search_api_autocomplete
56.

Wat is een "beroepsverbod"?

Een beroepsverbod is een verbod om, gedurende een bepaalde periode, bepaalde functies binnen de scope van de wet uit te oefenen.

Artikel 20 van de wet van 25 april 2014 bevat een lijst van veroordelingen die, als een persoon ze oploopt, automatisch leiden tot een beroepsverbod.

Bovendien mogen de volgende personen hun activiteiten niet (verder) uitoefenen indien ze minder dan tien jaar geleden failliet zijn verklaard, tenzij rehabilitatie werd verkregen:

  1. een verzekeringstussenpersoon, een nevenverzekeringstussenpersoon en een herverzekeringstussenpersoon, alsook

    a) de verantwoordelijken voor de distributie en de personen in contact met het publiek van een dergelijke tussenpersoon; en

    b) alle personen belast met de effectieve leiding van een dergelijke tussenpersoon, wanneer deze tussenpersoon een rechtspersoon is.

  2. een bemiddelaar in hypothecair krediet, alsook

    a) de verantwoordelijken voor de distributie van een dergelijke  bemiddelaar in hypothecair krediet; en

    b) de leden van het bestuursorgaan en alle personen belast met de effectieve leiding van een dergelijke bemiddelaar in hypothecair krediet, wanneer deze bemiddelaar een rechtspersoon is.

(N.B.: voor bemiddelaars in hypothecair krediet verwijst de Nederlandstalige versie van de toepasselijke wettelijke inschrijvingsvoorwaarde naar ‘eerherstel’, wat in deze FAQ overeenstemt met het begrip ‘rehabilitatie’).

De term ‘rehabilitatie’ waarvan sprake in de inschrijvingsvoorwaarden voor de tussenpersonen, moet, in het licht van de gewijzigde faillissementsregeling, ruim worden geïnterpreteerd.

Voor de vanaf 1 september 2023 uitgesproken vonnissen van faillietverklaring bepaalt het faillissementsrecht namelijk dat de kwijtschelding automatisch verkregen wordt bij de sluiting van het faillissement wanneer de gefailleerde een natuurlijk persoon is. Daarentegen staat het verkrijgen van rehabilitatie in de zin van de faillissementswetgeving uitsluitend open voor failliet verklaarde personen die géén kwijtschelding hebben verkregen. Voor een gefailleerde die reeds de automatische kwijtschelding geniet, is het immers logischerwijs overbodig om bijkomend nog een “formele” rehabilitatie in de zin van het faillissementsrecht te verkrijgen.

Om die reden is de FSMA van oordeel dat de term ‘rehabilitatie’ in voornoemde inschrijvingsvoorwaarden zo moet worden geïnterpreteerd dat deze betrekking heeft op zowel de gefailleerde die kwijtschelding heeft verkregen, als op de gefailleerde die gerehabiliteerd werd.

Dit betekent dat de natuurlijke personen die sinds 1 september 2023 failliet werden verklaard, vanaf de sluiting van het faillissement in beginsel kunnen worden ingeschreven in het register van de (her)verzekerings- en nevenverzekeringstussenpersonen en/of het register van de bemiddelaars in hypothecair krediet en/of in een of meer van voornoemde gereglementeerde functies kunnen worden aangesteld, ondanks de faillietverklaring (en op voorwaarde dat aan alle andere toepasselijke inschrijvingsvoorwaarden voldaan is).

Houd er evenwel rekening mee dat de kwijtschelding, hoewel deze dus automatisch toegekend wordt, pas definitief verworven is zodra er vier jaren verstreken zijn sinds het vonnis van faillietverklaring. Gedurende deze periode kan elke belanghebbende (met inbegrip van het openbaar ministerie of de curator) verzoeken dat de kwijtschelding (gedeeltelijk) wordt geweigerd. Het gevolg van een dergelijke weigering is dat de natuurlijke persoon waarop het vonnis betrekking heeft, niet langer voldoet aan alle inschrijvingsvoorwaarden die van toepassing zijn op zijn gereglementeerd statuut en/of gereglementeerde functie, tot hij, indien van toepassing, rehabilitatie in de zin van het faillissementsrecht verkrijgt.

Merk tot slot op dat de kwijtschelding die bij sluiting van het faillissement van een natuurlijke persoon in beginsel automatisch wordt verkregen, geen afbreuk doet aan de wettelijke bepaling die stelt dat de faillietverklaring van een tussenpersoon steeds leidt tot diens schrapping. Zodoende zal de FSMA een tussenpersoon schrappen van zodra diens faillietverklaring is uitgesproken. Indien de geschrapte tussenpersoon evenwel een natuurlijke persoon is dan zal deze, zoals hierboven toegelicht, in principe opnieuw in aanmerking kunnen komen om ingeschreven te worden in het register als tussenpersoon en/of aangeduid te worden in een gereglementeerde functie vanaf de sluiting van het faillissement.

Het is dus van belang dat de FSMA op elk moment beschikt over de meest recente informatie over het faillissement van een natuurlijke persoon die ingeschreven is als tussenpersoon en/of aangeduid is in een gereglementeerde functie.