De onderworpen kredietgevers, verzekeringstussenpersonen en makelaars in bank- en beleggingsdiensten moeten een algemene beoordeling van de risico’s inzake witwassen van geld en financiering van terrorisme[1] uitvoeren en bijwerken.
Uitvoering van de algemene risicobeoordeling
De algemene risicobeoordeling is afhankelijk van de aard en de omvang van de onderneming. De dimensies, variabelen en indicatieve risicofactoren waarmee rekening moet worden gehouden, worden hieronder nader toegelicht.
De entiteit moet de WG/FT-risicocategorieën bepalen waarin de cliënten worden ondergebracht. De cliënten voor wie dezelfde waakzaamheidsmaatregelen gelden, worden in dezelfde categorie ondergebracht.
De entiteit moet minstens twee risicocategorieën creëren (“groot risico” en “standaardrisico”), maar ze kan er natuurlijk meer definiëren.
De algemene risicobeoordeling moet:
- worden bijgewerkt;
- worden gedocumenteerd;
- ter beschikking worden gehouden van de FSMA.
De FSMA heeft een modeltabel (toolkit) en een praktijkgids ter beschikking gesteld van de verzekeringstussenpersonen. Die tabel kan als hulpmiddel worden gebruikt bij de algemene risicobeoordeling. De algemene risicobeoordeling is eigen aan elke onderworpen entiteit. De tabel en de praktijkgids zijn beschikbaar op de website van de FSMA in het deel over de verzekeringstussenpersonen.
Dimensies, variabelen en indicatieve risicofactoren van de algemene risicobeoordeling
De entiteit moet haar eigen blootstelling aan de WG/FT-risico’s identificeren en beoordelen, onder meer rekening houdend met de volgende vier dimensies:
- de kenmerken van haar cliënten,
- de kenmerken van de producten, diensten en verrichtingen die zij voorstelt,
- de landen of geografische zones waar zij haar activiteiten verricht, en
- de distributiekanalen waarvan zij gebruikmaakt.
De volgende variabelen moeten in aanmerking worden genomen bij de uitvoering van de algemene risicobeoordeling:
- het doel van een relatie;
- het volume van de uitgevoerde verrichtingen;
- de regelmaat of de duur van de zakelijke relatie.
Bij de risicobeoordeling moet de betrokken entiteit rekening houden met de in bijlage III bij de AML-wet vermelde factoren die op een potentieel hoger risico wijzen.
Bovendien kan de betrokken entiteit rekening houden met de in bijlage II bij de AML-wet vermelde factoren die op een potentieel lager risico wijzen. Voor meer informatie wordt verwezen naar bij de bijlage bij circulaire FSMA_2018_12 van 7 augustus 2018.
[1] Witwassen van geld en financiering van terrorisme.