De FSMA publiceert haar tweejaarlijks verslag over het aanvullend pensioen voor zelfstandigen voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 1 januari 2024.
Het verslag bevat informatie over het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ), de pensioentoezeggingen aan zelfstandige bedrijfsleiders (WAPBL) en het aanvullend pensioen voor zelfstandigen actief als natuurlijk persoon (WAPZNP).
Op 1 januari 2024 waren er 551.962 zelfstandigen met een VAPZ-overeenkomst, 251.756 bedrijfsleiders aangesloten bij een pensioentoezegging onder het WAPBL-regime en 6.694 zelfstandigen met een WAPZNP-overeenkomst.
De voorbije twee jaar is de groei afgenomen:
- + 4,5 procent voor de VAPZ-overeenkomsten (tegenover een groei van 5,5 procent twee jaar geleden);
- + 2 procent voor de WAPBL-toezeggingen (tegenover een groei van 5,5 procent twee jaar geleden);
- + 6 procent voor de WAPZNP-overeenkomsten (tegenover een groei van 31 procent twee jaar geleden).
Toch bouwde ongeveer de helft van de zelfstandigen in hoofdberoep een aanvullend pensioen op in 2023.
Er zijn altijd meer mannelijke dan vrouwelijke aangeslotenen, hoewel het aandeel van de vrouwelijke aangeslotenen jaarlijks met 0,5 procent jaar stijgt. Op dit moment is 40 procent van de aangeslotenen bij het VAPZ-regime, 27 procent bij het WAPBL-regime en 43 procent bij het WAPZNP-regime vrouw.
De zelfstandigen beginnen laat met de opbouw van hun aanvullend pensioen. De gemiddelde aansluitingsduur voor de aangeslotenen ouder dan 65 jaar bedraagt 5 jaar voor WAPZNP-overeenkomsten, 10 jaar voor WAPBL-toezeggingen en 15 jaar voor VAPZ-overeenkomsten.
Hoewel het aantal zelfstandigen met een VAPZ-overeenkomst dubbel zo groot is als het aantal bedrijfsleiders met een WAPBL-toezegging, is het financiële gewicht qua bijdragen ongeveer even groot bij beide regimes (+ 1 miljard), terwijl het bedrag van de reserves dubbel zo hoog ligt bij de WAPBL-toezeggingen (21,3 miljard) als bij de VAPZ-overeenkomsten (11,1 miljard).
Het bedrag van de gestorte bijdragen daalde met 36 procent bij het WAPBL-regime en met 26 procent bij het WAPZNP-regime. Het steeg daarentegen licht bij het VAPZ-regime (+ 6,5 procent).
De gemiddelde pensioenreserve bedraagt 20.184 euro voor de VAPZ-overeenkomsten, 84.781 euro voor de WAPBL-toezeggingen en 29.730 euro voor de WAPZNP-overeenkomsten.
Voor de VAPZ-overeenkomsten zien het rendement en de kosten er als volgt uit:
- In 2023 ontving een zelfstandige een gemiddeld rendement van 2,20 procent op zijn VAPZ-overeenkomst(en), terwijl dat rendement in 2022 slechts 1,68 procent bedroeg;
- 86 procent van alle VAPZ-reserves worden integraal beheerd via een tak 21-product:
- een aangeslotene bij een VAPZ-overeenkomst ontvangt gemiddeld een gewaarborgd rendement van 1,36 procent, en
- een winstdeelname van 0,59 procent.
In 2023 werden 18.057 VAPZ-overeenkomsten (stijging met 42 procent ten opzichte van 2021), 15.160 WAPBL-toezeggingen (bijna het dubbele ten opzichte van 2021) en 162 WAPZNP-overeenkomsten in kapitaal vereffend. De vereffening in kapitaal van een VAPZ-overeenkomst en een WAPZNP-overeenkomst brengt gemiddeld minder op dan de vereffening van een WAPBL-toezegging. Zo bedroeg het gemiddelde vereffende bedrag voor een WAPBL-toezegging 89.287 euro, terwijl het 28.918 euro bedroeg voor een VAPZ-overeenkomst en 49.136 euro voor een WAPZNP-overeenkomst.
Weinig pensioenprestaties worden in rente uitgekeerd: slechts 1.337 personen ontvingen een gemiddelde pensioenrente van 7.403 euro op grond van een VAPZ-overeenkomst.