Het ontwerpreglement is opgebouwd rond twee pijlers, die cumulatief van toepassing zijn.

De eerste pijler strekt ertoe de commercialisering te verbieden van bepaalde otc-derivaten bij niet-professionele beleggers. Het gaat om instrumenten met een looptijd van minder dan 14 dagen, otc-valutaderivaten (rolling spot forex en CFD’s met een valuta als onderliggend), derivaten met een hefboomwerking van meer dan [5] en derivaten in niet-conventionele activa (met uitzondering van goud) [5].

De tweede pijler identificeert een aantal agressieve of ongepaste commercialiseringstechnieken (cold calling via callcenters, ongeschikte wijzen van vergoeding, fictieve geschenken of bonussen, …) waarvan werd vastgesteld dat zij op de markt gebruikt worden. Het ontwerp verbiedt het hanteren van dergelijke technieken voor de commercialisering van enig otc-derivaat bij niet-professionele beleggers.

Als bijlage bij dit communiqué gaat het ontwerp van reglement en een toelichting hierbij.

Deze raadpleging die de FSMA organiseert, heeft doel de betrokken partijen de gelegenheid te bieden commentaar en suggesties op het ontwerp te geven, en onder andere een antwoord te formuleren op de volgende vragen:

  • Bent u van mening dat dit initiatief, algemeen gezien, de consument van financiële producten en diensten een betere bescherming zal bieden en het vertrouwen in de financiële sector ten goede zal komen?
  • Vindt u de beperking van de hefboomwerking tot [5] als vooropgesteld door het ontwerpreglement toereikend of meent u dat het aangewezen zou zijn om het verbod uit te breiden tot alle otc-derivaten met hefboomwerking?
  • Zou het volgens u aangewezen zijn om het toepassingsgebied van het reglement uit te breiden tot andere categorieën van otc-derivaten (otc-derivaten zonder hefboomwerking en/of op aandelen) rekening houdend met de risico’s die gepaard gaan met het ontbreken van een centrale tegenpartij en het concentratierisico op deze markt, die moeilijk meetbaar zijn door niet-professionele beleggers, of om andere redenen?
  • Zijn er volgens u andere commercialiseringstechnieken dan vermeld in artikel 2 van het ontwerpreglement die eveneens verboden zouden moeten worden?

Uw reacties op het ontwerp van reglement worden uiterlijk 25 januari 2016 schriftelijk ingewacht op het e-mailadres consult1@fsma.be. Zij worden niet individueel bekendgemaakt.



[1] Artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten laat de FSMA toe om, rekening houdend met de belangen van de afnemers van financiële producten of diensten, bij reglement een verbod of beperkende voorwaarden op te leggen aan de commercialisering of aan bepaalde vormen van commercialisering van financiële producten of bepaalde categorieën van financiële producten aan niet-professionele cliënten. De FSMA kan dergelijke reglementen aannemen op advies van de raad van toezicht en na het advies van de Raad voor het Verbruik te hebben ingewonnen. Zij hebben slechts uitwerking na goedkeuring bij koninklijk besluit en bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

[2] Zie de publicaties op de website van de FSMA, met name de waarschuwingen van 29 juni 2011 en van 2 mei 2014

[3] Zie het onlangs gepubliceerde communiqué van de Nederlandse Autoriteit Financiële Markten (AFM) “Meer meldingen van consumenten bij AFM over binaire opties en beleggen buiten toezicht”.

[4] Dit verslag kan worden geraadpleegd op de AMF-website. Er is geen reden om ervan uit te gaan dat het resultaat in België verschillend zou zijn.

[5] In dit verband wordt erop gewezen dat het ontwerpreglement niet geldt voor otc-derivaten die uitsluitend gericht zijn op de dekking van risico’s in het kader van de beroepsactiviteit.