De Nationale Bank van België (NBB) en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) publiceren vandaag een nieuwe versie van hun verslag over 'Asset management and Non-bank financial intermediation in Belgium'. De NBB en de FSMA schatten in dat de risico’s verbonden aan deze activiteiten in België vandaag beperkt zijn. Een aantal gebeurtenissen en incidenten in andere landen herinneren er evenwel aan dat er kwetsbaarheden zijn die aangepakt moeten worden. Daartoe hebben internationale instellingen zoals de FSB en IOSCO diverse aanbevelingen en beleidsvoorstellen geformuleerd. Een verdere opvolging daarvan is essentieel, ook in het licht van verdere ontwikkeling van de Europese Spaar- en Investeringsunie.
In 2017 publiceerden de FSMA en de NBB een eerste omvangrijk verslag over asset management en niet-bancaire financiële intermediatie in België. De vijfde update van dit verslag, met recente cijfers en een analyse van de voornaamste nationale en internationale ontwikkelingen, is nu beschikbaar.
De belangrijkste doelstelling van het gezamenlijk verslag is om een vinger aan de pols te houden. Hierbij hebben de toezichthouders bijzondere aandacht voor de risico’s verbonden aan deze activiteiten en hun verwevenheid met andere sectoren.
Risicogebaseerde benadering om niet-bancaire financiële intermediatie af te bakenen
Het begrip 'niet-bancaire financiële intermediatie' of 'NBFI' verwijst naar een zeer diverse reeks entiteiten en activiteiten buiten het bancaire systeem. In een brede context verwijst het begrip naar entiteiten zoals verzekeringsmaatschappijen, pensioenfondsen, beleggingsfondsen, centrale tegenpartijen, maar ook naar beperkt gereguleerde of niet-gereguleerde entiteiten zoals family offices.
In dit verslag volgen de NBB en de FSMA een risicogebaseerde benadering om het begrip niet-bancaire financiële intermediatie af te bakenen. De focus ligt daarbij op een enger segment van de niet-bancaire financiële sector: entiteiten die betrokken zijn bij kredietbemiddelingsactiviteiten en die soortgelijke risico's voor de financiële stabiliteit zouden kunnen opleveren als banken, bijvoorbeeld omdat ze gebruik maken van hefboomfinanciering of omdat ze betrokken zijn bij liquiditeitstransformatie. Er bestaan meerdere methodes om de sector af te lijnen en de omvang ervan in te schatten. Volgens de maatstaf die de Financial Stability Board (FSB) vooropstelt is de sector eind 2023 goed voor 172 miljard euro aan activa.
Het verslag besteedt daarnaast ook specifiek aandacht aan asset management. Het begrip 'asset management' verwijst naar het segment van de financiële sector dat zich bezighoudt met het beheer van financiële activa namens beleggers. De nadruk ligt daarbij op collectief beheer via beleggingsfondsen, hoewel vermogensbeheer ook het discretionaire beheer van de portefeuille van een individuele belegger kan omvatten. Belgische beleggingsfondsen zijn eind 2023 goed voor 215 miljard euro aan netto-activa, terwijl Belgische fondsenbeheerders ongeveer 208 miljard euro activa onder beheer hebben.
Ontwikkeling van de Europese Spaar- en Investeringsunie (SIU)
Een goed ontwikkelde, gediversifieerde en veerkrachtige financiële sector is essentieel voor een stabiele financiering van de reële economie en om tegemoet te komen aan de behoeften van spaarders en beleggers. Voor bedrijven, overheden en gezinnen kan financiële intermediatie buiten het bancaire systeem een financieringsbron vormen die een waardevol alternatief is voor kredietverstrekking door banken. Tegelijkertijd biedt het hun uitgebreidere beleggingsmogelijkheden.
Een versterking van de interne markt staat vandaag hoog op de agenda om de financieringsnoden voor de Europese economie, in het kader van de geo-economische ontwikkelingen en de klimaatverandering, te helpen lenigen. De ontwikkeling van de Europese Spaar- en Investeringsunie (SIU) zou daarbij kunnen leiden tot een overdracht van spaargeld van bankrekeningen naar langetermijnbeleggingen in de kapitaalmarkten.
Deze ontwikkelingen versterken het belang van financiële stabiliteit en beleggersbescherming in niet-bancaire financiële intermediatie.
Beperkte omvang van de sector in vergelijking met andere ontwikkelde landen
Eind vorig jaar publiceerde ook de FSB haar jaarlijks verslag over de ontwikkelingen in de wereldwijde niet-bancaire financiële intermediatie. De FSB schat de omvang van niet-bancaire financiële intermediatie op mondiaal niveau in op 70,2 biljoen dollar.
In vergelijking met andere landen is de omvang en het belang van niet-bancaire financiële intermediatie in België beperkt. De omvang van de sector bedraagt minder dan een half procent van het overeenkomstige wereldwijde totaal en ongeveer één procent van het Europese totaal. Daar waar de sector in andere ontwikkelde economieën goed is voor 98 procent van het bbp, is de schatting van 172 miljard euro aan activa in België goed voor slechts 29 procent van het bbp.
Deze activa bestaan hoofdzakelijk uit activa aangehouden door beleggingsfondsen die niet kwalificeren als aandelenfondsen. De grote meerderheid van deze fondsen vallen onder toezicht van de Belgische autoriteiten.
De relatief beperkte omvang van niet-bancaire financiële intermediatie in België toont aan dat de bancaire kredietverlening in België belangrijk blijft voor de financiële intermediatie. Het is ook de vertaling van een relatief sterke verwevenheid van Belgische entiteiten met niet-bancaire financiële intermediatie buiten België, met name in andere Europese landen.
Internationale samenwerking is cruciaal
Een aantal gebeurtenissen en incidenten in andere landen, zoals het faillissement van de family office Archegos in 2021 en de spanningen in de markt van de Britse overheidsobligaties in 2022, hebben kwetsbaarheden van niet-bancaire financiële intermediatie aangetoond. De voornaamste kwetsbaarheden van niet-bancaire financiële intermediatie hebben betrekking op liquiditeit, het gebruik van hefboomfinanciering en de verwevenheid binnen het financiële systeem.
Om de kwetsbaarheden te identificeren en aan te pakken, en zo de financiële stabiliteit te bevorderen, voeren internationale instellingen zoals de FSB en de International Organization of Securities Commissions (IOSCO) een ambitieus werkprogramma uit. Zij formuleerden in dit verband al diverse aanbevelingen of beleidsvoorstellen.
In Europa hebben het Europees comité voor systeemrisico’s (ESRB) en de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) analytisch werk en beleidswerk uitgevoerd over NBFI, terwijl de Europese Commissie een gerichte consultatie gelanceerd heeft om op zoek te gaan naar standpunten over het macroprudentieel kader voor NBFI.
In België identificeerden de NBB en de FSMA geen aanzienlijke risico’s die voortvloeien uit de omvang en aard van niet-bancaire financiële intermediatie in België en uit de verwevendheid van Belgische entiteiten met niet-bancaire financiële intermediatie buiten België, maar zij wijzen wel op het belang van het Europees en internationaal regelgevend kader voor de bewaking van de financiële stabiliteit.
De NBB en de FSMA blijven daarom actief deelnemen aan internationale werkzaamheden om de Europese en mondiale ontwikkelingen in de NBFI-sector nog beter in kaart te brengen en om, waar nodig, het regelgevende kader te versterken.
Gouverneur Pierre Wunsch van de NBB: 'Het NBB-FSMA rapport bevestigt dat de Belgische markt voor vermogensbeheer en niet-bancaire financiële intermediatie als fundamenteel gezond kan beschouwd worden. De sector blijft dus goed gewapend om het hoofd te bieden aan de uitdagende omgeving en vertrekt van een solide basis om de beoogde versterking van de toekomstige Europese Spaar- en Investeringsunie mee mogelijk te maken. Behoud van deze solide uitgangspositie is nodig om ook in de toekomst de cruciale rol van deze sector in de financiële intermediatie in België veilig te stellen. Gelet op de snelle ontwikkelingen in deze sector, moeten de toezichthouders daarom waakzaam blijven. Regelmatige updates van de zonet gepubliceerde analyse zullen deel blijven uitmaken van deze continue monitoring.'
Voorzitter Jean-Paul Servais van de FSMA en IOSCO: 'Dit initiatief toont aan dat een goede samenwerking tussen autoriteiten, zowel op nationaal als internationaal vlak, essentieel is. We zien dat verschillende toezichthouders vaak te maken krijgen met gelijkaardige problemen. Daarom werken de Nationale Bank en de FSMA al meerdere jaren proactief samen om de risico’s van de niet-bancaire sector in kaart te brengen. Deze samenwerking werd overigens erg geapprecieerd door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bij de uitvoering van haar Financial Sector Assessment Program (FSAP) in België in 2023. Ook internationaal nemen we een voortrekkersrol. Financiële markten stoppen niet aan de landsgrenzen, ook de risico’s doen dit niet. Onder mijn voorzitterschap is de samenwerking tussen de International Organization of Securities Commissions (IOSCO) en de Financial Stability Board (FSB) uitgegroeid tot een echt partnerschap. Zo hebben we onder meer nieuwe internationale aanbevelingen gepubliceerd die moeten zorgen voor een substantiële versterking van het liquiditeitsrisicobeheer bij fondsen.'